Omdat mijn eigenlijke voornaam Theodor is, en mijn eigenlijke achternaam begint met een H, en omdat, vermoedelijk, Wikipedia ook slecht wordt gelezen, gebeuren er wel eens vreemde zaken die de stand van het onderwijs goed weergeven.
Zo werd ik gebeld met de volgende vreemde vraag: ‘Spreek ik met de schrijver?’
‘Spreekt u mee.’
‘U geeft toch uit bij Mets en Schilt?’
‘Zeker.’
‘Zou ik u dan mogen interviewen over uw boek De Jodenstaat?’
‘Dat boek is inderdaad uitgegeven bij Mets en Schilt, maar dat is geschreven door mijn collega Herzl…’
‘Wie zegt u?’
‘Herzl, Theodor Herzl.’
‘O…’
Ook merkwaardig is dat dit niet de eerste keer is. Hoewel… Toen de vertaling van De Jodenstaat net was uitgekomen – in 2004 – werd ik ook al gebeld door een radioprogramma met het verzoek of ik iets over De Jodenstaat wilde vertellen.
‘Waarom ik?’
‘We hebben uw naam gevonden op de site van Theodor Herzl.’
‘Pardon?’
‘Ja… u wordt daar ook genoemd?’
Het bleek dat men op de website van Mets en Schilt had gekeken en toen had gedacht: misschien weet hij er ook iets van, hij zal wel niet voor niets eveneens Theodor heten.
Ikzelf ben nog voor 1980 naar school gegaan, dus ik word geacht nog het een en ander te weten.
Maar deze vakantie gebeurde er iets eigenaardigs. Ik moest naar een klein plaatsje in Italië, op ongeveer twee, drie uur rijden van Rome, en ik stelde de TomTom in. Ik reed er bijna in één keer heen.
Maar toch voelde ik me onprettig. Want waar was ik eigenlijk? In Noord-Italië, iets zuidelijk van Rome? Was ik bij de kust? Hoe ver van een grote plaats? Ik probeerde me te herinneren wat op de borden had gestaan die ik was gepasseerd. Maar ik wist niets meer. Ja, Rome en Milaan… Ik had op mijn oren vertrouwd en op TomTom. Ik had precies gedaan wat de zachte stem mij had geboden te doen. ‘Probeer om te draaien…’
Toen ik in mijn hotel eindelijk ontdekte waar ik was, moest ik aan de Herzl-anekdote denken.
Was het mij kwalijk te nemen dat ik niet wist waar ik heen ging?
Was de gedachte van het meisje fout toen zij naast de naam van Herzl mijn naam zag en meende: die zal er misschien ook wel iets van afweten?
Tegelijkertijd herinnerde ik me dat ik mijn prachtige digitale horloge ongemakkelijk vind omdat ik bij 19:04 eigenlijk niet weet dat het vier minuten over zeven is – ik heb het beeld nodig van een grote wijzer die vlak voor de 1 staat en een kleine die naar de 7 wijst. (Ik weet op dit ogenblik trouwens niet waarom ik dit schrijf, maar het komt me toch als relevant voor.)
Kortom: misschien valt het wel mee met het onderwijs, nu we zo intensief gebruik kunnen maken van internet. Je hebt weliswaar geen overzicht, maar je komt wel waar je wezen wilt. Iemand vraagt je: zoek uit wie over Theodor Herzl kan vertellen, en de TomTom stuurt je naar mij, en ik help je wel weer verder. Ik vind zo’n meisje stom omdat zij Herzl niet kent. Maar zij is niet stom. Zij heeft na vier minuten net zo veel kennis over Herzl als ik. Het is bij haar alleen 19:04 en bij mij nog steeds ongeveer zeven uur.
Rubriek OPHEFFER
19:04 uur
Uit: De Groene Amsterdammer van
www.groene.nl/2008/32
www.groene.nl/2008/32