Wat was het leukste moment tijdens het schrijven van Dansen in tijden van droogte?
Toen mijn vrouw de foto van Juma Collins toonde, deze staat ook op de cover. Er gebeurde iets in mij. De foto brak iets open. Het voelde als een bevrijding. Ik was al bijna klaar met het schrijven van een nieuwe roman, maar deze foto vertelde me dat ik iets anders moest doen. Vanaf de eerste letter die ik intikte viel er iets van mijn schouders. Mijn vingers namen het over; al tikkende leek ik de werkelijkheid te ontdekken.

Als u iets zou kunnen veranderen aan wat u heeft geschreven door de jaren heen, wat zou dat dan zijn?
Soms denk ik: had ik maar minder uitgegeven. Aan de andere kant is mijn oeuvre een neerslag van de persoon die ik op die momenten was. Mijn vingers zijn soms sneller dan ik, ze tikken dan wat ik denk. Misschien zou ik mijn vingers iets meer op hun vingers getikt hebben, maar dan zou ik mezelf ook op de vingers tikken. Wellicht moet ik het zo laten. Ik ben wie ik ben, ik was zoals ik was en ik zal zijn wie ik zal zijn.

Welk boek geschreven door iemand anders zou u zelf geschreven willen hebben?
Voor mij is Beckett de allergrootste. Als ik hem in het Nederlands, Engels of Frans lees of hoor, dan beroert mij dat, niet alleen mentaal, maar ook fysiek. Ik kan in de tranen schieten, maar ook enorm om zijn slapstick schaterlachen. Hij is voor mij een heel herkenbaar maar anderzijds heel ongrijpbaar figuur die boven alles en iedereen uittorent in de literatuur. Dus als ik Wachten op Godot had geschreven, of Molloy of Naamloos, dan had ik mij een erg gelukkig man geprezen. Al ben ik nu zeker niet ongelukkig.

U zegt dat Beckett u fysiek beroert. Wanneer was de eerste keer dat u heeft gehuild om een boek?
Dat was bij Het lijden van de jonge Werther van Goethe. Ik las het toen ik heel jong was. De passie en de onbereikbare liefde, de zelfmoord, heeft mij tot tranen toe geroerd.

Wie van uw tijdgenoten wordt over honderd jaar nog gelezen?
Honderd jaar? Misschien Marieke Lucas Rijneveld, Tsead Bruinja en Charlotte Van den Broeck. Ik weet niet hoe de jonge generatie tegenover de echte klassiekers staat, of ze ze überhaupt lezen. Ik denk dat lange verhalen zullen verdwijnen, maar dat de korte zullen blijven. Er zal meer poëzie worden gelezen.

Wat is de beste sterfscène in een roman?
De dood van Ivan Iljitsj van Tolstoj. Het adembenemende boekje is één lange sterfscène. De hoofdpersoon gaat dood, er staan mensen om hem heen en er volgen gesprekken. Ik ben na het lezen ervan de dood gaan aanvaarden, en daardoor ook het leven.

Wie zijn uw favoriete schrijvers?
Beckett, Borges, Kafka. Ik lees elk jaar opnieuw De gedaanteverwisseling. Ik verzamel die in verschillende talen. Ik lees nu verhalen en essays van Sander Kollaard, hij is een heel bijzondere schrijver. Murakami intrigeert mij ook, maar Hannah Arendt nog meer.

Als u een schrijver zou zijn, waar en wanneer dan ook, waar en wanneer zou dat dan zijn?
Het lijkt me een geweldige ervaring als je me naar de toekomst zou kunnen katapulteren. Misschien word ik wel de eerste columnist op Mars, who knows. Ik zou in het Engels of Arabisch willen schrijven, dat laatste heb ik gestudeerd. Ik ben fotograaf en daardoor veel met beeld bezig, dus misschien zou ik me meer in de kalligrafie willen verdiepen. In plaats van Mars kan het ook Irak of Tunesië zijn; een deel van mijn familie woont in Tunesië.

Wat is uw ‘guilty pleasure’? En daarbuiten?
Ik lees de bijbel en de koran. Ik schrijf al een paar jaar een column in het tijdschrift Still, zij hebben mij ooit gevraagd om een brief aan een bijbelfiguur te schrijven. Dat zijn er inmiddels negen. Ik ben zelf niet gelovig, maar ik ken de verhalen. De laatste brief die ik schreef, aan de engel Gabriël, heeft me geïnspireerd voor een nieuw boek. Stel dat de engel die de blijde boodschap aan Maria bracht verliefd op haar was geworden. Daarnaast lach ik me krom bij Seinfeld: Amerikaanse stand-up vermengd met sitcom. Het komt uit de jaren negentig en staat op Netflix. Hilarisch. Beckettiaans soms.

Met welk van uw boeken heeft u de diepste band?
Dansen in tijden van droogte. Het is altijd met het laatste boek, omdat ik het meest betrokken ben bij de persoon die het geschreven heeft, die zit nog het meest onder mijn huid en in mijn vingers. Totdat een ander boek in me wakker wordt, dan zal ik het meest betrokken zijn bij datgene dat ik ga schrijven, of aan het schrijven ben. Ik kijk liever niet meer om naar mijn oude boeken. Het terugkeren kan nooit slagen, het verlangen naar verloren tijd gaat altijd met pijn gepaard.

Heeft u verborgen talenten? Als u geen schrijver zou zijn, wat zou u dan zijn?
Ik was eind jaren tachtig, begin jaren negentig zanger van Ze Noiz. Ik heb toen veel op het podium gestaan, platen gemaakt, rondgetoerd in België, Duitsland en Nederland en Humo’s Rock Rally gewonnen. Ik sta graag op het podium, niet om mijn verhalen voor te lezen, want dat vind ik verschrikkelijk, maar om het beest in mij los te laten. Ik kan me enorm uitleven op de planken. Mensen zeggen altijd: de Bart Koubaa naast het podium is een heel andere man dan op het podium. Dus misschien was ik wel zanger geworden. Aan de andere kant ben ik fotograaf en geef ik les aan jonge fotografen. Zoals Robert Adams ooit zei: ‘Een fotograaf is een engel.’ Met andere woorden: een boodschapper. Misschien was ik wel postbode geworden.

Welk boek zou iedereen op zijn achttiende gelezen moeten hebben?
Moby Dick of Don Quichot. Maar ook Reis naar het einde van de nacht, Anna Karenina, Oorlog en vrede, Is dit een mens… Het zijn er heel veel. The Catcher in the Rye, Lolita, To the Lighthouse, Frankenstein… Als ze maar lezen.

Welke klassieker heeft u tot uw grote schaamte nooit gelezen?
Wat is een klassieker? Het verdriet van België? Als een klassieker Don Quichot, Faust en Woeste hoogten en Ulysses is, heb ik ze wel gelezen. Maar als het Grote verwachtingen of Honderd jaar eenzaamheid is, heb ik ze niet gelezen.

Er is een mooi huis gehuurd in de Belgische Ardennen. De omgeving is onbewoond, de natuur is prachtig. Je kunt een vuurtje stoken en genieten van de schitterende sterrenhemel. Met wie zou u daar 24 uur willen doorbrengen en waar zouden jullie het over hebben?
Met de vertelster Sjeherazade van de verhalen van Duizend-en-één-nacht. Ik vind het onwaarschijnlijk hoe iemand haar leven weet te redden door verhalen te vertellen. Misschien zou ik haar vragen: ‘Hoe doe je dat?’ Ik zou het met haar over de liefde hebben. Over de ontdekking van de werkelijkheid. Het is momenteel de rode draad in mijn leven: het ontdekken van de werkelijkheid, het buitengewoon moeilijke besef dat buiten mij iets écht is en dat is de liefde, zoals Iris Murdoch het zo helder definieert.

Wat is het schrijfadvies dat u aan anderen zou willen geven?
Ik heb een paar jaar schrijfles gegeven op de Antwerpse Schrijfacademie en daar zei ik altijd: ga zitten en begin eraan. Dat is eigenlijk het beste advies. Ga op zoek naar die innerlijke stem, die eigen stem. Je bent niet origineel, maar wel authentiek. Maar op de allereerste plaats: ga zitten en begin eraan.

Camus of Proust?
Camus. Proust heb ik niet volledig gelezen, als ik dat wel zou hebben gedaan denk ik dat ik zowel Camus als Proust zou zeggen.

Maartje Wortel of Esther Gerritsen?
Maartje Wortel. Ik vind haar in persoon ook heel grappig. Maar misschien is Esther Gerritsen nog grappiger. Zong zij niet een keer ‘Es gibt kein Bier auf Hawaii’ tijdens een interview?

Wes Anderson of Alfred Hitchcock?
Hitchcock. Hij blijft een monument. Zijn erfenis blijft nazinderen.

Austen of Woolf?
Woolf

Cremer of Grunberg?
Grunberg

Aretha Franklin of Nina Simone?
Nina Simone. Het toeval wil dat ik de laatste tijd veel naar haar luister, waardoor er weer wat dingen zijn opengebroken; oude herinneringen die naar boven komen aan mijn vader die zes jaar geleden is heengegaan. Maar ook haar activisme is aanstekelijk… To Be Young, Gifted and Black, later gecoverd door Aretha Franklin.