Brussel – Het was voor veel Belgen even schrikken toen de maatregelen om de verspreiding van Covid-19 in te dammen werden bekendgemaakt. Alle cafés en restaurants dicht! Zo voelt het dus om kordaat bestuurd te worden, niet echt een Belgische gewoonte. Van de weeromstuit werden in het hele land op vrijdagavond lockdown-feestjes georganiseerd, daarna gingen de cafédeuren definitief dicht, in ieder geval tot 3 april.

De verbazing over de drastische maatregelen was des te groter omdat de bevolking nog maar net was bekomen van het nieuws dat in België maar liefst acht (!) ministers bevoegd zijn voor gezondheid. Eén voor alle Belgen, één voor de Vlamingen, één voor de Walen, twee voor de Franstalige gemeenschap, één voor de Nederlandstaligen in Brussel en één voor de Brusselse Franstaligen en voor de volledigheid ook nog één voor de 77.000 Duitstaligen in het land.

Die acht ministers zorgden niet bepaald voor duidelijkheid. Terwijl de ene minister de eerste coronadode aankondigde en extra maatregelen bepleitte, zei de ander dat dit een beetje voorbarig was. Zelfs politici opperden dat acht ministers misschien wat veel was. Voor het klimaat bijvoorbeeld zijn maar vier ministers bevoegd. Omdat er geen hiërarchie bestaat tussen de deelstaten, kan iedereen doen wat hij wil. Dat geldt voor het klimaat, maar dus ook voor gezondheid.

De drastische maatregelen kwamen er dan ook niet zonder slag of stoot. De Nationale Veiligheidsraad zat urenlang bijeen. Vlamingen en Walen bleken het niet eens over wat er met de scholen moest gebeuren. Franstaligen wilden de scholen sluiten, net als grote broer Frankrijk. Vlamingen wilden de scholen openhouden, omdat veel experts vrezen dat een sluiting een averechts effect zal hebben. Resultaat was een typisch Belgisch compromis: de scholen zouden sluiten, maar moesten wel opvang organiseren voor kinderen die nergens anders heen kunnen.

Ook werden er schuchtere pogingen ondernomen om een noodregering te vormen. Maar die ‘coronaregering’ kwam er niet, omdat Walen en Vlamingen het niet eens konden worden, onder andere over wie dan premier zou worden. Dat was dan weer helemaal in overeenstemming met de afgelopen maanden. Het minderheidskabinet met drie partijen, dat al sinds december 2018 het land poogt te besturen, krijgt de komende maanden wel de steun van zeven oppositiepartijen om de coronacrisis aan te pakken.

Eén troost hebben de Belgen wel: afhaalmaaltijden mogen nog steeds. De frietkotten kunnen dus gewoon openblijven.