© Johan Jacobs

Wat was het leukste moment tijdens het schrijven van Net echt?
Dat moment was de hele maand februari. In het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen was ik een soort levend kunstwerk, The Author is Present. Als ik nu terugdenk aan het museum, dan voelt het als een droom bijna, een liefdesverhouding met een hele mooie afloop. Er was één dag, 16 februari, waar opeens alles samenkwam. Ik had echt een soort van, ja, goddelijk inzicht. Ik heb toen heel veel uit mijn verhaal gesmeten, en ook mijn eigen stem in het verhaal kunnen verweven.

Je schrijft: ‘Hier ben je dan, met je eigen verhaal verpakt als dat van andere mensen.’ Wat voegt die stem van de auteur voor jou toe aan het boek?
Het is niet zozeer een toevoegen, maar echt een totale verwevenheid. Dat vond ik eigenlijk heel noodzakelijk. Ik zit in het decor met mijn personages, ik hang er niet boven als een soort grote poppenspeler die alles bestuurt. Het zijn de passanten of voorbijgangers zoals de bezoekers in het museum: je raakt elkaar, zonder dat je elkaar hoeft te kennen.

Hoe ben je erbij gekomen om Net echt in het KMSKA te schrijven?
Ik heb een creatieve partner, Inge Jooris, en wij hebben al vaker van die grote performances gedaan met publiek, bijvoorbeeld Woordfront, waarbij vijftienhonderd mensen door de straten liepen en scandeerden zodat die woorden als een soort golf door de stad gingen. Lezen is eigenlijk heel een-op-een, iets heel intiems. Schrijven uiteindelijk ook. Maar er zijn een aantal puntjes waar woorden in beweging kunnen komen, echt levend worden. Beeldend kunstenaar Rinus Van de Velde heeft bijvoorbeeld ook eens bij een boek van mij werk gemaakt. Ik vind het altijd mooi als woorden zich transformeren tot iets anders.

Hoe overlappen verschillende kunstvormen in jouw creatieve proces?
Ik ben eigenlijk geen beeldend kunstenaar hoor, dat is een leugen van het internet. The Author is Present was wel teruggrijpen naar het kind dat ik was, dat heel gretig en gulzig iets wilde maken. Mijn ouders werden daar knettergek van, van al die rommel. Dus ik werd positief verbannen naar het tuinhuis, waar ik in een hoek helemaal mijn gang kon gaan. Dat heb ik bijna nagemaakt in het museum. Ik merkte daar dat ik ook weer op de muren begon te schrijven en me het daar op die manier eigen maakte.

Wat is jouw ideale schrijfomgeving, een tuinhuis?
Ik zou mijn ideale schrijfomgeving misschien eerder negatief definiëren. Wat er gewoon niet mag zijn is te veel afleiding. Maar dat is natuurlijk een mentaal iets, hè. Ik heb het geprobeerd: waar zou ik niet kunnen schrijven? Bijvoorbeeld bij de kapper? Daar heb ik ook al een column geschreven.

Waarom heet je boek Net echt?
Dat heeft natuurlijk te maken met het feit dat er heel veel van mijn eigen verhaal in zit, waar ik ook sans gêne over wil vertellen. Ik heb het zelf meegemaakt, overspel, en ben weggelopen. Ik heb me er heel lang over geschaamd, maar nu wilde ik daar echt over schrijven. Bij mij vertrekt dat heel vaak vanuit één beeld, en dat was hier het kind in het raam. Ik dacht: hier zit heel veel materiaal in. Voor mij is dit ook wat literatuur vandaag nog relevant maakt. Een goed plot of een goede thriller, dan ga je toch gewoon naar Netflix? De essentie van literatuur zit voor mij in de vraag: hoe ga je om met het leven?

Maar het boek heet ook zo omdat het gaat over een verstedelijkte middenklasse. Er zit een heel hoog theatraal gehalte in wat we doen, van: kijk, ik werk aan mezelf, kijk, ik zit hier met een perfecte latte. We proberen via woorden dingen te benoemen, en daardoor te controleren. Het is echt, het is Net echt.

Net echt gaat over een gezin dat uit elkaar valt, is dat ook een vorm van doen alsof?
Ja, ik denk dat een gezin en iedere constellatie altijd een beetje doen alsof is. Dat is ook niet per se negatief. Helemaal authentiek zijn: ik geloof niet echt dat dat kan. Dat vind ik het boeiende aan de gezinsvorm, dat is ook een theater, dat is een spel. De vraag is alleen: wanneer val je uit je rol? Als bijvoorbeeld Max en Manon bij de therapeut zitten, is hun taal helemaal anders dan wanneer ze nog het gezinnetje spelen.

Er komen veel hedendaagse thema’s voor in je boeken. Waarom vind je dat belangrijk?
We zitten denk ik wel in een paradigmawissel op veel vlakken. Artificiële intelligentie bijvoorbeeld, en klimaat: dat zijn urgente vragen. Dus in literatuur wil ik daar ook mee bezig zijn, en niet vluchten in een ver verhaal. Ik zag dat Ilja Pfeiffer weer met een historische roman komt. Dat zal een groot succes worden, dat weet je nu al. Ergens is dat ook veilig, hè? Dan denk ik dat het misschien nog wel moeilijker is om te vertrekken vanuit het hier en nu. Dat is denk ik ook relevanter.

Zie je voor je dat je lezers snel of langzaam lezen?
Ik was bang dat mijn boek heel erg op elkaar gepropt zou zijn, maar er zit lucht in. Ik wil toch wel een soort toegankelijkheid in de leeservaring waarin de taal je meeneemt. Het is ook geen dik boek geworden. Ik geloof niet in de overtuiging een monumentale roman neer te zetten. Ik vind dat een heel mannelijke, machistische opvatting van literatuur.

Met welk personage uit Net echt zou je het liefst op de koffie willen?
Ik zou met alle drie een familieopstelling gaan doen. En jij dan als therapeut? Ja, natuurlijk. De schrijver is eigenlijk een therapeut. Mijn personages liggen ergens op de sofa. Alle personages hebben ook heel onhebbelijke kantjes. Ik heb geen voorkeur.

Op welke plek zou je lezers aanraden je boek te lezen?
Op de hoogste bergtop, ergens in een mooi Japans bergdorp. Omdat ik daar zelf zou willen zijn. Ik vind het altijd heel leuk om te weten waar lezers zijn, omdat je een boek vasthangt aan een plek. Ik zou daar zelf wel heel graag naartoe willen gaan, omdat er dan een soort wolkje van herinnering zweeft dat ik dan later kan gaan oppikken.

In Net echt gooit iemand een telefoon in zee. Wat is jouw relatie met online verbonden zijn?
Om het in modieuze termen te zeggen: een soort toxische relatie, denk ik. Het kan heerlijk zijn, maar het kost ook gewoon veel tijd en energie. Dat je denkt: ik kan er maar beter mee stoppen. Dat heb ik in februari gedaan tijdens de performance en dat beviel echt. Maar ik kan de voordelen er ook wel van zien. Een wereld zonder, het alternatief kunnen waarderen: dat is wel nodig.

Heb je zelf weleens een ijsbad genomen, zoals Max in Net echt?
Nee, want ik ben het type dat als het veertig graden is, en iedereen in het water zit, nog steeds overtuigd moet worden. Dan zou ik wel een heel erge weddenschap moeten verliezen. Of misschien als performance art? Dat is waar, dan zou ik het doen.

Welk boek van jezelf zou je verfilmd willen zien?
Ik denk dat Net echt het meest verfilmbaar is. Wat mij de grootste uitdaging lijkt is mijn debuut Vrije val, omdat dat echt, ja, een zeer buitenecht surrealistisch sprookje is. Dat zou een pittige uitdaging zijn.

Welk boek ligt er naast je bed?
Nu mijn boek er is kan ik inhalen, dus dat zijn er een paar. Ik heb nog nooit, blijkbaar is dat een schande, van Djuna Barnes Nightwood gelezen, dus daar ben ik in bezig. En ook Aantekeningen uit een kindertijd van Norah Lange. En een boek van Emy Koopman.

Welk feministisch stuk, boek of essay moet iedereen echt lezen, kijken of luisteren?
Moeilijk, maar ik zou bijvoorbeeld Bernardine Evaristo met Girl, Woman, Other aanraden omdat ik denk dat dat wel inzicht geeft in wat er allemaal speelt.

Wat is deze lente je meest beluisterde artiest of album?
Het is een soort romantische afwijking denk ik − ik ben heel erg Lana Del Rey-fan. A&W vind ik echt een óngelofelijk nummer. Over feminisme gesproken, ik vind dat ook een heel feministisch nummer. Of Caroline Polachek, vind ik ook heel goed. Ik luister ook wel veel elektronische muziek als ik aan het schrijven of lezen ben.

Welke stad in Europa zou je willen wonen als het niet Antwerpen was?
Ik heb een geschiedenis met Amsterdam en ik word er altijd blij. Maar ik zou heel graag in Parijs wonen. Nee, eigenlijk Napels. Het loopt en krioelt daar allemaal door elkaar, het is ook niet zo verhipsterd.

Vlaamse of Nederlandse literatuur?
Ik vind dat minderheden gesteund moeten worden, en ik merk heel erg dat er een blinde vlek voor is in Nederland, dus ik ga voor Vlaamse literatuur.

Jane Austen of Virginia Woolf?
Virginia Woolf.

Annie Ernaux of Annie M.G. Schmidt?
Ik vind gewoon: Annies united. Ik weet zeker dat die elkaar fantastisch zouden vinden.