
‘Misschien moeten we de hele Oresteia over internet doen’, oppert de ene theatermaker. ‘Streamen? Zes uur Oresteia?’ sombert de ander. ‘Denk je dat daar publiek voor is?’ De ene weet dat zeker. ‘Het wordt een soort filmtoneel! Of toneelfilm! Een soort hybride eh… ding. We gaan het gewoon met Zoomcameraatjes doen.’
Het is satire, het beeldbelgesprek uit het begin van de televisiefilm Lockdown die Toneelgroep Maastricht in coronatijd vervaardigde, en die begin juni bij de npo werd uitgezonden. Michel Sluysmans en Servé Hermans spelen zichzelf: de artistiek leiders van een theatergezelschap dat in de eerste week van de coronamaatregelen in crisis verkeert. De lichtvoetige thriller – stiekem overspel bemoeilijkt de thuisrepetities van de online voorstelling waar hun beide eega-actrices aan meewerken – ironiseert een wrede werkelijkheid.
De eerste coronamaatregelen maakten op 11 maart een eind aan de tournee van The Great Gatsby, een omvangrijke productie met elf acteurs en muzikanten, een buitenmaats decor en videobeelden van negen beamers. ‘Er was paniek in de tent. We zagen onze inkomsten verdampen en vreesden voor het voortbestaan van ons gezelschap’, zegt Sluysmans terugkijkend, nu overheidssteun weer voor perspectief heeft gezorgd. Dat gold voor heel veel collega’s. Op 11 maart zou de eerste try-out zijn van de multimediavoorstelling Before/After, een coproductie van dansgroep Club Guy & Roni, het Noord Nederlands Toneel en Asko|Schönberg met bijna vijftig dansers, acteurs, musici en live-videomakers op het toneel. ‘Ik heb een weekend in bed gelegen’, bekent Guy Weizman, artistiek leider van Club Guy & Roni en het nnt. Theatergezelschap Tryater zou met 1000&1 nacht op buitenlocaties in Friesland en op het Terschellingse Oerol Festival weer zo’n spektakel op touw zetten waar de groep al decennia naam mee maakt. ‘Het was mijn afscheidsvoorstelling’, zegt regisseur Ira Judkovskaja, die het Friese gezelschap twaalf jaar leidde. ‘Een jaar uitstellen was geen optie. Ik kon moeilijk tegen mijn opvolger zeggen: maak in jouw plannen plaats voor mijn project.’
Theatermakers leefden zich uit in filmpjes en tekstbijdragen op digitale platforms, in voorleesfeuilletons, webdramaseries en podcasts. Een solo was live nog af te zetten; Laura van Dolron ging haar ‘stand-up philosophy’-voorstelling Liefhebben in tuinen spelen voor privépubliek. Maar wat te doen met geplande of afgelaste producties met een grotere cast? Weizman: ‘We hadden superveel mensen in dienst: human capital dat je niet thuis laat zitten.’ Streamen over internet vanuit een leeg theater is de dood voor de beeldende kracht van theater en fysiek spel kan niet op anderhalve meter afstand. Uitkomst bood het vergadermedium Zoom, dat in coronatijd maximale winst maakte. Daar werd zoveel creativiteit op losgelaten dat er in de afgelopen maanden een nieuw genre is geboren: Zoomtheater. ‘Noodgedwongen’, aldus Ira Judkovskaja. ‘Voor corona had ik nooit gedacht dat ik een Zoomvoorstelling zou maken. Ik was niet bezig met internet, en vond dat te gemakkelijk werd aangenomen dat daar nieuw publiek te vinden was. Maar ik heb iets nieuws ontdekt waar ik zeker mee door wil gaan.’
Een beleving mét publiek, dat kan via Zoom. Bij Brieven uit Genua, het ‘hybride eh… ding’ dat Toneelgroep Maastricht wekelijks is gaan aanbieden, wordt het publiek vooraf gevraagd om hun eigen geluid uit te zetten en in speaker view te kijken zodat je de acteurs groot in beeld krijgt. Aangenaam intiem is het close-upspel van Hermans en Sluysmans in de voorstelling naar de brievenroman van Ilja Leonard Pfeijffer. Mooi is de toegevoegde inleiding van Pfeijffer himself, zodat je de man ziet die daarna met langharige pruiken op wordt nagespeeld. Switch je even naar gallery view, dan zie je de andere toeschouwers thuis op de bank zitten. Aanvankelijk waren dat de Vrienden van het gezelschap. Hermans: ‘Maar de afgelopen vier keer hebben we zo’n zestig procent nieuw publiek bereikt, onder wie Nederlanders die in het buitenland wonen. We kregen zo veel reserveringen dat we een duurder Zoomabonnement namen voor vijfhonderd deelnemers.’ Dat was veelal wat ouder publiek. Voor hen gaat het gezelschap voorlopig met de Zoomvoorstellingen door, naast kleinschalige voorstellingen die in de heropende theaters gaan spelen. ‘Mensen met een kwetsbare gezondheid die nog terughoudend zijn, kunnen we er een plezier mee doen.’
Deze productie uit 2019 met twee acteurs, een pianiste en een zangeres was daarvoor geschikt. Sluysmans: ‘De beelden worden opgeroepen in de taal. Er zijn geen snappy dialogen tussen veel spelers.’ Teksten timen en ritme in het spel aanbrengen is moeilijk vanwege het verschil in snelheid tussen internetverbindingen van ingelogde spelers en toeschouwers. ‘Het duurde even voor we dat doorhadden’, verzucht Ira Judkovskaja, die in lockdown begon met repeteren aan 1000&1 nacht met acht acteurs, een muzikant en een vormgever verspreid over het land. Lastig is ook dat het sprekersplatform automatisch kiest voor het geluid van degene die aan het woord is. Om zang en pianomuziek live samen te voegen, moest bij Brieven uit Genua pianiste Elisabeth de Loore in beeld soms de muziek playbacken die sopraan Lies Verholle thuis instartte. En opdat muzikant Beppe Costa in 1000&1 nacht onder de acteursteksten kon musiceren, werd het Zoomgeluid eerst door de theatertechnici van Tryater uitgebalanceerd en daarna via YouTube verzonden.
Zoom bleek onverwacht theatrale mogelijkheden te bieden. Voor de ogen van het ingelogde publiek transformeerden de spelers van 1000&1 nacht met behulp van kartonnen kronen, lakensluiers en pruiken in de figuren uit het oosterse sprookje. Unisono hobbelden twee nevengeschakelde tulband-koopmannen op onzichtbare kamelen door een denkbeeldige woestijn, in een derde Zoomvakje muzikaal begeleid door Beppe Costa. Bij een drankgelag werd de wijnfles tussen de beeldjes ‘doorgegeven’. Acteurs die even geen tekst hadden, verdwenen soms waarbij hun speelkader leeg bleef, om dan weer nieuwsgierig te komen luisteren. ‘Ik werk graag op locatie’, zegt Judkovskaja, ‘en we zijn Zoom gaan bespelen alsof het onze volgende locatie was’.
De vijf verhalen die je afzonderlijk of als serie kon bekijken, en die elk door een andere schrijver waren bewerkt, kregen steeds een andere speelstijl en vormgeving. Theatervormgever Elze van den Akker illustreerde in haar eigen Zoomkader het ene verhaal met een oriëntaals paleis dat ze opbouwde uit glazen potjes, en een volgende met een ‘live’ geschilderd tafereel dat met de vertelling mee veranderde. Een ode aan de veelzijdigheid van het theater had de oorspronkelijke voorstelling moeten worden. Ira Judkovskaja ziet Sheherazade, de vrouw die middels haar vertelsels probeert te voorkomen dat haar moorddadige echtgenoot haar ombrengt, als ‘een theaterkunstenaar die met verhalen de wereld wil verbeteren, en daarbij steeds nieuwe manieren zoekt om dat te doen’. Dat blijkt ook via Zoom te kunnen, constateert ze.

Theatermaker Laura van Dolron, die zich is gaan toeleggen op instant theater met een grote inbreng van het publiek, speelde half mei in een lege Kleine Komedie een online versie van Een antwoord op alle vragen. Liet ze voorheen het publiek in de zaal een vraag opschrijven die de theatermakers daarna improviserend beantwoordden, nu moesten de toeschouwers die vraag al eerder fotograferen en mailen. In het samengestelde beeld dat per YouTube werd gestreamd, waren de handgeschreven briefjes te zien, zodat het thuispubliek er toch bij was.
Maar Zoom bood Van Dolron de mogelijkheid om ook met het publiek in gesprek te gaan. Voor Oerols online Imaginaire Eiland bedacht ze Jouw zin is de mijne. De toeschouwers werden vooraf gevraagd om een zin te bedenken die voor hen belangrijk was. In een ochtendlijke Zoomsessie las iedereen de zin voor, en vertelde daar desgevraagd wat meer over. De avondsessie was een voorstelling in een bos op Terschelling, waarin de vier spelers en muzikanten bij zonsondergang op de publieke inbreng reflecteerden in bizar snel geschreven liedjes en teksten en in bedachtzame gesprekken. De toeschouwers zagen elkaar nu niet, maar wisten wie er allemaal keken en dat overbrugde iedere digitale afstand. Al had Van Dolron het publiek liever in dat bos gehad. Als ze de voorstelling weer in een theater gaat spelen – deze staat half juli samen met Een antwoord op alle vragen en Liefhebben in het coronaproof gebouwde Peepshow Palace van De Warme Winkel – dan is het publiek erbij. Toch denkt ze erover om de Zoomsessie vooraf erin te houden. Opvallend was namelijk hoe open de toeschouwers durfden te zijn, juist omdat ze in hun vertrouwde privé-omgeving zaten. ‘Als je met z’n allen in een theater zit, krijg je nooit diezelfde intimiteit.’
Van Dolron, die haar voorstellingen regelmatig in gesloten inrichtingen speelt, ziet in het combineren van live en Zoomtoeschouwers de mogelijkheid om publiek bij het theater te betrekken dat daar niet naartoe kan. ‘Dat je naast het publiek in de zaal ook mensen vanuit een tbs-kliniek of een zorginstelling verwelkomt. Hier kan het theater echt wat inclusiever in worden.’
Het kwam dus door de coronacrisis dat theatermakers van een generatie die een analoge gebeurtenis prefereerden boven een online ervaring, daarin veranderden. Guy Weizman liep al langer rond met het idee van een theater dat ook online functioneerde. ‘We hebben internet veel te lang buiten het theater gehouden, terwijl daar zoveel inspirerends gebeurt. Het werd alleen ingezet voor de marketing. Ik voelde de urgentie om die twee werelden bij elkaar te brengen. Ook vanwege de duurzaamheid: hoelang blijven we op internationale tournees met onze producties over de wereld vliegen?’
Maar de dagelijkse praktijk van zijn gezelschap(pen) slokte alle aandacht en energie op. De lockdown bracht zijn idee in een stroomversnelling. Met websitebouwers uit Groningen werd het NITE Hotel gerealiseerd dat op 1 mei al opende. Een digitale omgeving met dertig per Zoom te bezoeken kamers waar individuele podiumkunstenaars uit de stal van het nnt en Club Guy & Roni zich creatief hebben uitgeleefd. Met een bar voor online ontmoetingen. En met een theater dat als een tv-studio met camera’s is toegerust, en waar in de openingsweek registraties van eigen producties werden vertoond, omlijst door live gesprekken met makers en aanverwante kunstenaars. Vierduizend ingelogde bezoekers woonden op de openingsavonden de registratie van Before/After bij, die de dag na de lockdown zonder publiek was opgenomen, en veertienduizend kijkers telde de openingsweek in totaal.
Lotte van den Berg van makerscollectief Building Conversation had voor corona haar smartphone weggedaan. ‘Ik liep rond met een oude Nokia omdat ik niet steeds op zo’n schermpje wilde kijken.’ Haar collectief is gespecialiseerd in samenkomsten waarbij de aanwezigheid van het publiek van groot belang is: ‘performatieve’ gesprekken waar de toeschouwers aan deelnemen, in een ruimte waar afstand en nabijheid betekenisvol zijn. ‘Wij gebruiken het theater om te onderzoeken hoe we met elkaar communiceren. Toen de coronacrisis uitbrak, hebben we vrij snel besloten: als Zoom de plek is waar we met elkaar in gesprek zijn, dan moeten we ons daarop richten.’ Ook via Zoom kun je bij elkaar ‘aanwezig’ zijn, maakt Building Conversation prachtig voelbaar in het nieuwe project Digital Silence. De ingelogde deelnemers zeiden ‘ja’ op het verzoek om een uur met elkaar door te brengen zonder te spreken. Dat bleek een verademing in een periode waarin iedereen per Zoom met elkaar práátte, en we doodmoe werden van alle meningen over de crisisaanpak. ‘Bij een brainstorm over onze corona-ervaringen zei iemand: ik heb zo’n behoefte aan stilte.’
Het was alsof de zestien woonkamers in de gallery view van het Zoomscherm één ruimte werden. De deelnemers in die vakjes werden performers op hun eigen toneeltje; sommigen gingen hun eigen beeld vormgeven door meubilair te verplaatsen of de woonkamerbelichting te veranderen. Van den Berg: ‘Zoom is niet alleen een efficiënt vergadermiddel; je woonkamer wordt een podium.’ Samen zwijgend tijd doorbrengen kwam wonderlijk dicht bij de collectieve saamhorigheid die een toneelvoorstelling je kan geven. Daar moest de kijker dan wel de weerzin voor overwinnen om na een dag communiceren via Zoom, ’s avonds wéér achter de computer te kruipen.
Niet iedere voorstelling hief die weerzin op. De vertoonde registraties in het NITE Hotel waren onbevredigend. Guy Weizman besloot om Before/After voor het theater te bewaren, want het samenspel van de dansers en musici met de videobeelden die grotendeels ter plekke worden gemaakt, krijg je bij een registratie niet mee. En je mist het live-aspect. ‘Na een paar avonden concludeerden we: het NITE Hotel is niet sterk genoeg om een slechte registratie te rechtvaardigen’, grinnikt Weizman. Wat wél werkt zijn contextprogramma’s rond een maker of een thema, waarbij voorstellingsfragmenten worden getoond. Artistiek kwam de revenge met Dronken mensen, de eerste Zoomvoorstelling die speciaal voor het NITE Hotel is geproduceerd, en die in het kader van Oerol als try-out werd getoond. Regisseur Eline Arbo, als jonge maker bij het Groningse dubbelgezelschap betrokken, zette in haar zinderende enscenering het stuk van de Russische schrijver Ivan Vyrypajev acht spelers/dansers en een muzikant aan een lange tafel met anderhalve meter afstand. Een uitgekiende live cameravoering toonde in een samengesteld beeld tegelijkertijd zowel een totaaloverzicht van de tafel als ingezoomde taferelen en close-ups van afzonderlijke spelers. Weizman durft te stellen dat de online ervaring mooier was dan die van het handjevol publiek dat er in de zaal weer bij mocht zijn. ‘Hier gaan we mee door.’ De komende tijd heeft het NITE Hotel theatermakers uitgenodigd om speciaal voor het platform plannen te ontwikkelen of om bestaande voorstellingen om te werken. De dansmakers van het Haagse Korzo-theater kwamen onlangs een weekend het hotel bezetten, inclusief de dertig kamertjes. En op 3 juli start een 24-uurs live evenement: een marathon waar theaters, groepen en kunstenaars uit de hele wereld aan meedoen, om geld in te zamelen voor Artsen zonder Grenzen. Die mogelijkheid om bij een online voorstelling samen te werken met kunstenaars die in het buitenland verblijven, noemen Judkovskaja en Van den Berg inspirerend voor toekomstige projecten.
Betalen hoefde het NITE Hotel-publiek tot nu toe niet, maar daar moet wel verandering in komen, stelt Weizman. Ook bij Brieven uit Genua werd volstaan met een vrijwillige donatie. Terwijl de online voorstellingen die Van Dolron vanuit theaters speelt en 1000&1 nacht bewijzen dat publiek bereid is om ook voor een online voorstelling kaartjes te kopen. En om na afloop na te praten in een digitale foyer. Ira Judkovskaja: ‘In onze Zoomfoyer hadden we de uitwisseling met het publiek die we tijdens de voorstelling misten. Dat was zó leuk: toeschouwers stelden vragen, Elze liet zien hoe ze haar vormgeving deed, en we hebben bingo gespeeld met de toeschouwers die haar schilderij konden winnen. De acteurs lieten zien waar ze gespeeld hadden – Romke Gabe Draaijer in zijn badkamer – en zelfs toeschouwers gaven rondleidingen in hun woonkamer.’
Dat naborrelen was niks voor Toneelgroep Maastricht. Servé Hermans: ‘Bij de première van Lockdown op streamingplatform Picl zaten we met zestig man in onze galakostuums op Zoom. Nou, gezellig wordt dat niet, er kan altijd maar één iemand praten. Bij Brieven uit Genua zitten alle toeschouwers in hun eigen huis. Wij spelers zijn ook alleen. Iedereen voelt zich verweesd. En het is juist mooi dat we daar gezamenlijk om rouwen. Er is even een vorm van samenvallen, en dat is het dan.’
Voor aankomende projecten zie: toneelgroepmaastricht.nl, buildingconversation.nl, nite.nl en lauravandolron.com