Wat was het leukste moment tijdens het schrijven van uw nieuwste roman/boek?
Als je schrijft moet je jezelf op sommige momenten uitschakelen en je intuïtie toelaten. Op andere momenten moet je juist heel bewust zijn van wat je aan het doen bent. Die momenten, als je zelf begrijpt wat je aan het doen bent, zijn heel fijn. Dan kraak je als het ware het raadsel van je boek. Bij Nulversie was het schrijven van het slot heel bevredigend. In dat deel refereer ik steeds aan Take Five, de jazzklassieker van Dave Brubeck. Ik ben zelf helemaal geen fan van dat nummer maar draaide het tijdens het schrijven achter elkaar op hoog volume. Door mezelf op die manier te bezweren lukte het me om een zekere gejaagdheid in mijn tekst te krijgen. Het was de ultieme manier om intuïtief te schrijven maar wel op een manier die ik heel bewust had bedacht.

Welke schrijver is naar uw idee het meest overschat?
Ik vind niet per se dat een bepaalde schrijver wordt overschat, maar in Nederland is wel een bepaald soort literatuur overschat. Dan heb ik het over de lyrische, plotgerichte en dikke romans die vaak geschreven zijn door mannen die een bepaalde autoriteit uitstralen. Ik denk dan bijvoorbeeld aan Tommy Wieringa, Peter Buwalda en Ilja Leonard Pfeijffer. Ik wil niet zeggen dat zij overschat zijn maar ik vraag me af of de waardering van hun werk de waardering van een ander soort literatuur niet in de weg staat.

Heeft een recensent ooit iets kritisch over u geschreven waarvan u dacht: hij of zij heeft een punt?
Mijn boeken zijn niet zo vaak gerecenseerd en de recensies die ik wel kreeg waren altijd positief. Ik kan me wel een opmerking herinneren uit een kleine recensie in HP/De Tijd van mijn eerste verhalenbundel, Kiestoon. Daar stond toen dat mijn personages van bordkarton waren. Daarmee had de recensent op zich een punt. Alleen denk ik dat personages ook heel goed van bordkarton kunnen zijn. Dan vervullen ze een andere functie dan een psychologische. Ze staan dan in dienst van de ideeën uit het verhaal.

Wie zijn uw favoriete dichters?
Emily Dickinson staat wel bovenaan. Haar werk is zo licht, maar tegelijkertijd ook melancholisch. Het is meisjesachtig en toch verontrustend. Die combinatie vind ik prachtig. Haar raadselachtige leven draagt daar natuurlijk aan bij. Crossing Brooklyn Ferry van Walt Whitman vind ik ook prachtig. Je moet het wel hardop lezen, want de emotie van het gedicht zit in het ritme.

Wat is qua lezen uw ‘guilty pleausure’?
Young adult-boeken uit de tijd dat ik zelf een tiener was maar dan specifiek ‘whodunnits’. De Mystery-reeks van The Baby-Sitters Club bijvoorbeeld. En de Nancy Drew-reeks.

En daarbuiten?
De Nancy Drew-verfilming uit 2007. Die is heel matig, maar elke keer als ik ziek ben moet ik hem toch weer zien.

Heeft u verborgen talenten? Als u geen schrijver zou zijn, wat zou u dan zijn?
Ik heb fotografie gestudeerd, dus dan zou ik in de beeldende kunst verder zijn gegaan. En ik maak ook muziek. Ik zing en schrijf nummers. Misschien dat ik dat in een ander leven zou hebben gedaan. Of ik ga het in dit leven nog doen.

Welk boek ligt naast uw bed?
Bedouin of the London Evening van Rosemary Tonks. Dat is een redelijk obscure dichter die twee dichtbundels en een aantal minder goed ontvangen romans heeft uitgebracht. Op latere leeftijd is ze uit het publieke leven verdwenen en heeft ze zich tegen haar eigen werk gekeerd. Haar gedichten zijn heel wild en onstuimig. Heel bijzonder.

Als u een schrijver zou kunnen zijn waar of wanneer dan ook, waar en wanneer zou dat zijn?
In theorie zou ik het interessant vinden om op een andere plek en in een andere tijd te leven, maar naar welke tijd je ook reist: je neemt altijd jezelf mee. En voor een vrouw is dit waarschijnlijk de beste tijd om in te leven. De jaren vijftig lijken me ontzettend leuk om eens in rond te kijken, maar daar zou ik natuurlijk nooit een schrijver kunnen zijn. Dat gezegd hebbende, zou het me wel uitdagend lijken om in een Engelstalig gebied schrijver te zijn. Puur om de taalkwestie. Nederland is best klein en daarom af en toe ook wel beklemmend.

Wat is het interessantste dat u onlangs van een boek geleerd heeft?
Ik ben momenteel veel boeken uit de jaren zeventig over feministische filmtheorie aan het lezen en wat ik interessant, of beter gezegd schrijnend, vind, is dat deze boeken totaal niet gedateerd zijn. De problemen die er toen waren, zijn er nu nog steeds. Te weinig vrouwelijke filmmakers. Te weinig vrouwelijk perspectief. Er is nauwelijks wat verbeterd op dat vlak. Er is veel aandacht voor en er wordt veel over gepraat, maar Hollywood is bijna niet te veranderen blijkbaar.

Met welk van uw boeken heeft u de diepste band?
Nulversie. Dus mijn meest recente. Of misschien mijn volgende boek, want dat is een raadsel dat ik nog aan het oplossen ben.

Wie van uw tijdgenoten wordt er over honderd jaar nog steeds gelezen?
Toen ik zelf begon met het lezen van Nederlandse literatuur, dat was begin jaren negentig, was er een stroming met jonge mannelijke schrijvers. Daar maakten bijvoorbeeld Joost Zwagerman, Ronald Giphart en Arnon Grunberg deel vanuit. Van deze groep denk ik dat vooral Grunberg iets doet wat goed bestand is tegen de tijd. Ik merk dat hij sindsdien steeds weer op een andere manier gelezen wordt. Ik kan me dus goed voorstellen dat zijn boeken over honderd jaar op weer een andere manier worden gelezen. Alhoewel ik er geen geld op in zou zetten.

Welk boek zou iedereen op zijn achttiende gelezen moeten hebben?
Toen ik op de middelbare school zat, wilde ik alleen maar hedendaagse schrijvers lezen. Daar kon ik me het best toe verhouden. Maar er was een uitzondering, namelijk Dichtertje van Nescio. Dat zei alsnog iets over mijn leven toen, maar maakte mijn wereld wel groter. Ik denk dat dat belangrijk is als je volwassen wordt: dat je iets leest wat klopt met je eigen ervaringen maar wat je tegelijkertijd uitdaagt om je beleving net iets breder te trekken.

Als u iets zou kunnen veranderen aan wat u heeft geschreven door de jaren heen, wat zou dat zijn?
Dat is erg dubbel. Aan de ene kant is er veel dat ik zou willen herschrijven. Ik ben een precieze schrijver, dus ik zie altijd wel zinnen die scherper zouden kunnen. Ook lees ik in mijn oudere werk een zekere aanstellerigheid, zoals dat gaat als je jong bent. Maar uiteindelijk zou ik niets veranderen. Het is toch een soort geschiedvervalsing. De verhalen die vroeger heb geschreven, kloppen met wie ik toen was.

Welk boek, geschreven door iemand anders, zou u zelf geschreven willen hebben?
Er zijn veel boeken die jaloersmakend zijn, maar die hadden maar door één schrijver geschreven kunnen worden, zoals mijn eigen boeken ook alleen door mij geschreven zouden kunnen zijn. Als ik zo’n jaloersmakend goed boek lees, spoort het me juist aan om zelf te gaan schrijven. Het wekt geen frustratie bij me op.

Er staat een tafel langs de Seine klaar, met een rood geblokt laken, twee wijnglazen, een kaars. Obers in jacquet staan paraat. Welk personage uit de wereldliteratuur zou u voor een diner uitnodigen?
Mag ik ook een literaire wereld kiezen? Personages in een film bekijk je van een afstand – letterlijk. Een romanpersonage daarentegen is als een leeg vat waar je als lezer zelf in gaat zitten. Dan is de wereld die de schrijver oproept eigenlijk aantrekkelijker.

Vooruit. Een wereld mag ook.
Het is misschien niet een heel aantrekkelijke wereld maar ik zou graag eens rondlopen in American Psycho. Maar met die mensen wil ik natuurlijk niks te maken hebben.

Welke klassieker heeft u tot uw grote schaamte nooit gelezen?
Er zijn heel veel klassiekers die ik niet heb gelezen. Maar niet alle klassiekers zijn even relevant voor mij. Een roman die hoog op mijn leeslijst staat is De toverberg, het lievelingsboek van mijn vader.

Paolo Sorrentino of Wes Anderson?
Ze lijken best wel veel op elkaar eigenlijk. Ze roepen allebei een heel specifiek en ook heel romantisch universum op. Maar dan toch Anderson.

Camus of Houellebecq?
Houellebecq.

Hockney of Warhol?
Warhol. Ik hou ook erg van Hockney maar Warhol is misschien wel mijn favoriete kunstenaar ooit.

Tolstoj of Dostojevski?
Dostojevski.

Hemingway of Fitzgerald?
Fitzgerald.