
Welke boeken zitten er in uw koffer?
Ik heb er altijd meer dan een. Ik houd ervan om naar een restaurant te gaan en een stapeltje boeken mee te nemen. Ook al is het een beetje beschamend om er met meer dan twee te zitten. Op dit moment lees ik The Carrying van Ada Limón. Ik ben een laatbloeier wat betreft poëzie, ik begreep het eerst vaak niet waardoor het me ook frustreerde. Toen leerde ik begrijpen dat je het niet hoeft te begrijpen. Daarnaast heb ik ook een willekeurig boek op het vliegtuig gekocht, Beautiful Boy. Het is geschreven door een New York Times-journalist en gaat over de meth-verslaving van zijn zoon.
Wat is uw favoriete passage van uw eigen boek?
In de proloog zit er een belangrijk stuk, urbanity, over wat het betekent om een native in de grote stad te zijn. Het was het eerste stuk dat ik voorlas aan de native jongeren waarmee ik werkte, en zij waren erdoor geraakt. Zij hadden een oprechte emotionele reactie, terwijl je dat op andere momenten in geen honderd jaar van ze zou krijgen, ook al betaalde je ze. Dat was een ontzettend belangrijk moment voor mij, en het creëerde momentum voor de vijf jaar die volgden. Voordat ik ook maar wist dat dit stuk in de proloog zou eindigen.
Zou u iets willen veranderen aan uw boek?
Ik denk dat je je hele leven lang een boek zou kunnen herschrijven. Er is ontzettend veel wat ik zou willen veranderen. Maar ik denk ook dat schrijvers constant veranderen, en bij elk nieuw project zijn er verschillende gereedschappen die je kunt inzetten, of ogen die meekijken. Ik hoop dat ik over vijf jaar niet hetzelfde soort boek schrijf.
Wie van uw tijdgenoten denkt u dat over 100 jaar nog steeds gelezen wordt?
Ik denk dat de aarde er niet eens meer zal zijn over honderd jaar. Maar als dat wél het geval is, en we hebben nog steeds boeken en geen gek futuristisch alternatief, dan denk ik dat nog velen gelezen zullen worden. Ik heb net een boek uitgelezen van mijn favoriete dichter Ocean Vuong, On Earth We’re Briefly Gorgeous, het komt uit in juni. Ik hoop dat mensen hem nog in de toekomst lezen, hij is een fantastische schrijver.
Favoriete dichters?
Ik ben nieuw in de poëziewereld en durf nog geen ’favoriet‘ te bestempelen, daarvoor voel ik me nog niet gekwalificeerd genoeg. Ik ben nog steeds zoekende naar wat me precies aangrijpt in poëzie. Het voelt een beetje als toen ik literatuur voor het eerst ontdekte.
Het beste advies dat u ooit hebt gekregen?
De schrijver Pam Houston was een van mijn mentoren. Zij heeft me geleerd om compact te schrijven, en zinnen strak te krijgen. Meedogenloos woorden schrappen om een paragraaf leesbaar te maken. Zo respecteer je ook de lezer en zijn tijd. Sommige schrijvers behandelen hun zinnen als iets dierbaars. Maar schrijvers moeten lezers ook tegemoet komen; je mag een visie hebben maar je moet het toegankelijk houden. Mensen willen lezen, en jij wilt dat mensen lezen – dus houd het leesbaar.
Als u schrijver waar en wanneer dan ook kon zijn, waar en wanneer zou dat zijn?
Ik vind nu leuk. Het is een opwindende tijd in de wereld van uitgeverijen. Uitgevers zijn spannende en diverse boeken aan het publiceren. De geschiedenis van bijna alle literatuur draaide om een specifieke groep: witte, oude mannen. Die verhalen heb ik nu genoeg gehoord. Nu krijgen we toegang tot fantastische werelden die we al deze tijd recht voor onze neus hadden.
Heeft een recensent ooit iets over uw boek geschreven waarvan u dacht: je hebt een punt?
Ik heb veel geluk gehad met recensenten. Er waren wel mensen die geïrriteerd waren door de hoeveelheid personages in mijn boek. Maar ik houd ervan om dat soort verhalen te lezen, dus dat is ook het soort boek dat ik heb geschreven. De recensent van The New York Times schreef dat ik wankelde op het randje van sentimentaliteit. Dus die opmerking raakte me, omdat het iets is wat ik doe.
Is er een boek, geschreven door iemand anders, waarvan u wilde dat u het zelf geschreven had?
Als ik ontzettend van een boek houd, dan komt er geen jaloezie in mij op. Ik word er juist competitief van: ik wil erdoor gaan schrijven, en het motiveert me om beter te gaan schrijven. Ottessa Moshfegh schreef een boek, Homesick for Another World. Dat is waarschijnlijk het boek waarmee ik het dichtst bij jaloezie ben gekomen.
Als u geen schrijver was, wat zou u dan zijn?
Ik ben een muzikant, maar ik zou nooit willen optreden. Ik ben opgeleid als geluidstechnicus, dus ik zou het geweldig vinden om ooit een album te maken. Maar ik vind het verschrikkelijk om voor een groep mensen te spelen.
Welke schrijver is overschat?
Ik denk dat ik een beetje overschat ben. Ik kreeg laatst een lange e-mail van Paul Chaat Smith, de curator van het Museum of American Indian, in Washington D.C. Hij schreef: ‘Ik denk dat we er beiden over eens kunnen zijn dat je een geweldig boek hebt geschreven, maar dat het ook een beetje overschat is. Je recensies waren te goed.’ Ik denk dat mijn boek paste in een politiek moment, waarin mensen meer geneigd zijn het te waarderen dat een paar jaar terug.
Wat is een boek dat iedereen voor zijn achttiende gelezen moet hebben?
Ik was geen grote lezer tijdens de middelbare school. Ik las eigenlijk niet echt tot na college. Dus ik weet niet echt wat ik toen moest horen. Ik zou graag willen dat ik eerder verliefd werd op literatuur, dat had me meer jaren gegeven om het te ontdekken en dan was ik waarschijnlijk nu gelukkiger geweest. Nu ik er even over nadenk vind ik dat elke middelbare scholier The Fire Next Time van James Baldwin moet hebben gelezen.
Wanneer werd u verliefd op literatuur?
Het was nadat ik afstudeerde van mijn muziektechnicus-opleiding. Ik realiseerde me dat ik nooit een baan zou krijgen als muziektechnicus, dus vond ik een baan in een boekenwinkel. Ik was begin twintig en las filosofische en religieuze teksten waarmee ik probeerde een leegte te vullen met betekenis. Ik realiseerde me toen dat ik ook van fictie houd.
Hebt u een guilty pleasure als het om lezen gaat?
Als ik iets lees dat in de Fifty Shades of Grey-categorie valt, dan raak ik geïrriteerd door slecht geschreven zinnen. Zelfs zoiets als Beautiful Boy is een guilty pleasure voor mij, omdat het een ‘vliegveld-boek’ is, maar het is tenminste wel goed geschreven. Elke goed geschreven pageturner zou ik een guilty pleasure beschouwen.
En een guilty pleasure buiten lezen?
Die heb ik niet, ik probeer altijd iets te doen wat nuttig is voor mijn werk. Ik ben een beetje geobsedeerd door productief zijn, dus ik haal geen plezier uit het escapisme van een guilty pleasure. Als het schuldgevoel begint, dan realiseer ik me dat ik niet productief genoeg ben, en dan stop ik meteen. Dat is geen gezonde gewoonte.
Murakami of Ishiguro?
Murakami. Zijn meesterwerk is The Wind-Up Bird Chronicle. Door hem ben ik gaan schrijven.
Zadie Smith of Joan Didion?
Zadie Smith. Joan Didion behoort tot een oudere generatie. Zadie hoort bij ons, Joan hoort bij hun.
Basquiat of Warhol?
Ik vind Warhol niet leuk. Basquiat is cool.
Harry Potter of Lord of the Rings?
Dan moet ik voor Potter kiezen. Tolkien is een beetje saai. Hij spendeert vier pagina’s om mos op een steen te beschrijven. It’s too much.
James Baldwin of Maya Angelou?
James Baldwin. Gisteren heb ik Sunny’s Blues uitgelezen. Ik hoorde al een tijdje dat het een van de beste korte verhalen ooit is. Het is fantastisch.