Af en toe hoor je iemand zeuren: ‘Max is waiting for Kenny in the bar’, vijf minuten nadat een ander nerveus riep: ‘Kenny is looking for Max in the restaurant.’
Een klaroenstoot verderop in het Congresgebouw is het publiek zich op het zonnige middenplein aan het opstarten voor het ritmische notenfestijn. Vooral met vis want dit is tenslotte Scheveningen. Kibbelingen en lekkerbekken, haring en makreel. Zelfs oesters.
Jazz en vis. Je vraagt je wel eens af hoe je in godsnaam op sommige plekken verzeild bent geraakt. Meestal te laat. Goed gegrijsde zestigers, met vouwstoeltjes aan de hand en een beetje trekkend been daaronder, kijken met opvallend welwillende blik naar het gruis van veertigers en lager. Er zijn ook stokbroodjes Hawai.
Geef mij maar de Potatohead blues.
Want ingebed in de tuinbonentijd ligt de Opperdoezentijd. Je moet erbij geweest zijn. De vrieskast van de supermarkt bevat kleine vierkante pakken bevroren bladerdeeg. Koop de duurste daarvan, het wordt toch al een kostbaar dagje want het geslacht Opperdoes voelt zich vandaag f4,95 per kg.
Pak de springvorm en bekleed die, na licht ingevet te zijn met boter, tot ongeveer vijf centimeter hoogte met de elkaar overlappende plakken bladerdeeg. Schil de aardappelen, snij ze in schijven en leg ze dakpansgewijs in de vorm. Klop 2 eidooiers door 2 dl. room. Voorzie dit mengsel van zout en peper en giet het over de aardappelen. Laat deze natte constructie minstens een uur met rust alvorens het hele zaakje in de voorverwarmde oven te zetten. Op stand 5. Na drie kwartier een schijfje proeven om te kijken of er nog wat van komt. Dat wil wel eens handig zijn.
Be a mensch en eet er iets lekkers bij.