Wat was het leukste moment tijdens het schrijven van uw nieuwe roman?
‘Ik zat hier in de achtertuin en ik was nog niet zo ver met het verhaal, maar ik wist wel welke twee lijnen ik wilde beschrijven: Mary’s tijd in Genève en in Schotland. De periode in Genève is goed gedocumenteerd, maar al haar brieven en dagboeken uit Schotland zijn verdwenen. Hoe dit te verbinden? Opeens drong het tot me door dat het verloren dagboek juist moest voorkomen in het verhaal en dat de lezer erachter moet komen waarom het niet bewaard is gebleven. Dat bleek de oplossing: de knoop in het schrijven werd opgelost. Zo’n moment in het schrijven is zo… dan begrijp ik hoe esoterisch sommige schrijvers naar schrijven kijken. Het gevoel dat het je gewoon toe komt waaien.’

© Keke Keukelaar

In een interview vertelt u dat Mary Shelley u fascineert door de jonge leeftijd waarop zij Frankenstein schreef. Schreef u ook al rond uw achttiende?
‘Rond mijn achttiende schreef ik vrij weinig: ik schreef veel daarvoor en daarna. Vanaf mijn elfde ongeveer, en ik deed ook vaker een poging tot een boek maar vond dat dan al snel weer kinderachtig. Ik heb wel het idee dat mijn eerste roman Dogma een uitvloeisel is van mijn allereerste verhalen. Niet qua onderwerp, dat zou gek zijn voor een elfjarige, maar wat betreft de personages en de verhoudingen. Tijdens mijn studie heb ik het weer opgepakt en dat werd het allereerste begin van mijn eerste roman.’

Als u een schrijver kon zijn waar en wanneer dan ook, waar en wanneer zou dit dan zijn?
‘Ik vind het op dit moment eigenlijk heel leuk. Er gebeurt zo vreselijk veel. Er zijn zoveel onderwerpen om over te schrijven, je kunt zoveel kanten op qua thematiek. En er is zoveel verweven met elkaar… Het is een ongemakkelijke, onprettige tijd soms om in te leven, maar ook een inspirerende tijd.’

Wat is belangrijker voor u als schrijver: verbeeldingskracht of een scherp oog voor de werkelijkheid?
‘Het zijn verschillende kanten van dezelfde medaille: het een kan niet zonder het ander. Een groot gedeelte van wat in Mary gebeurt, is bijvoorbeeld verzonnen, maar ik geloof dat dit aan kracht wint, omdat een deel van het verhaal ook waargebeurd is. De discrepantie daartussen, daar gebeurt iets. Daar komt kunst vandaan.’

Met welk boek heeft u de diepste band?
En dan is er koffie van Hannes Meinkema. Ik was dertien toen ik het las en denk dat ik het inmiddels vijftien keer herlezen heb. Het is dun, hoor. Maar ik was dertien, zat op de middelbare school en voelde me een beetje alleenig. Het is heel toegankelijk geschreven en in de personages zit een soort herkenbare vorm van recalcitrantie.’

Wat was er van u geworden als u geen schrijver was geweest?
‘Dat weet je natuurlijk nooit… Maar misschien was ik wel vreemdelingenadvocaat geworden. Tijdens een stage bij Vluchtelingenwerk zag ik hoe mooi dat werk is, maar ook hoe druk zij het hadden. Dat er om tien voor elf ’s avonds nog een mail uit moest. Wanneer stop je met werken? Dat leek me erg moeilijk.’

Is dit makkelijker in het schrijven? Wanneer klapt u uw laptop dicht?
‘Nou ja, ik voel me dan gelukkig nooit schuldig ten opzichte van een ander. Als het echt niet lekker gaat geef ik mezelf wel eens vrij, maar dat is moeilijk. Soms weet je ook dat, juist als je doorgaat, je nog een paar mooie alinea’s schrijft. Ik schrijf meestal ’s ochtends, en als ik dan in een paar uur zo’n duizend woorden heb geschreven, vind ik het wel goed voor de dag.’

Luistert u muziek tijdens het schrijven, en zo ja, wat voor muziek?
‘Bij mijn eerste drie boeken wel, maar bij Mary helemaal niet. Ik weet ook niet waarom. Misschien door de tijd waarin het zich afspeelt, want meestal zet ik muziek aan die ik vind passen bij de sfeer of het personage waarover ik dan schrijf. Bij Mary bleek stilte het beste.’

Welk boek staart u al lang onaangeraakt vanuit uw boekenkast aan?
‘Frankkisstein van Jeanette Winterson. Ik kocht het net voordat ik met Mary begon en dacht: dat is heel handig. Maar ik ben er nog niet in begonnen, want het leidt ook af als je iets soortgelijks leest, dan laat je je beïnvloeden. Ik wil graag iets oorspronkelijks schrijven. Maar goed, ik ben al een tijdje klaar met Mary en ze staat er nog steeds.’

Stel, het is zaterdagochtend en uw wandelrugzak staat gepakt in de gang. Een auto komt voorrijden om u op te halen voor een tweeweekse wandeltocht door de Schotse Hooglanden. Welk personage uit de wereldliteratuur hoopt u achter het stuur aan te treffen?
‘Hahaha, ik hou helemaal niet van wandeltochten! Maar misschien de kat Dikke Teun, uit Willem en Dikke Teun van Jacques Vriens. Dikke Teun helpt de verlegen jongen Willem om meer te durven, het zijn heel mooie, verbeeldingsrijke verhalen. Ik denk dat ik Dikke Teun nodig heb om twee weken wandelen vol te houden. Iemand die heel rationeel is en je op een grappige, droge manier voortsleept.’

Wat leidt u af tijdens het schrijven?
‘Mijn geliefde, Bertram Koeleman. We werken vaak in dezelfde ruimte en dan breng je koffie, geef je een kus. Zo ben je snel afgeleid. En wat me in het algemeen afleidt van het denken over schrijven, of het denken over een nieuw boek, zijn sociale media. Het zelf dingen bekijken, maar ook het plaatsen of delen van berichten en het idee hebben dat dat moet.’

Naar welk kunstwerk kunt u eindeloos staren?
‘Een van de Rothko’s. Zo’n enorm rood vlak. Als je er heel dicht voor staat, omarmt het rode je. Het heeft iets overweldigends.’

Wat is de beste sterfscène in een roman?
‘De sterfscène van Unn in Het ijspaleis van Tarjei Vesaas. Het boek gaat over twee meisjes die elkaar leren kennen op school en direct een bijzondere, ondoorgrondelijke band met elkaar hebben. Op een dag gaat Unn in haar eentje naar een soort enorme ijsformatie in de buurt. Die ijsformatie heeft allerlei ijskamers, die allemaal anders, maar even wonderlijk zijn. Het is heel knap beschreven hoe Unn langzaam wordt opgenomen in het ijs, hoe haar gedachten met haar op de loop gaan en hoe ze uiteindelijk sterft. Het dooft langzaam uit.’

Wat is qua lezen uw ‘guilty pleasure’?
‘Ik hou niet zo van de term, maar wat toch wel in de categorie past zijn de Shopaholic-boeken van Sophie Kinsella. Je hoeft er niet zoveel mee. Toch zijn haar plottwists helemaal niet zo slecht. Vaak denk je bij andere schrijvers: hoe zou ik dit doen? Maar bij haar heb ik dat helemaal niet, dat leest erg ontspannen.’

Van welke roman zou u graag een verfilming zien?
‘Het debuut van Bertram, De Huisvriend, zou een perfect boek zijn om te verfilmen. Het is spannend, intrigerend, een beetje vreemd. Het hele pakket om verfilmd te kunnen worden.’

Welk boek zou iedereen voor zijn achttiende gelezen moeten hebben?
‘Dat is heel persoonlijk. Ik kan En dan is er koffie wel aanraden, maar het verschilt zo per persoon welk boek je aan het lezen brengt. Dus ik hoop dat iedereen voor zijn achttiende het boek vindt dat hem of haar tot een lezer maakt.’

Wollstonecraft of De Beauvoir?
‘Wollstonecraft.’

Picasso of Van Gogh?
‘Picasso.’

Stephen King of Bram Stoker?
‘Stephen King.’

Tolstoj of Dostojevski?
‘Tolstoj.’

Margareth Atwood of Jeanette Winterson?
‘Voor Margareth Atwoods vermogen een wereld te creëren heb ik erg veel bewondering. Winterson vind ik qua stijl mooier.’