
In de hiphopwereld bestaat er geen betere talentscout dan Dr. Dre. Toen de Amerikaanse rapper en producer – decennia terug een grofgebekte nigga witta attitude als onderdeel van de controversiële groep N.W.A., tegenwoordig een breedgeschouderde, kalme vijftiger met een geschat vermogen van bijna één miljard dollar – begin jaren negentig aan zijn solocarrière begon, deed hij dat met een boomlange, speelse rapper aan zijn zijde die niemand kende: Snoop Dogg. In 1999 werd Dre door menigeen afgeschreven, totdat hij op zijn tweede album aankwam met een witte, weer volstrekt onbekende rapper: Eminem. Op de gastenlijst van zijn derde album, dat na lang uitstellen in 2015 eindelijk uitkwam, prijkten de namen van de twee nieuwste artiesten van zijn label: rapper Kendrick Lamar en zanger annex rapper Anderson .Paak.
Het zou onterecht zijn om te zeggen dat Dre deze laatste twee acts naar eigen inzicht heeft gekneed of gelanceerd. Sterker nog, beiden bouwden op eigen kracht al een geheel eigen stijl op, en Anderson .Paak (1986) bracht de afgelopen jaren twee sterke soloalbums uit zonder enige inmenging van de beroemde hiphopdokter – met name zijn tweede soulplaat Malibu (2016) is van een zeldzame schoonheid: funky en tegelijkertijd strak, opzwepend en ingetogen, en alles wordt soepel bijeengehouden door de schorre, nasale stem van .Paak.
Op zijn nieuwe album, het met het nodige tromgeroffel gelanceerde Oxnard, is die stem gelukkig net zo bedwelmend als voorheen. Het lijkt .Paak geen enkele moeite te kosten om te overtuigen, hoe kaal de begeleiding ook is en hoeveel oren er inmiddels ook naar hem luisteren: hij wisselt vol overtuiging tussen rap en zang, hij laat zijn stem kraken en juichen; soepeltjes beweegt die zich ook op dit nieuwe album over de instrumentaties heen en het voelt nauwelijks overdreven om .Paak nu al op te nemen in een rijtje met r&b-zangers als D’Angelo of Frank Ocean.
Alleen: het valt wel te horen dat dit .Paaks grootste release is tot dusverre. Oxnard wordt gezien als zijn mogelijke doorbraakplaat en dat zou het ook best eens kunnen worden, getuige de imposante lijst gastartiesten (Snoop Dogg, Q-Tip, Dr. Dre) en de gelikte eerste single Tints: over een opzwepende, discoachtige beat staat .Paak samen met Kendrick Lamar stil bij de geneugten des levens, glimmende auto’s, feestvreugde, opgebouwde status.
Dat kan .Paak heel goed, iets vieren. Net zoals zijn fameuze optredens kunnen zijn nummers iets aangenaam zorgeloos krijgen. Alleen heeft hij zich duidelijk voorgenomen om op Oxnard ook een andere kant te laten zien: hier en daar klinkt hij verrassend maatschappijkritisch: Trump krijgt even voorspelbare als terechte sneren, het gaat over het onuitroeibare wapengeweld in L.A. Productioneel klinkt Oxnard her en der ook een stuk strakker dan we gewend zijn: alles is tot in detail afgemixt en door Dr. Dre ongetwijfeld honderden uren gewogen, maar daardoor is er ook iets van de lucht uit de muziek geslagen, de vrijheid lijkt ingeperkt. Oftewel: Oxnard onderstreept nog eens wat voor geweldige artiest .Paak is. Maar dit is niet het grootse album dat hij met zijn talent in zich heeft.
Oxnard, Anderson .Paak, concert in AFAS op 9 maart