Wat was het leukste moment tijdens het schrijven van Knikkerkoning?
Het boek gaat voor een groot deel over mijn ouders en het was heel leuk om me in hun levens te verdiepen. Tijdens het schrijfproces was ik het gelukkigst toen ik de eerste versie af had en het me gelukt was de personages tot leven te wekken. Daarna kwam de kwelling pas, ik twijfelde over de directe stijl en was eindeloos aan het verbeteren.

Welk boek ligt naast uw bed?
Madame Bovary, van Gustave Flaubert. Het boek was van mijn overleden moeder, het was een van de laatste boeken die zij heeft gelezen. Ik draag het al jaren mee. Je kan het maar één keer voor de eerste keer lezen en ik heb het lang uitgesteld. Het gaat ook over iemand die probeert te vluchten en naar een groots leven verlangt, maar dat geluk uiteindelijk niet vindt. Toen ik mijn eigen roman had afgerond, dacht ik: nu is het tijd.

© Hans Willem Gijzel

Als u iets zou kunnen veranderen aan wat u heeft geschreven door de jaren heen, wat zou dat zijn?
Niets, in de laatste fase van een bundel of een boek weeg ik elk woord, elk zinnetje zo zorgvuldig af dat als het naar de drukker gaat, ik zeker weet dat dit het beste werk is dat ik had kunnen maken.

Wie van uw tijdgenoten wordt over honderd jaar nog steeds gelezen?
Niemand, of in ieder geval bijna niemand. De manier waarop we nu lezen zal over honderd jaar sowieso niet meer bestaan. Misschien dat we literatuur in 2121 op een heel andere manier tot ons nemen. Wie weet wordt er nog een tussenvorm uitgevonden tussen een boek en een film of stoppen we iets onder onze huid en ontvouwt zich een heel verhaal in ons hoofd. Verhalen zullen wel altijd blijven bestaan, want die zijn essentieel.

Wat is de beste sterfscène in een roman?
In De laatste zomer van de stad van Gianfranco Calligarich voel je eigenlijk door het hele boek heen dat het leven van hoofdpersoon Leo zal eindigen in Rome. Als hij naar de eeuwige stad verhuist is hij eind twintig, alles is nog mogelijk en de wereld ligt aan zijn voeten. Dat beeld trekt me aan, als je jong bent leef je heel intens. Het is ergens jammer dat het leven vaak minder intens aanvoelt als je ouder wordt, maar dat is onvermijdelijk als je wil overleven. Leo verliest een goede vriend en zijn lief laat hem barsten. Aan het einde van het boek trekt hij zijn witte pak aan en sleept zijn koffer vol met boeken het strand op. De rest kun je zelf wel invullen.

Wie zijn uw favoriete dichters?
Toon Tellegen was de eerste dichter die me met zijn poëzie kon raken. Ik ben ook fan van Tjitske Jansen, de Vlaamse dichteres Maud Vanhauwaert en Wisława Szymborska. Ze gebruiken eenvoudige taal. Ik hou van scherpe beelden, maar niet van paginalange beschrijvingen van ruimtes of gebeurtenissen. Als een dichter drie strofen besteedt aan het schetsen van een kamer haak ik af.

Welke schrijver is naar uw idee het meest overschat?
Dat zou ik niet weten, want als ik een boek van een schrijver niet goed vindt, dan lees ik de schrijver niet meer.

Als u een schrijver zou kunnen zijn waar of wanneer dan ook, waar en wanneer zou dat zijn?
In de zomer zou ik in het New York van de jaren zestig wonen. Ik zou leven tussen de kunstenaars, schrijvers en vrijbuiters in het Chelsea Hotel. In de winter zou ik naar India vliegen om onderdeel te worden van de hippie-community. Ik heb er misschien een geromantiseerd beeld van, maar ik krijg het idee dat de mensen in de jaren zestig nog het gevoel hadden dat de wereld maakbaar was. Ik heb gelukkig nog een staartje meegemaakt van de hippietijd. Mijn ouders waren hippies en ik ben heel vrij opgevoed.

Heeft een recensent ooit iets kritisch over u geschreven waarvan u dacht: hij heeft een punt?
Niet echt, nee. De meeste recensies zijn ook nog lovend, hopelijk blijft dat zo.

Wat is qua lezen uw ‘guilty pleasure’? En daarbuiten?
Ik kijk graag naar moordmysteries en documentaires over gezinnetjes waarin alles aanvankelijk perfect lijkt aan de keukentafel maar ze elkaar uiteindelijk allemaal afslachten. Ik ben ook dol op van die foute Netflixseries over Amerikaanse seriemoordenaars, zo’n beetje alles in de lijn van Making a Murderer. Verder kijk ik graag naar Memories, dat is een programma waarin mensen van alle leeftijden hun eerste liefde proberen terugvinden.

Heeft u verborgen talenten? Als u geen schrijver zou zijn, wat zou u dan zijn?
Chefkok of fotograaf. Bij beiden beroepen ben je op de achtergrond bezig, maar maak je toch mooie dingen en soms zelfs grootse dingen die mensen voor de rest van hun leven in hun herinneringen meedragen. Dat is met schrijven ook zo. Voor het nieuwe jaar heb ik mezelf voorgenomen weer meer foto’s te gaan maken. In Helsinki fotografeerde ik dakloze alcoholisten. Als ze de camera zien reageren ze vaak bozig, maar dan kalmeer ik ze door ze te vertellen dat ze heel mooi zijn of dat het licht zo mooi op hen valt.

Er staat een tafeltje langs de Seine klaar, met een wit laken, twee wijnglazen, een kaars. Obers in jacquet staan paraat. Welk personage uit de wereldliteratuur zou u voor een diner uitnodigen? En waarover zouden jullie het hebben?
Als ik een personage zou moeten kiezen zou ik voor Raskolnikov gaan uit Misdaad en straf, maar het liefst dineer ik met een schrijver. Ik voel me verwant met Miranda July, met haar zou ik urenlang kunnen praten over haar absurdistische boeken en films. Haar personages zijn eenzaam, lopen net een beetje uit de pas en begeren geborgenheid. Aan het einde van de avond zouden we het misschien nog even over de zinloosheid van het bestaan hebben.

Welk boek zou iedereen op zijn achttiende gelezen moeten hebben?
Op mijn zestiende was ik op een camping met een vriendin en haar ouders. Alle knappe jongens wilden met mijn vriendin zoenen. Alleen de lelijke kleine jongens met een beugel wilden mij hebben. Ik trok me vaak terug in mijn tentje en droomde weg in Liefde in tijden van Cholera van Gabriel García Márquez. Alles zit erin: liefde, de dood, vergankelijkheid. García Márquez heeft me geleerd dat ik geduld moet hebben in de liefde.

Wat is het interessantste dat u onlangs van een boek geleerd heeft?
Ik kan niet iets concreets noemen, omdat het leerproces heel geleidelijk gaat.

Camus of Houellebecq?
De vreemdeling is prachtig, maar van Houellebecq heb ik meer gelezen.

Tolstoj of Dostojevski?
Dostojevski

Maartje Wortel of Esther Gerritsen?
Maartje Wortel, prachtig debuut.

Tsjechov of Munro?
 Tsjechov
 
Austen of Woolf?
 Jane Austen

Haruki Murakami of Philip Roth?
Murakami, het is altijd goed toeven in zijn wereld.

Wes Anderson of Michael Haneke?
Haneke, hij is eigenlijk een soort Houellebecq onder de filmmakers.