Welk boek geschreven door iemand anders zou u zelf graag geschreven willen hebben?
Niks eigenlijk. Een boek is altijd een resultaat van wie je bent. Dus als ik zeg dat ik het boek van een ander had willen schrijven, zeg ik eigenlijk dat ik iemand anders had willen zijn. En dat is meestal niet het geval. Of telt Waar is Wally ook mee? Dat was wel een lucratieve greep geweest.
Heeft een recensent ooit iets kritisch over u geschreven waarvan u dacht: hij of zij heeft een punt?
O vast wel! Maar ik lees recensies altijd maar één keer omdat ik bang ben dat er zinnen, positieve of negatieve, uit die stukken door mijn hoofd blijven spoken bij het schrijven van een nieuw boek. Dat ik dan geloofde trucjes ga herhalen of zo. Mijn ambitie is om steeds weer iets nieuws te doen.
Welk boek ligt er naast uw bed?
Stiekeme signalen van Leonard Mlodinow. Dat is een populair-wetenschappelijk boek over het onderbewustzijn vanuit neurobiologisch perspectief. Ik lees het eigenlijk een beetje om in slaap te komen ook. Ik vind het namelijk zonde om literatuur te lezen voor ik ga slapen, omdat ik dan de laatste paar bladzijden niet meer meekrijg. En als schrijver weet ik hoezeer je op die enkele pagina’s kunt ploeteren.

Welk boek zou iedereen op zijn achttiende gelezen moeten hebben?
Tieners zouden wat mij betreft niets móeten lezen. Dat werkt alleen maar averechts. Op mijn veertiende moest ik Ivoren wachters van Vestdijk lezen en dat vond ik toen zo saai dat ik daarna een jaar lang geen boek meer opendeed. Maar als iemand me om tips zou vragen, dan zou ik Bright Lights, Big City aanbevelen. Dat heb ik rond mijn achttiende gelezen en het had een ontzettend opzwepende werking op mij.
Welke klassieker heeft u tot uw grote schaamte nooit gelezen?
Ik heb heel veel klassiekers niet gelezen, maar daar schaam ik me niet voor. Een canon is zo cultuur- en tijdgebonden, universele klassiekers bestaan sowieso niet.
Met welk van uw boeken heeft u de diepste band?
Nu met mijn laatste, Welkom in het Rijk der zieken. Maar dat is altijd wel zo. Het boek dat je als laatste geschreven hebt is nog helemaal vers en je praat er veel over. Maar ik houd van elk van mijn boeken, hoor! Misschien heb ik over tien jaar, als ik een tijd even niks heb geschreven, wel een favoriet.
Er staat een tafeltje langs de Seine klaar, met een roodgeblokt laken, twee wijnglazen en een kaars. Obers in jacquet staan paraat.
Welk personage uit de wereldliteratuur zou u voor een diner uitnodigen?
Misschien een beetje flauw, maar ik zit te denken aan Renate Dorrestein. Dat is geen fictief personage natuurlijk, maar zij heeft non-fictie geschreven over chronisch ziek zijn waarin zij in zekere zin zelf personage is. Ze had het chronisch vermoeidheidssyndroom en schreef daarover in een tijd waarin zulke aandoeningen veel minder serieus werden genomen dan nu. Al hebben mensen met chronische pijn en vermoeidheid het ook nu nog wel eens lastig. Dat onderwerp komt ook terug in mijn nieuwste roman.
Waar zouden jullie het over hebben?
Ik ben benieuwd hoe het voor haar was om daar toentertijd over te schrijven. Verder was zij ook een erg innemend persoon. Ik heb haar een keer ontmoet, tijdens de Literaire Quiz. Dat was zo’n leuke avond. Ik zou gewoon graag nog meer tijd met haar door willen brengen.
Wie van uw tijdgenoten wordt er over honderd jaar nog steeds gelezen?
Die is moeilijk. Het gouden ei van Tim Krabbé is wel een goede kandidaat misschien. Dat boek werd in mijn middelbare-schooltijd al veel gelezen – want lekker dun en spannend, en het mag ook nog eens op de lijst. Ik las laatst in een rapport dat het nog steeds razend populair is onder scholieren. Maar dan alsnog. Hónderd jaar?!
Wat is het interessantste dat u onlangs van een boek geleerd heeft?
Uitgebeend van Marcel van Silfhout gaat over schandalen in de Nederlandse voedingsindustrie. Er zit een hoofdstuk in over de Nederlandse Q-koortsepidemie van tussen 2005 en 2012. Ik las dat als research voor mijn nieuwe roman, waarin de hoofdpersoon Q-koorts oploopt. Veel mensen weten niet dat we hier in Nederland de grootste Q-koortsuitbraak ter wereld hebben gehad. Van Silfhout beschrijft heel precies welke fouten de overheid destijds heeft gemaakt. De privacy van de geitenboeren ging, even kort gezegd, boven de volksgezondheid. Een groot schandaal, eigenlijk.
Als u een schrijver zou kunnen zijn waar en wanneer dan ook, waar en wanneer zou dat zijn?
Soms ben ik jaloers op schrijvers die in een Engelstalig land geboren zijn en in het Engels schrijven, omdat je publiek dan groter is. Aan de andere kant weet ik natuurlijk nooit zeker of ik dan wel was opgemerkt, juist omdat die markt zoveel groter is. Ik merk steeds vaker dat er met het vertalen van een werk helaas altijd wel wat van de stilistische essentie verloren gaat. Qua ‘wanneer’ ben ik eigenlijk wel tevreden.
Als u geen schrijver zou zijn, wat zou u dan zijn?
Grafisch ontwerper. Ik maak zelf altijd schetsen voor de omslagen van mijn romans. Dat vind ik echt leuk. Vroeger deed ik dat ook al. Dan moest ik eerst van mijzelf de tekst van bijvoorbeeld mijn profielwerkstuk schrijven en daarna mocht ik dan als toetje de cover ontwerpen. Tekenen kan ik overigens weer totaal niet.
Als u iets zou kunnen veranderen aan wat u door de jaren heen geschreven hebt, wat zou dat dan zijn?
Niets. Niet dat ik alles even prachtig vind. Maar als je iets wil veranderen aan wat je vroeger geschreven hebt, dan wil je iets veranderen aan hoe je vroeger was. Alsof je wil dat je op een schoolfoto een andere trui aan had gehad. Terwijl dat juist ook iets vertederends heeft, dat je die niet al te goed gekozen trui toen wel erg mooi vond.
Wie zijn uw favoriete dichters?
Ellen Deckwitz, Lieke Marsman en Marieke Lucas Rijneveld.
Welke schrijver is naar uw mening het meest overschat?
Dat is een problematische term: overschat. Want dat betekent dat iedereen iets heel goed vindt, behalve jij. Overschat je in dat geval niet alleen jezelf dan? Ik kan een bestseller niet mooi vinden, maar er is wel degelijk iets goed gegaan als een boek veel mensen plezier geeft. Wie ben ik dan om te zeggen dat het een overschat werk is? Het is gewoon niets voor mij. Ik lees het dan toch lekker niet.
Hemingway of Fitzgerald?
Fitzgerald.
Tsjechov of Alice Munro?
Gekke combinatie. Tsjechov dan maar. Omdat ik zijn werk beter ken.
Jane Austen of Virginia Woolf?
Mag ik allebei kiezen?
Paolo Sorrentino of Wes Anderson?
Allebei niet. Naja misschien Wes Anderson. Voor het kiezen van de soundtrack van The Royal Tenenbaums.
Camus of Houellebecq?
Houellebecq, maar dat is wel een haat-liefde-verhouding.
Harry Mulisch of Willem Frederik Hermans?
Harry. Ik bewonder zijn grote greep. De ontdekking van de hemel: Engelen opvoeren als personages, de Stenen Tafelen laten stelen, de oerknal erbij, hop hop – ik vond dat heel inspirerend toen ik het als tiener las.