Zo ruik ik weer de suikerbiet, ik proef de tulpebol, ik voel mijn onderduikruimte om me heen en ik hoor de geluiden die erbij horen.
Ik voel mijn (al elf jaar dode) broer en ik hoor zijn stem. Met een schok realiseer ik me dat ik me de stem van mijn moeder niet kan herinneren, ook niet als ik me erop concentreer. Dat is echt een voorbeeld van verdringing: ik zorg dat ze dood in mijn herinnering blijft en nooit meer op te roepen is.
Het wordt een heel bijzondere tentoonstelling, met een bijzondere opzet, ook driedimensionaal; ik verheug me erop.
Maar over 8 maart gesproken, internationale vrouwendag en verkiezingen voor de Provinciale Staten. Als u iets vindt over ruimtelijke ordening, gezondheidszorg, cultuurbeleid, de natuur en nog veel meer zaken, moet u gaan stemmen. Wie niet gestemd heeft, mag van mij ook nooit meer ergens over mopperen.
Maar bovendien vind ik dat iedere vrouw op een vrouw moet stemmen op internationale vrouwendag - we hebben het kiesrecht niet voor niks bevochten - en dat iedere man nu eindelijk een goede reden heeft om ook op een vrouw te stemmen. Ik vind overigens dat elke inwoner haar of zijn stem moet uitbrengen, maar helaas, dat doet niet iedereen. Maar op 8 maart thuisblijven, dat kan echt niet.
Ik ruik de teerblokjes die we stalen uit de middenbaan van de tram en ik ruik de gaarkeuken, bah, wat een stank. Wie kon zichzelf of z'n kleren nog wassen in de hongerwinter? Zo te ruiken, niemand in de rij buiten de gaarkeuken. M'n vaders stem hoor ik goed. We lopen hand in hand, gezellig.
Rubriek
8 maart
Omdat op 8 maart in het Amsterdams Historisch museum een tentoonstelling geopend wordt over het jaar dat liep van augustus 1944 tot augustus 1945 en omdat ik daar een woordje mag zeggen, maalt mijn hoofd al een aantal weken over dat jaar. Als je zo intensief ergens aan denkt, veranderen de plaatjes in je hoofd weer in zeer levende herinneringen, omdat door het oproepen van de feiten, er geur, smaak en geluid bijkomt. De herinneringen worden driedimensionaal.
www.groene.nl/1995/9