Het mooist vind ik de mannenkleding van toen. Dit overhemd bijvoorbeeld, voel maar: echt polyester. Superwreed. Dat kost wel een paar centen, daar moet je creatief mee omgaan. Deze pooierjas heb ik zelf gemaakt. De stok komt uit Spanje. Alleen die plateauzolen heb ik voor veel geld moeten kopen. Ze zien er wel cool uit, maar erop lopen? It ain’t easy, man.
Ik ben nu ook bakkebaarden aan het kweken. Ze groeien alleen zo zacht. Ik denk erover om haargroeihormonen te gaan slikken. Van die volle moet ik hebben, net als James Brown.
Hij is echt the main man. James Brown: the godfather of funk, Mister Dynamite! Zijn elpees zijn mijn pride and joy. Hell is de beste. Normaal gesproken kost Hell 250 gulden, maar ik heb hem voor een geeltje gehosseld van een vriend. De teksten gaan over Nixon en corruptie enzo. Over alles eigenlijk: “War is hell, in the ghetto it’s hell, it’s hell down here and we gotta make a change.”
De kracht die vroeger in de muziek zat, dat is allemaal weg. Alleen de oerkreten van James Brown worden op houseplaatjes overal tussendoor gesampeld. Vreselijk: Sjtikke tikke - wauw! Dat gaat me echt aan mijn hart.
De soulscene is eigenlijk helemaal dood. Ik ben de enige funkjunk hier in Amsterdam. Je hebt wel discotheek The Soulkitchen, maar dat is zo nep. Daar komen mensen die pillen slikken en de echte oude muziek draaien ze niet. Alleen maar hiphop en triphop en hoe die teringzooi ook mag heten. De keer dat ik er was, kwam er een meisje op me af. Zo van: “Wil je mijn vriendje worden?” Knipoog knipoog, met zulke pupillen, weet je wel. Rot op man, ik hoef al die kolerekankerbitches niet.
Trots wil ik hebben. Say it loud! I’m black and I’m proud! De funk steunt me daarin. Het leert je ook respect te hebben voor ouderen. Voor mensen die wat hebben meegemaakt. James Brown zat dan wel in de gevangenis, maar daar leerde hij wel van. En ze wisten hem niet te breken, hij zong gewoon door: “I may be uneducated… but I’m somebody! I may be in jail… but I’m somebody!” Dat gaat bij mij diep hoor. Als ik een vriendin had die iets lelijks zou zeggen over mijn muziek, zou ik haar zo het huis uit rotten.
Trouwens, ik woon lekker samen met mijn moeder. We zijn tevreden met onszelf. Ik vind alleen dat ik een stomme naam heb: Farid. Ik kom toch niet uit de Sahara, ik kom uit Afrika. Ik had liever Leroy geheten. Maar ja, ik moet het er maar mee doen.‘