Twee jaar geleden telde ik de dramaoogst van een seizoen Hilversum en Luxemburg en kwam tot 52 Nederlandstalige (!) series en vier (!) single plays. Helemaal eerlijk is deze som niet, want ik telde Eric Oosthoeks bewonderenswaardige Ikon-project Oog in oog als een reeks, terwijl de vele afleveringen daarvan niet meer met elkaar gemeen hadden dan dat ze ‘monoloog’ konden heten. Een vorm die lijkt gekozen vanwege relatief lage kosten maar die, naast minder geslaagde, een aantal fraaie produkties opleverde. Met als interessant aspect dat menig ‘beginnend scenarist’ in andere literaire genres haar/zijn sporen lang had verdiend. Oog in oog ‘redde’ het single play door het in reeksvorm te produceren (kans op binding) en het onder een noemer te brengen (een formele: de monoloog). Die noemer lijkt überhaupt de redding te moeten worden. Dit seizoen vond de NOS/NPS die noemer in een locatie. In De galerij hadden qua thematiek, vorm en kwaliteit uiteenlopende spelen gemeen dat ze in dezelfde flat en aan dezelfde galerij waren opgenomen. Beperking die kwaliteit kennelijk niet in de weg hoeft te staan, zeker omdat ik betwijfel of makers van minder geslaagde afleveringen een vrijere opdracht beter zouden hebben volbracht. Het derde type noemer schuilt niet in locatie of vorm maar in inhoud. Uitgangspunt is een thema waarop meerdere makers worden losgelaten. Uit gesprekken met dramahoofden van de publieke omroep (een mensensoort die uitgestorven leek maar die aan een come-back bezig is door het toenemend belang dat omroepen aan drama als wapen in de concurrentieslag hechten) bleek dat een aantal omroepen die kant op wil Frank Jansen (KRO) gelooft dat er een keerpunt is bereikt: het zou arrogant zijn te verwachten dat kijkers zich voor lange perioden aan je binden. De NCRV gast single plays op thema maken. En de Vara bracht, na spelen rond medische ethiek, nu vier spelen over bejaarden. Er is hoop.