
Stel je een westers jongetje voor. Hij is jong, welvarend, en al vroeg is duidelijk dat hij een stuk intelligenter is dan zijn leeftijdgenootjes. Zet nu hem nu op een marktplein waar, in tegenstelling tot de meeste pleinen, een hevig politiek debat wordt gevoerd door mensen als hij, waarbij niet emotie of onderbuikgevoelens, maar juist geïnformeerde argumenten de boventoon voeren.
Het kind spitst zijn oren en hoort tot zijn blijde verrassing ook ideeën waarmee hij het oneens is, om zijn wereldbeeld aan te toetsen. De passie loopt soms op, maar niemand wordt fysiek geweld aangedaan. Het jongetje leert argumenten formuleren om zijn inzichten te verdedigen en weet nu dat kennis die je niet regelmatig toetst, verwordt tot dood dogma. Zijn wereld wordt groter, zijn genie openbaart zich.
Op zo’n marktplaats van ideeën, zoals John Stuart Mill die voor zich zag, geldt absolute vrijheid van meningsuiting tot het punt waar fysieke schade kan worden toegebracht. Deze duidelijk fictieve marktplaats is gebaseerd op een wereld waar iedereen zijn (zijn, ja) ideeën intelligent kan formuleren en waar je enige opponenten de mensen zijn met wie je op die marktplaats staat.
Mill had niet kunnen voorspellen dat daar inmiddels een groot deel van de wereld luid door elkaar staat te roepen, met inbegrepen botsingen van nationaliteit, opleidingsniveau, identiteit en achtergrond. Dat er nu spambots zijn en doxxing bestaat (het publiceren van persoonsgegevens online – red.), dat er nepnieuws is en microtargeting. Multimiljardair Elon Musk weet dat wel, en wil desalniettemin zijn bijna kinderlijk simpele opvatting van absolute vrijheid van meningsuiting toepassen op Twitter.
Eind maart tweette Musk: ‘Aangezien Twitter fungeert als het de facto openbare dorpsplein ondermijnt het niet naleven van de principes van vrijheid van meningsuiting de democratie fundamenteel. Wat moet er gedaan worden?’
Hij wist het wel: laat het bestuur van het medium maar aan hem over. Musk (50), Tesla-ceo, rakettenbouwer, Twitter-cultfiguur, deed vorige week een duizelingwekkend, onverantwoord hoog bod op het platform: 44 miljard dollar. Geld, zegt de ondernemer, is voor hem van ondergeschikt belang. Het gaat hem om de vrijheid. Musk wil het platform ontdoen van moderatie, het algoritme openbaren en anonimiteit opheffen. Zijn plannen werden met hoon beantwoord, zo simpel zijn ze in vergelijking met het complexe moderatiemodel dat Twitter de afgelopen decennia met experts en juristen heeft ontwikkeld. Maar voor Musk is het een principekwestie. ‘Mijn sterke intuïtie’, zei hij vorige week in een ted-interview, ‘is dat het voor de toekomst van de beschaving buitengewoon belangrijk is om een openbaar platform te hebben dat maximaal wordt vertrouwd en breed inclusief is.’
Hoe moet de vrijheid van meningsuiting worden bemiddeld? De zoektocht naar de ideale online publieke ruimte is zo oud als het internet zelf. Niet iedereen is het erover eens hoe die eruit zou moeten zien, over hoeveel erin gemodereerd zou moeten worden en door wie, over of mensen er anoniem moeten zijn of niet.
Om zelf met die vraag aan de slag te kunnen, begon De Groene in februari met een experiment om samen met lezers een eigen miniversie te bouwen van zo’n ruimte op de app Element, De Groene Ruimte, waarin kan worden gediscussieerd over Groene-artikelen en de toekomst van het internet. Inmiddels zitten er zo’n driehonderd gebruikers in de app en zijn lezers live bij elkaar gekomen om in discussie te gaan over wat zij graag van De Groene Ruimte zouden willen.
De ruimte begon bijna zonder regels, die komen erbij zodra erom wordt gevraagd. En stap voor stap komen nu die vragen. Moeten gebruikers zelf de mogelijkheid hebben om subgroepen te organiseren, moeten er duidelijkere discussietopics ontstaan of moet er juist een grote algemene groep zijn, en de kernvraag: waartoe dient het medium? Is het er voor diepgaande discussie over enkele onderwerpen, of kunnen er verschillende kleine gesprekken tegelijk plaatsvinden in threads zoals Twitter die ook heeft?
Een miljoenenplatform als Twitter aan eenzelfde soort experiment onderwerpen – geen regels behalve de wet – zou het in één klap terugzetten naar de beginjaren. Bovendien is de huidige moderatie van Twitter juist op die manier al ontstaan. Van alle sociale media wordt het platform misschien wel het vanzelfsprekendst de ‘marktplaats van ideeën’ genoemd, het is immers een openbare ruimte waar mensen nieuwe ideeën opdoen en het publieke debat aanzwengelen.
Maar daar stopt de vergelijking ook. Op een marktplaats worden goederen op waarde beoordeeld, zo drijft in theorie de best beargumenteerde stelling naar boven. Maar de meeste sociale media belonen populariteit, niet validiteit. Niet het beste argument, maar de meest gevatte belediging wint.
Voordat er sociale media waren, was de marktplaats verre van openbaar voor iedereen, maar juist sterk gemodereerd door gatekeepers zoals grote kranten, vertelt David Kaye telefonisch vanuit de Universiteit van Californië. Kaye was speciale rapporteur van de Verenigde Naties voor de bevordering en bescherming van het recht op vrijheid van mening en meningsuiting. Hij schreef het boek Speech Police: The Global Struggle to Govern the Internet, over hoe content op het internet wordt gemodereerd. ‘Alleen de elite die toegang had tot bijvoorbeeld de opiniepagina van The New York Times mocht aan het publieke debat deelnemen’, zegt Kaye.
Nu de marktplaats is opengesteld voor iedereen is er kakofonie. Dat is goed omdat er stemmen aan het woord komen die eerst geen ruimte kregen, maar het zorgt er ook voor dat de ruimtes voldoende moeten worden gemodereerd om iedereen op een veilige manier aan het gesprek te kunnen laten deelnemen. Doe je dat niet, dan maak je het mogelijk voor grote groepen om kleine stemmen te intimideren en weg te pesten. Dan verschraalt het aanbod op de markt.
Het is speculeren waarom Musk dat niet inziet. Misschien omdat hij zichzelf juist voor het eerst uit het debat uitgesloten voelde nadat Twitter actief begon te modereren. Gek genoeg is het niet het moderatieprotocol van Twitter waarmee Musk eerder in botsing kwam, maar de wet. Op Twitter (nota bene) werden de afgelopen week lijstjes gepubliceerd van momenten waarop Musk opliep tegen de wettelijke vrijheid van meningsuiting, zoals de keren dat hij op Twitter aankondigingen deed over zijn bitcoins en zijn autobedrijf Tesla, waardoor de aandelenmarkt begon te schommelen: marktmanipulatie.
De Groene Ruimte
Meepraten over dit verhaal? Dat kan in De Groene Ruimte via de app Element. Hier zet De Groene de eerste stappen weg van de grote sociale media. Nieuwsgierig? Kijk op groene.nl/element
Het is een actueel thema, wie de baas moet zijn van het online publieke debat. Wereldwijd zijn er talloze initiatieven die experimenteren met nieuwe vormen van een open internet, waarbij gebruikers bijvoorbeeld zelf in kleine groepen hun eigen gesprekken modereren. De Europese Unie keurde afgelopen maand twee series wetten goed waarmee het gedrag van grote sociale media aan banden kan worden gelegd, dus een vorm van overheidsregulering. En volgens Elon Musk is de baas van het publieke debat Elon Musk. ‘I like freedom of speech so much I’ve decided to buy it’, kopte de satirische website McSweeney’s nadat Musk zijn bod had gedaan.
Wie een beetje oplet hoort in Musks plannen de echo van al die andere pogingen een sociaal netwerk op te richten dat niet de moderatie-verantwoordelijkheden draagt van een publiek platform, maar waar wel onder het mom van radicale en consequentieloze vrijheid alles mag worden gezegd. Daar schuilt een bewezen gevaar in: Gab, Parler, Discord, 4Chan, begonnen allemaal als baken van de vrijheid van meningsuiting, opgericht door mensen die zich verbannen voelden van de grote sociale media (of er letterlijk van waren verbannen) en verwerden allemaal binnen afzienbare tijd tot openbare riolen waarin complottheorieën en extremistische ideeën de ronde doen.
Wat dat betreft loopt Musk achter: veel nieuwe initiatieven die nu worden opgericht proberen juist voor dat probleem een oplossing te vinden.
Een van de centrale obstakels waarmee die nieuwe initiatieven kampen is het network-effect, het feit dat mensen het liefst op de plek zijn waar iedereen is. De pioniers stappen heus wel over, maar de vraag is hoe je ook mensen naar nieuwe netwerken krijgt die niet per se in tech geïnteresseerd zijn. In april kwamen veertien Groene-lezers samen in debatcentrum De Waag om te discussiëren over De Groene Ruimte. Op de app worden regelmatig ethische alternatieven gedeeld voor grote sociale media, zoals Pixelfed voor Instagram en Mastodon voor Twitter. Tot een eenduidig antwoord kwamen we niet. De waarde van Twitter zit ’m niet in de eerste plaats in de inhoudelijke discussies die er worden gevoerd, maar in het bereik. Op Twitter zitten journalisten, politici, activisten en wetenschappers, mensen met invloed die er ruzie maken en ideeën opdoen. Als je wilt dat je idee wordt opgepikt, publiceer je het daar.

Voor de inhoudelijke discussie moet je er niet per se zijn, maar op geen enkele andere plek wordt op die schaal, met die invloed, serieus debat gevoerd. Een van de redenen waarom De Groene Amsterdammer met Element experimenteert is dat het voor een onafhankelijk medium niet ideaal is om van een groot sociaal medium afhankelijk te zijn voor het faciliteren van zo’n online discussie.
Enkele van de lezers in De Waag pleitten ervoor om de discussiekamers in De Groene Ruimte zo klein mogelijk te houden, zodat de gebruikers elkaar konden leren kennen en experts en geïnteresseerden in kleine groepjes over hun interessegebieden in gesprek konden. Zo ga je ook trolling uit de weg; in kleine groepen kunnen mensen elkaar makkelijker aanspreken op wangedrag.
Het is niet dat Twitter een slechte plek is, benadrukt David Kaye. Twitter werkt volgens hem uitstekend voor het creëren van gemeenschappen: ‘Neem de hashtag #blacktwitter. Die heeft zwarte Amerikanen fantastisch in staat gesteld ideeën uit te wisselen en solidariteit uit te spreken.’
Zelf gebruikt hij Twitter ook om met nieuwe inzichten in aanraking te komen, maar niet voor discussie. ‘Ik kan er leren van wetenschappers en journalisten, en ik zou dat niet kunnen vinden als ik gewoon ging zoeken op het internet.’ Dat we een plek met die waarde verwarren met een ruimte om grote problemen te bespreken, zoals de klimaatcrisis, daar ligt volgens Kaye het probleem.
‘Als je al van een marktplaats kunt spreken, dan is dat niet Twitter maar het volledige internet, dat is over de hele breedte een ruimte voor waarheidsvinding. Die ruimte moet worden beschermd, en de vraag is hoe we daar op de beste manier publieke waarde en debat genereren. Die code is nog niet gekraakt.’
Uniek aan Twitter is dat het niet op basis van groepen of pagina’s werkt, zoals bijvoorbeeld Facebook wél doet. Dat zorgt ervoor dat het een bijzondere set regels heeft, die aldus Kaye ‘best bureaucratisch’ kunnen worden. ‘Maar ze moeten worden gehandhaafd omdat het een open platform is, anders functioneert het gewoon niet.’ Ook Kaye vraagt zich af waar hij naartoe moet als hij iets aan de wereld wil vertellen zodat het deel kan uitmaken van het publieke debat. ‘De makkelijkste plek is Twitter omdat er veel beleidsmakers zitten, maar dat is niet de plek voor debat. Dus waar ga je heen?’
Veel van Musks plannen voor Twitter, zoals mensen autonomie geven over wat ze zien en het transparant maken van de algoritmes, zijn al in werking op een ander sociaal netwerk: Mastodon. De afgelopen dagen zijn daar enkele tienduizenden gebruikers bij gekomen, schrijft Arielle Pardes op de techwebsite Wired in een artikel getiteld What Elon Musk Can Learn from Mastodon – And What He Can’t. Een van hen is internetpionier Marleen Stikker, die op Twitter aankondigt dat ze zich voorbereidt op een exit. Mastodon werd in 2016 opgericht als dappere poging tot een ‘Twitter, zonder de nazi’s’. Twitter was destijds overgenomen door trollen, schrijft Pardes, en probeert dat sinds 2016 op te lossen door steeds strengere contentmoderatie, tot het verwijderen van het account van toenmalig president Donald Trump aan toe. Bij Mastodon kunnen gebruikers zelf bepalen aan welke discussies ze deelnemen, maar niemand kan van het platform worden verwijderd, alleen geblokkeerd.
Het betekent dat Mastodon net als andere initiatieven kampt met groepen die het liever niet zou hebben. En in tegenstelling tot de grote platforms kan ceo Eugen Rochko daar niets aan veranderen. Dat komt door een cruciaal verschil tussen Mastodon en platforms als Twitter. In Musks vrijheidgedreven utopie staat nog steeds een centrale autoriteit centraal die de scepter zwaait over moderatie: Musk zelf. Mastodon is daarentegen een soort verzameling van individuele sites waarop gebruikers communiceren en waar gemeenschappen hun eigen moderatie bedenken, waarop niemand anders invloed heeft, ook Rochko niet.
Omdat de code van Mastodon open source is, kan iedereen een eigen groep beginnen. Twitter is juist gecentraliseerd: alle regels gelden er voor iedereen en als Musks aankoop doorgaat, zijn die compleet afhankelijk van de grillen van een buitengewoon grillige man, de rijkste op aarde.
Dat levert meer gevaren op dan een ongeciviliseerd debat. Musk zou in theorie van elke gebruiker berichten kunnen lezen en gebruikersgegevens als privé-chats aan staten kunnen verkopen als hem dat marktvoordeel oplevert. Daarbij komt dat Musk wil dat iedere gebruiker zich ‘authentificeert’, zodat Twitter in elk geval aan de achterkant weet van wie een account is. In het mildste geval zullen gebruikers nu en dan moeten aantonen dat ze geen robot zijn, in het ergste geval betekent het dat Musk binnenkort van elke gebruiker een identiteitsbewijs verlangt.
Wat voor Mastodon werkt, zijn de kleine groepen waarin mensen zichzelf reguleren. Wie nu op de Mastodon-servers belandt, schrijft Pardes, ‘neemt deel aan een experiment om te onderzoeken of gemeenschappen beter kunnen functioneren met zelfmoderatie, en door zichzelf te organiseren in gelijkgestemde groepen’.
In de discussie over De Groene Ruimte werd iets soortgelijks geopperd: in kleine groepen vrijwilligers vragen of ze een oogje willen houden op het verloop van het gesprek, en aan de bel trekken zodra de huisregels worden overtreden.
Kaye is enthousiast over Mastodon. Liever nog zou hij zien dat het publieke debat zich over het hele internet verspreidt. De situatie van voor de online discussie, waarin de ideeënmarktplaats werd gemodereerd door gatekeepers, noemt hij zeer problematisch: ‘Er was iets bijzonders aan het internet van vóór de sociale media, het blogtijdperk. Mensen konden een idee breed uitmeten en dat koppelen aan hun invloeden, de dingen die ze bekritiseerden of waarop ze voortbouwden. Iedereen kon een blog hebben, maar de populariteit ervan was ook afhankelijk van de reputatie van de auteur. Er ontstond een ruimte die uit meer bestond dan mensen die tegen elkaar schreeuwden. Ik heb het gevoel dat we terug moeten naar die tussenruimte.’
Misschien vinden we die wel, denkt Kaye, maar hij denkt niet dat dat Twitter zal zijn.
Mocht de Musk-deal doorgaan, dan is Twitter niet langer de plek voor internetters die echte online vrijheid zoeken. Als Musk echt van plan is absolute vrijheid van meningsuiting door te voeren, is dat verschrikkelijk nieuws, schreef journalist Gilad Edelman op Wired, omdat elke legale uitspraak toestaan zou betekenen dat Twitter opengesteld wordt voor expliciet racisme, antisemitisme, homofobie en pleiten voor geweld. ‘Als dit niet echt Musks bedoeling is, zijn zijn opmerkingen nog steeds verschrikkelijk nieuws: het betekent dat hij bijna geen tijd heeft besteed aan serieus nadenken over vrijheid van meningsuiting voordat hij probeerde Twitter te kopen in naam van de vrijheid van meningsuiting.’
Het publieke debat moet ook online op een waardevolle manier kunnen plaatsvinden. Op 17 en 18 mei vertellen we over het experiment met De Groene Ruimte op de Public Spaces-conferentie in Pakhuis de Zwijger, waar wordt gewerkt aan een digitale wereld gebaseerd op publieke waarden