Phnom Penh– 566. Dat is het aantal politiemensen dat Cambodja heeft aangesteld om één man te bewaken. De enorme politiemacht is volgens de Cambodjaanse autoriteiten nodig om de veiligheid van oppositieleider Kem Sokha te garanderen en eventuele demonstraties bij zijn huis direct de kop in te kunnen drukken.

Sokha, de leider van de vorig jaar verboden verklaarde oppositiepartij Cambodian National Rescue Party, werd in september vrijgelaten uit de gevangenis waar hij vastzat op beschuldiging van landverraad. Omdat de omstreden beschuldiging nog overeind staat – Sokha zou van plan zijn om met hulp van Amerika de regering omver te werpen – is hij voor onbepaalde tijd onder een vorm van huisarrest geplaatst. Hij mag zijn buurt niet verlaten en het is hem verboden om partijleden of journalisten te spreken.

Het excessieve politietoezicht past in Cambodja’s politieke klimaat. Activisten, oppositieleden en onafhankelijke media zijn de afgelopen jaren hard aangepakt. En nadat een rechtbank Sokha’s populaire partij, die op weg leek naar een verkiezingsoverwinning, verboden had verklaard was voor de sinds 1985 regerende Hun Sen de weg vrij om de verkiezingen volledig naar zijn hand te zetten. De premier eiste afgelopen juli alle parlementszetels op.

De VS en de EU beschuldigen Hun Sen ervan de Cambodjaanse democratie om zeep te helpen en dreigen met economische sancties. Om de grootmachten iets tegemoet te komen, kregen zeker twintig politieke gevangenen onlangs hun vrijheid terug. Sokha werd na een jaar achter de tralies plots op borgtocht vrijgelaten.

De tactiek lijkt te werken. Want hoewel een VN-rapporteur nog opmerkte dat er een ‘klimaat van angst’ heerst in Cambodja werd Hun Sen niet bedolven onder kritiek toen hij onlangs de Algemene Vergadering van de VN toesprak.

Zelfs de politieke activisten houden zich gedeisd. De oppositie is al lang blij dat veel politieke gevangenen zijn vrijgelaten en dat hun leider weer in zijn eigen bed mag slapen. Bij de oppositie hopen ze er bovendien op dat de regering hen toestaat de verboden partij nieuw leven in te blazen. ‘Wij hopen op onderhandelingen en als die zijn gelukt, zouden er vervroegde verkiezingen plaats moeten vinden’, zegt Um Sam An, een oppositie voerend politicus die na ruim twee jaar gevangenis een koninklijk pardon ontving.

Voor Hun Sen lijkt het een ideale situatie. De zwaarste kritiek is uit de lucht en zijn grote politieke uitdager zal voorlopig geen schade aanrichten.