
Wat was het leukste moment tijdens het schrijven van Gezelschap?
Ik had veel plezier bij het schrijven van de scène waarin Sand en Martina samen een gedicht proberen te begrijpen. Eerst dacht ik dat ik er nooit mee weg zou komen, wie wil er nu een discussie over poëzie lezen in een roman? Maar omdat het zo leuk was om te schrijven, gokte ik dat het ook leuk zou zijn om te lezen.
Wulpen spelen een belangrijke rol in Gezelschap. Heeft u ooit een wulp in het echt gezien?
Ja, in de Schotse Hooglanden, waar ik vandaan kom. Maar ik wist destijds niet dat ik wulpen zag. Nu weet ik alles over ze, ik kan zelfs hun roep nadoen. Het zijn de wildste vogels, je kunt ze niet temmen. Ze komen ook al voor in hele oude Engelse gedichten, zoals The Seafarer. Meestal vissen ze met hun lange snavels boeken van heiligen uit het water. Mensen geloofden heel lang dat wulpen leefden van de lucht, omdat hun snavels zo lang zijn dat het onmogelijk leek dat ze zouden kunnen eten. Hun vlees zou daarom heel puur zijn. Mensen hebben zo veel wulpen gegeten dat ze nu bijna uitgestorven zijn. Dat zegt denk ik alles over onze soort.
Sand is een gefrustreerd personage. Haar vader ligt in het ziekenhuis, politici maken een rommeltje van het coronabeleid en haar huis wordt overgenomen door de Pelfs. Ze bevindt zich in een machteloze positie. In hoeverre is Sand meester over haar eigen leven?
De kracht van Sand komt naar voren als Martina haar belt met een vraag die in feite neerkomt op: hoe interpreteer je? Sand bezit het vermogen om betekenis toe te kennen en te ontsluiten. Het is grappig dat juist iemand die zelf zo vast zit, in staat is om dingen open te breken. Aan het eind van het boek is er ook iets in haar geopend wat eerst gesloten was. Ze heeft een wendbaarheid in zich: ze verzet zich niet tegen wat er gebeurt, maar beweegt mee. En ze is een kunstenaar: ze maakt de kunst die ze zelf wil, ook al verdient ze er nauwelijks geld mee. Ze is enorm gedisciplineerd.
Uw dissertatie ging over drie boeken uit 1922. Het is nu honderd jaar later. Als u zou moeten promoveren op drie boeken uit 2022, welke boeken zouden dat dan zijn?
Het eerste boek zou Sterling Karat Gold van Isabel Waidner zijn, een Duitse schrijver in het Verenigd Koninkrijk. Ze beschrijft de bedrieglijke manieren waarop onze cultuur werkt, en hoe we daarmee leven. Ik zou analyseren hoe ze de Engelse taal gebruikt vanuit het perspectief van iemand die meertalig is, en hoe ze de Engelsheid van Engels opvat – het vertalerige in haar taal maakt haar proza zo levendig. Het tweede boek zou Diego Garcia zijn, van Natasha Subramanian en Luke Williams. Ze hebben er tien jaar over gedaan om dat boek te schrijven. Het gaat over hoe je iets samen kunt doen, hoe moeilijk dat is. En over de ontvolking van de Chagosarchipel. Het Verenigd Koninkrijk heeft de bevolking van de Chagoseilanden gedwongen om te verhuizen naar Mauritius tijdens de Vietnamoorlog, zodat de Verenigde Staten daar een militair complex kon bouwen. Deze mensen proberen nu al vijftig jaar om terug te keren naar de Chagoseilanden. Het boek gaat over hoe je verbonden kunt blijven temidden van de verschrikkingen in een wereld die je niet gunstig gestemd is. Het derde boek zou Peaces zijn, van Helen Oyeyemi. Ik denk dat dat de toekomst is. Oyeyemi is een genie. Ze schrijft met ultieme vrijheid, zoals Kafka. Haar vorm is ongebonden. Geweldig.
Als u een schrijver kon zijn waar en wanneer dan ook, waar en wanneer zou dat dan zijn?
Ik denk dat ik alleen nu de schrijver zou kunnen zijn die ik ben. Maar als ik terug moest gaan in de tijd, zou ik naar de tijd van de stomme film gaan en stomme films schrijven, de beschrijvingen van de beelden en de ondertitels. Wat een vakwerk is dat, weten hoe weinig je nodig hebt om een verhaal te vertellen. Een stomme film is de meest pure vertelvorm.
Is er een boek, geschreven door iemand anders, dat u zelf had willen schrijven?
Een huishouden van Marilynne Robinson. Een prachtig boek over twee zussen. De ene wil thuisblijven, de andere wil buiten dwalen. En Zomerboek van Tove Jansson. Het is onbegrijpelijk rijk, zo simpel, zo lichtvoetig, zo allesomvattend.
Wat leest u in moeilijke tijden?
Tijdens de lockdown greep ik naar schrijvers aan wie ik altijd plezier beleef: Graham Greene, Colette. Maar ze irriteerden me opeens, ik wilde niet lezen over geluk. Toen raakte ik gegrepen door Etruscan places van D.H. Lawrence, ik verdween er volledig in, ik was op elke bladzijde aan het discussiëren met Lawrence. Daarna las ik Zo niet nu, wanneer dan? van Primo Levi. De dingen zijn zo veel erger geweest voor anderen, zo veel erger. Dat boek was een enorm geschenk. Een boek dat me echt gezelschap heeft gehouden in die tijd is De rustelozen van Linn Ullmann. Het gaat over het sterven van haar vader, de filmregisseur Ingmar Bergman. Hoe het was om het kind te zijn van hem en haar moeder, de actrice Liv Ullmann. Een vreselijk goed boek.
Heeft u ooit een geest gezien?
Nee.
Wat zou u doen als u een geest zou worden na uw dood?
Ik zou in de buurt blijven van mensen van wie ik hou. En als zij allemaal dood waren, zou ik in bibliotheken gaan spoken en de boeken lezen die ik tijdens mijn leven niet heb gelezen, het leven is te kort. En ik zou naar mijn favoriete plek op deze wereld gaan: het Palazzo Schifanoia in Ferrara, om het fresco weer te kunnen zien waar ik over geschreven heb in Het een als het ander.
Welk gedicht zou u sturen naar iemand die u graag mag?
This Is Just To Say, van William Carlos Williams. Omdat het een verontschuldiging is. We staan altijd in het krijt bij de mensen van wie we houden, er is altijd iets wat ze ons moeten vergeven. En er is ook altijd iets heerlijks in onze relatie tot hen, dat zit ook in het gedicht.
Welk gedicht zou u sturen naar iemand aan wie u een hekel heeft?
Het motto uit de Svendborgse gedichten van Bertolt Brecht: ‘In de donkere tijden/ Zal er dan ook gezongen worden?/ Er zal ook gezongen worden./ Over de donkere tijden.’ (vertaling mvd) Ik zou dat naar alle politici in het Verenigd Koninkrijk sturen die nu in de regering zitten. Dit zijn donkere tijden, en we zingen er nog steeds over, jullie kunnen het zingen niet stoppen.
Uw laatste romans verbeelden met name de donkere tijden waarin we leven, heeft u nog hoop voor de toekomst?
Absoluut, ik heb altijd hoop. Waarmee ik niet wil zeggen dat het gemakkelijk is om te hopen. Hoop komt alleen als je het echt nodig hebt. We hebben nu de hoop echt nodig. De klimaatcrisis is al aan het losbarsten. Het coronavirus heeft ons laten zien dat we de dingen enorm snel kunnen veranderen als het moet. Maar we moeten echt snel zijn.
Is er een toneelrol die u dierbaar is?
Mijn lievelingstoneelstuk van Shakespeare is Cymbeline. Het is een enorme rotzooi van gemenigheid en misverstanden, en dan komt er rechtvaardigheid en harmonie voort uit al die chaos. Ik zou elke rol spelen in Cymbeline, elke rol.
Met welk literair personage vereenzelvigt u zich?
Ik denk Emma Woodhouse uit Jane Austens Emma, omdat ze zoveel fouten maakt. Ze heeft het altijd mis.
Wat is het beste schrijfadvies dat u ooit kreeg?
Margaret Atwood gaf me het advies om met twee computers te werken. Een om op te schrijven, en een om op te internetten. Ze zei: je moet je schrijven beschermen alsof het je kleine zusje is. Als je op een computer schrijft die nooit verbonden is met het internet, gebeurt er iets met je gevoel van ruimte. Wat je schrijft voelt onaangeraakt, het geeft een enorme vrijheid. Je kunt best je tweede computer naast je schrijfcomputer zetten, om dingen op te zoeken. Maar gebruik je schrijfcomputer alleen om te schrijven.
En het slechtste?
Dat je als schrijver je eigen stem moet vinden. Je moet niet je eigen stem vinden, maar die van het personage. Je moet op zoek gaan naar de stem van het verhaal, niet naar die van jezelf.
Charles Dickens of Jane Austen?
Allebei, we hebben ze allebei nodig.
Katherine Mansfield of Alice Munro?
Mansfield. Een van mijn favoriete schrijvers.
Giorgio Bassani of Italo Calvino?
Bassani. Ik houd ook van Calvino, maar Bassani.
Elizabeth Bishop of Louise Glück?
Elizabeth Bishop. Als je haar gedichten leest, voelt het alsof je met een vriendin praat. Alsof ze naast je zit. Het is enorm vriendelijke poëzie.
Jeanette Winterson of Maggie Nelson?
Maggie Nelson, omdat ze iets nieuws doet.
Ali Smith is een van de hoofdgasten op het lustrumfeest van De Groene op 28 april in de Stadsschouwburg in Amsterdam