Wat was het leukste moment tijdens het schrijven van 23 seconden?
Als ik schrijf ervaar ik zelden een intens gevoel van geluk of plezier. Ik werk in volkomen concentratie, dat staat elk ander gevoel in de weg. Maar bij 23 seconden vond ik het mooi om de jeugdjaren van de hoofdpersoon in Amsterdam op te tekenen, in die totaal vreemde wereld van De Wallen, waar ik zelf ben opgegroeid. Dat een jong meisje daar dan komt, in alle onschuld, dat vond ik mooi om te schrijven. Het was bijna een zintuiglijke ervaring, een euforisch gevoel.
Welk boek ligt naast uw bed?
Een boek van een Ierse schrijver, Kevin Barry. Dark Lies the Island is een prachtige verhalenbundel. Barry heeft er, net als meer Ieren, patent op om van lower class people grootse literatuur te maken. Hij heeft een levendige, intense stijl. Het valt me op dat zo iemand hier in Nederland niet veel gelezen wordt. Barry is zó goed.
Als u iets zou kunnen veranderen aan wat u heeft geschreven door de jaren heen, wat zou dat zijn?
Ik vind dat je niet aan je afgeronde werk moet komen, behalve als er evidente onjuistheden in staan. Als ik Dichter op de Zeedijk nu, vijfentwintig jaar later, zou herschrijven, dan zou dat heel vreemd voelen. Het is het boek geworden dat ik toen schreef, het heeft geen zin om dat met de kennis van nu te herschrijven. Het aardige is nu juist dat je schrijft wat je op dát moment intrigeert. Het is een soort tijdcapsule, daar moet je niet aan willen komen.
Welk boek, geschreven door iemand anders, zou u zelf geschreven willen hebben?
Don Delillo schreef Libra, over de moord op John F. Kennedy. Wie gaat daar nog een boek over schrijven? dacht ik aanvankelijk. Maar het is zó mooi. De paranoia van die tijd gedurende de Koude Oorlog, het mythische zelfbewustzijn van een natie – het komt allemaal aan bod. Libra is een monument dat ik graag zelf had willen schrijven.
Wie van uw tijdgenoten wordt over honderd jaar nog steeds gelezen?
Dat vind ik heel moeilijk. Hoelang worden auteurs als Vestdijk of Bordewijk nog gelezen? Hedendaagse schrijvers zijn we over honderd jaar wel vergeten, vrees ik. Ik zie geen romans die op termijn bestand zijn tegen de concurrentie van Netflix, om maar iets te noemen. Maar misschien is er wel een boek waar wij nu overheen kijken.
Wat is de beste sterfscène in een roman?
Under the Volcano van Malcolm Lowry bestaat uit één grote sterfscène. Het verhaal gaat alleen maar over de dood en hoe de hoofdpersoon zichzelf de vernieling in drinkt. Als hij uiteindelijk sterft, wordt hij in een ravijn gegooid. Tot in de laatste seconden maakt hij zich een voorstelling van hoe het leven had móeten zijn, maar hoe het niet was. De laatste zin is geweldig: ‘Somebody threw a dead dog after him down the ravine.’ Hoe bedenk je het?
Wie zijn uw favoriete dichters?
Jaren geleden moest ik ergens voorlezen waar Bernlef ook aanwezig was. Hij had het werk van een Zweedse dichter meegenomen, Tomas Tranströmer, prachtig vertaald door Bernlef zelf. Hij droeg het zo mooi voor dat ik de volgende dag direct naar de boekwinkel ben gegaan voor het werk van Tranströmer. Hij is voor mij onlosmakelijk verbonden met Bernlef, een groot schrijver en een mooi mens. Misschien is Hersenschimmen wel een blijvertje, nu ik er zo over denk.
Welke schrijver of welk boek is het meest overschat?
Naar mijn idee is A Little Life van Hanya Yanagihara ontzettend overschat. Dat was een jaar of vijf geleden populair, maar het leek wel veredeld workshopproza, veel te commercieel en schematisch allemaal. Alles aan dat boek was té. Ik heb het ook niet uitgelezen. Dat zegt wel genoeg.
Als u een schrijver zou kunnen zijn waar of wanneer dan ook, waar en wanneer zou dat zijn?
Ik denk dat veel Nederlandse schrijvers het jammer vinden dat we deel uitmaken van zo’n klein taalgebied. Nederland is niet bepaald een writer’s gold mine. Maar waar wel? In Spanje vind ik de geschiedenis bijzonder interessant, alleen de tijd van Franco is al de moeite waard.
Heeft een recensent ooit iets kritisch over u geschreven waarvan u dacht: hij of zij heeft een punt?
Schrijvers zijn allemaal kleine kinderen, dus we ervaren kritiek vaak negatief. Maar ik vind dat het meningen zijn die ertoe doen. Ik doe vaak iets anders dan in mijn vorige boek, ik schrijf in een ander genre of in een andere setting. Als een recensent dan vindt dat het niet goed gelukt is, kan ik het daar best mee eens zijn.
Wat is qua lezen uw ‘guilty pleasure’?
Soms vind ik het fijn om een typisch Amerikaanse thriller te lezen – rechttoe, rechtaan, met de typische plotwendingen waar thrillers om bekend staan. De clichés buitelen over elkaar heen, maar ik kan er tóch van genieten. Het is strikt genomen onder de maat, het is geen literatuur, maar ik lees het wel met genoegen. Niet als schrijver, maar als onbevangen liefhebber van verhalen, hoe simpel ook.

Met welk van uw boeken heeft u de diepste band?
In 23 seconden heb ik ook mijn eigen jeugd verwerkt. Dat zit diep, dat voel ik. Natuurlijk heb ik vaker romans geschreven die zich in Amsterdam afspelen en een bepaald deel van het verhaal van de stad vertellen, maar dit had ik nog niet eerder gedaan. Het hedendaagse toerisme in Amsterdam heb ik afgezet tegen een grimmige periode, twintig jaar geleden. Daardoor heb ik een diepe band met 23 seconden.
Er staat een tafeltje langs de Seine klaar, met een roodgeblokt laken, twee wijnglazen, een kaars. Obers in jacquet staan paraat. Welk personage uit de wereldliteratuur zou u voor een diner uitnodigen?
Als we toch in Frankrijk zijn, denk ik aan het hoofdpersonage uit L’étranger van Albert Camus, Meursault. Ik krijg geen grip op die figuur. Hij pleegt een moord en heeft zelf geen idee waarom. Meursault is een echte nihilist en weigert zich adequaat te verdedigen. Ik heb L’étranger vijf keer gelezen, Meursault is mijn hele leven met me meegegaan. Waarom is hij zoals hij is? Dat vraag ik me af. Misschien is hij bereid iets meer van zichzelf prijs te geven dan Camus in zijn roman heeft toegestaan.
Welk boek zou iedereen op zijn achttiende gelezen moeten hebben?
Je moet er echt aan toe zijn om een bepaald boek te lezen. Daarom denk ik aan Kleine Memed, een coming-of-age van de Turkse schrijver Yashar Kemal. De roman stelt alle levensvragen die op jonge leeftijd van belang zijn: wat is loyaliteit? Wat is eenzaamheid of schuld? Wat is een goed leven? Tijdens het lezen heb je niet door dat die vragen aan de orde komen, maar ze blijven je wel bij.
Welke klassieker heeft u tot uw grote schaamte nooit gelezen?
Heel wat, hoor. Don Quichot heb ik bijvoorbeeld niet gelezen, terwijl ik toch een diepe band heb met Spanje. Dat wringt behoorlijk. Misschien is dit wel een mooie aanleiding om die eens naast mijn bed te leggen.
Proust of Joyce?
Joyce, maar dan vanwege z’n korte verhalen. Die doen me meer dan Ulysses.
Zadie Smith of Joan Didion?
Smith
Harry Mulisch of W.F. Hermans?
Hermans. Daar hoef ik geen seconde over na te denken. De donkere kamer van Damokles zou nog weleens een lange adem kunnen hebben.
Jane Austen of Virginia Woolf?
Austen
Haruki Murakami of Philip Roth?
Zonder twijfel Roth. Na Norwegian Wood vond ik Murakami tegenvallen.
Van der Heijden of Grunberg?
Van der Heijden. Zijn oeuvre is in de breedte onovertroffen.