Ik denk nog wel eens aan de Daily Planet, het digitale eenmanstijdschrift dat Francisco van Jole halverwege de jaren negentig maakte. Het had op het hoogtepunt dertigduizend abonnees en was dé nieuwsbron voor wie wilde weten wat er speelde in de begintijd van het publieke internet.
Krantensites zijn trieste variaties op de Daily Planet. Ze doen heel hip en 2.0, maar waar de Daily Planet aan nieuwsgaring deed, grazen zij het web af op zoek naar geinige filmpjes en rare dingen. Het is een en al YouTube-hit en viral en meme. Het lijkt wel alsof de variarubriek van de jaren vijftig en zestig (‘Man bijt hond’ en ‘Schaap met vijf poten’) nooit is weggeweest met de mooiste goal van het weekeinde, metalbands waarvan de namen lijken op Ikea-producten, een door nerveuze beleggers verkeerd begrepen tweet van het Israëlische leger over de Jom Kippoeroorlog van 1973 (waaruit de redactie de schokkende conclusie trekt dat berichten op sociale media steeds invloedrijker worden). En dat is alleen nog maar de NRC. The Guardian, inspiratiebron voor Nederlandse kranten die digitaal willen, trakteert de lezers op virale video’s met suspects die zo usual zijn dat ik er niet van opkijk als straks behalve Herman Koch ook Miley Cyrus wordt genoemd als Nobelprijskandidaat. De Volkskrant (prijs voor de lelijkste website) zoekt het in opinie van bij voorkeur onbekende mannen, en soms vrouwen, die tragisch zijn blijven steken in het nieuwe flinks van toen Wilders nog nieuw was. Het heeft allemaal een hoog ‘De Barneveldse Courant waarschuwt China nog één keer’-gehalte.
Kunnen de kranten er dan helemaal niets van?
Als ik kijk waar ik het meeste aan heb, zeg maar: qua digitale nieuwsgaring, dan is dat Zite op de telefoon en Flipboard op de iPad. Dat zijn apps die je een leesprofiel laten samenstellen dat gaandeweg scherper wordt. Op Flipboard lees ik The New Yorker, The Economist, The New York Times, NBC News en de archeologie-stream van Donna Yates. Zite laat me kiezen uit onderwerpen, in plaats van specifieke nieuwsbronnen. Samen stillen ze bijna mijn hele media-trek.
De webredacties van Nederlandse kranten geloven in het idee dat de krant de selectie maakt en daar is niets op tegen, maar waarom leidt dat tot zo’n spervuur van grappige fail- en boeien-filmpjes waar zelfs YouTube-geile pubers van in vervelingscoma raken. Is dat webjournalistiek, het in het rond klikken dat tienduizenden verveelde kantoormensen de hele dag al zelf doen?
De papieren krant weet het ook niet. Tussen de infographics en onderwerpen die in twee minuten te consumeren zijn (een nieuwe journalistieke maatstaf), staat weinig wat al niet bekend is van teletekst, nu.nl of media-apps. Dan blijven er de bijlagen over, die steeds sterker de indruk wekken dat het niet om mij als een lezer gaat, maar vooral om de onverzadigbare consument die ik ook schijn te zijn en die met steeds meer wanhoop in de advertentiefuik wordt genood. En als dat niet lukt, is er nog de eigen winkel van de krant, in de vorm van ‘De tien beste Italiaanse dvd’s speciaal voor u geselecteerd’ of een reis naar Antarctica met het beroemde klimatologische duo Ramsey Nasr en Herman Wijffels.
Was de zaterdagkrant ooit een dik pak dat een heel weekeinde lezen beloofde, nu ligt er een bladerorgie van als lifestyle vermomde quasi-reclame en het soort human interest dat niets met onderwerpen heeft te maken en alles met de levens van hele en halve bekende mensen.
Het antwoord is natuurlijk dat er geld verdiend moet worden, maar van The Guardian weten we dat daar vooral geld wordt verstookt. Zouden websites van de Nederlandse kwaliteitskranten winstgevend zijn?
Vraag aan jonge mensen wat ze ‘op internet’ doen en het wordt duidelijk dat het web zó jaren negentig is. Het idee is misschien even wennen, maar websites zijn de 27mc-bakkies van onze tijd. Moderne media-uitingen gaan via Pinterest, Instagram, Facebook, Twitter, apps, noem maar op. Je zou zeggen dat de werkelijk hippe krant, die bovendien durft, de illusie van een krant ‘as we know it, Jim’ op een website opgeeft en kijkt naar Zite en Flipboard.
Bespaar mij de columns van mensen die leuk kunnen vertellen over wat ze hebben meegemaakt, laat mij de foto’s van leuke mensen met hun leuke kinderen in hun leuke interieur niet zien. Leuke stukken over leuk wandelen, rijk geïllustreerde lifestyle en non-interviews met politici hoef ik ook niet. Ik wil mijn krant fijn-tunen. Vroeger, op papier, kon dat niet, maar nu kan het digitaal wel. Waarom ziet de webkrant er dan nog uit als iets van vijftig jaar geleden? De televisie laat het zender-ontvangermodel langzaam achter zich met Uitzending gemist, mediaboxen, Hulu en Netflix, maar voor de kranten schijnt het een geloofsartikel te zijn. Maar ik ben niet meer geïnteresseerd in De Krant. Wat ik wil is het áánbod. Ik voel niets meer bij het Lux et Libertas van de NRC of het wij-zijn-rechts-maar-doen-alsof-we-nog-steeds-links-zijn van de Volkskrant. Of ze bij Trouw nog geloven zal me een zorg zijn, De Telegraaf las ik sowieso al nooit en het AD is niet eens een krant.
Ik wil Bas Heijne en Bert Wagendorp, en vandaag die reportage en dan dat interview. En misschien volgende week weer iets anders.
Ik wil vooral niet naar Antarctica.