
Waarom schreef u Meisjes uit het dorp?
Ik wilde al heel lang een boek over vriendschap schrijven, maar op een gegeven moment werd mijn oorsprong als thema belangrijker. Na het overlijden van mijn zus wist ik dat het boek over vriendschap er toch moest komen, want het niet hebben van vriendinnen heeft absoluut te maken met het hebben van een zus met veel vriendinnen. Daarnaast wilde ik graag de setting van die tijd recreëren en vond ik het belangrijk om te schrijven over hoe trauma’s van je ouders vriendschappen kunnen beïnvloeden.
Het boek heeft autobiografische kenmerken, wat zijn de verschillen tussen u en Ramona?
In eerste plaats is Ramona nooit, zoals ik, een man als Ivan Wolffers tegengekomen, dat is essentieel. Ze mocht van mij ook niet haar soulmate ontmoeten, of zich er in ieder geval niet voor open stellen. Daarnaast was ik wel openhartiger als kind dan Ramona is, misschien niet meteen maar op den duur wel. Ik had ook niet zo'n heftige traumatische ervaring meegemaakt als Ramona. Ik was als kind ook meer argwanend, waardoor zulke bepaalde situaties niet makkelijk hadden kunnen escaleren bij mij.
In het voorwoord vermeldt u dat uw kleinkinderen u veel over vriendschap hebben geleerd. Wat precies?
Ik hoef niet zo nodig met mensen te zijn om me lekker te voelen, maar dat betekent dus ook dat je minder snel in vriendschappen investeert. Dat was vroeger ook zo, ik vond het altijd vervelend als vriendinnen mee naar huis kwamen. Het gebeurde wel vaak, maar ik wilde liever met mijn eigen gedachten en verbeelding bezig zijn. Bij mijn kleindochters is dat anders, ze zitten altijd met hun vriendinnen in hun hoofd, vanzelf. Vanaf jonge leeftijd waren ze daar eigenlijk al mee bezig. Het plezier dat vriendschap mijn kleindochters geeft en dat het hun leven volmaakt, vind ik behoorlijk leerzaam. Onderzoek heeft ook uitgewezen dat mensen die in vriendschap investeren gelukkiger en ouder worden. Voor mij ging familie juist altijd voor. Misschien moet ik dat veranderen om gelukkig oud te worden.
Weten Nederlanders genoeg over het koloniale verleden?
We vinden het moeilijk om het erover te hebben, maar het is juist heel belangrijk aangezien mensen uit het Westen door hun hebzucht ertoe kwamen om mensen elders te onderdrukken. Bovendien profiteren we vandaag de dag nog steeds van de rijkdommen die we dankzij overheersing hebben vergaard. Het collectief bewustzijn, wat betreft Nederland, verandert in dat opzicht erg traag. Ik ben van mening dat dat bewustzijn alleen kan veranderen door de juiste scholing, goede musea, aandacht van de media, en dat de overheid hier ook een belangrijke rol in speelt. Maar zorg in ieder geval dat er hele goede geschiedenisboeken zijn.
U heeft een behoorlijk oeuvre opgebouwd, al vanaf jonge leeftijd. Hoe begon u met schrijven?
Vanaf mijn zesde was ik al aan het schrijven. Maar zelfs daarvoor was ik altijd al verhalen aan het vertellen aan mijn zus, neven en nichtjes. Daarnaast was mijn moeder ook een grote stimulans om creatief bezig te zijn. We mochten troep maken, schilderen, boekjes naaien, verhaaltjes schrijven, noem het maar op. Maar het was eigenlijk ook een manier om in mijn kracht te zitten, dus als er moeilijke tijden waren, of als het thuis niet altijd even fijn was, ging ik schrijven om mezelf veilig te voelen.
Waar bent u het meest trots op?
Ik ben trots op mijn zoon, eigenlijk mijn hele familie. Uiteindelijk gaat het daarover, niet dat ik er iets aan gedaan heb, maar ik ben blij dat ze zulke fijne mensen zijn. Maar ik ben ook trots op mijn discipline; alleen talent is niet genoeg, je moet er ook hard voor willen werken. Je moet bijvoorbeeld heel sterk zijn om al die invloeden van buitenaf tegen te houden, daarom heb ik vrienden niet altijd toegelaten, het is namelijk echt monnikenwerk. Alleen familie stond ik toe om me uit mijn werk te halen. Als mensen mij vertellen dat ze een boek willen schrijven, zeg ik meestal dat ze eerst moeten stoppen met al die vriendschappen. Anders heb je simpelweg geen tijd om een boek te schrijven.
Dus dat is uw ultieme schrijftip?
Eigenlijk wel ja, die vriendschapkraan moet dicht, anders komt er echt geen boek uit je vingers.
Welk boek zou iedereen op zijn achttiende gelezen moeten hebben?
Mooie meisjesmond. Iedereen is in het begin aan het kneuteren op het gebied van de seksualiteit, maar ik vind dat meisjes moeten leren om zich te wapenen tegen datgene waar ze misschien nog helemaal niet aan toe zijn. Bovendien denk ik dat jongens wel wat meer mogen leren over wat meisjes eigenlijk willen.
Welke klassieker heeft u tot uw schaamte nog nooit gelezen?
Ik heb ze eigenlijk allemaal wel gelezen, maar ben er heel veel vergeten. Ik heb sommige boeken wel vijf of zes keer gelezen, terwijl ik dat bij Nederlandse klassiekers, behalve Max Havelaar, nooit echt heb gedaan, dus dat zegt waarschijnlijk wel genoeg.
U gaf in een eerder interview aan dat u, als schrijfritueel, ook wel luistert naar klassieke muziek. Welke muziek precies?
Het is heel gek, maar sinds mijn man is overleden kan ik niet meer naar dezelfde muziek luisteren, het heeft nu een heel ander effect. Maar waar ik nu nog wel graag naar luister zijn gregoriaanse koren. De preludes van Chopin en Satie mogen van mij ook eindeloos doorgaan. Javaansche traditionele muziek is overigens ook heel fijn om naar te luisteren. Maar het mag sowieso geen Stravinsky of Tsjaikovski zijn, en zeker geen Rachmaninov. Die Russische componisten bemoeien zich te veel met mijn inhoud, dan krijg ik ruzie met ze. En Mozart ook niet, die is te aanwezig. Als de klassieke muziek te veel een verhaal vertelt, dan kan ik niet meer schrijven.
Welke schrijver is onderschat?
Frans Lopulalan. Ik vind dat hij na zijn boek Onder de sneeuw een Indisch graf meer lof had moeten krijgen. Als een boek goed ontvangen wordt, of gewoon een aanmoedigingsprijs krijgt, dan wordt iemand gestimuleerd. Wanneer je uit een milieu komt waar niet veel gelezen wordt en je door je schrijfkracht sommige mensen op de tenen trapt, is het extra moeilijk om met een volgend boek te komen. En het boek was heel goed.
En welke schrijver is overschat?
Daar ga ik niet te veel over zeggen, dat is niet aan mij.
Heeft u een verborgen talent?
Ik ben heel goed in het detecteren van smaken. Ik proef als ik ergens ga eten bijvoorbeeld precies welke kruiden ze hebben gebruikt. Dat is eigenlijk af en toe behoorlijk vervelend. Ik lust bijvoorbeeld geen munt, maar zelfs als kruiden ermee in aanraking zijn geweest, dan proef ik dat. Eigenlijk is het niet echt een talent dus… meer een last. (lacht)
Als u een schrijver zou kunnen zijn waar en wanneer dan ook, waar en wanneer zou dat dan zijn?
In ieder geval niet te lang geleden, dan kon ik als vrouw mijn werk niet doen. Het zou misschien makkelijker zijn als ik Geen gewoon Indisch meisje en alle andere boeken vijftig jaar later had uitgebracht, want dan was de tijd er meer rijp voor geweest. Ik vond het soms heel eenzaam om over een thema te schrijven waar nog niets of weinig over geschreven was, maar ik denk dat daar ook mijn kracht in lag. Ik heb vroeger een helderziende gekend die mij vertelde dat ik altijd voor de moeilijkste weg kies, dus als er meer draagvlak voor was geweest, had ik het waarschijnlijk niet gedaan.
Met welk van uw boeken heeft u de diepste band?
Mijn drieluik denk ik, vooral Een meisje van honderd zit heel diep bij mij. En natuurlijk Matabia en Vaders van betekenis. Maar ik ben ook heel erg trots op de boeken over de eilanden Bali, Java en Sumatra vanwege de prachtige samenwerking met mijn man. Als iemand het drieluik niet leuk vindt, vat ik dat niet persoonlijk op, terwijl dat een ander verhaal zou zijn bij de boeken over de eilanden. Ze liggen heel dicht bij mijn hart, het is een symbool van de liefde tussen Ivan en mij.
Er staat een tafeltje langs de Seine klaar, met een wit laken, twee wijnglazen, een kaars. Welk personage uit de wereldliteratuur zou u voor een diner uitnodigen?
Mag ik ook mijn man zeggen? Ik zou heel graag weer met hem willen praten over het schrijven, de geschiedenis, de wetenschap, de huidige samenleving en het leven in het algemeen. Ook al zijn er veel interessante personages, ik praat met niemand liever dan met hem.
Wat is uw favoriete Boekenweekgeschenk?
O jee, dat weet ik eigenlijk niet meer… (scrolt door de lijst) Waarom ben ik eigenlijk nooit gevraagd?
Hella Haase of Maria Dermoût?
Maria Dermoût
Monet of van Gogh?
Die vind ik moeilijk… Maar dan kies ik denk ik toch maar voor Van Gogh.
De Beauvoir of Duras?
Marguerite Duras
Max Frisch of Herman Hesse?
O, deze is helemaal niet fijn! Maar doe dan toch maar Max Frisch. Met zijn boek Gantenbein inspireerde hij mij tot het doorzetten van het idee van Geen gewoon Indisch meisje. Iemand die je weet te inspireren om datgene te doen waar de mensen om je heen niet altijd evenveel vertrouwen in hebben, is bewonderenswaardig, vind ik.