Vorige week bracht de Oekraïense president Volodymyr Zelensky een verrassingsbezoek aan Nederland. De timing van het bezoek, op 4 mei, was reden voor de partijleiders van PVV en BBB om zich af te melden. De laatste lichtte haar besluit toe via de sociale media. Ze vond het ‘niet gepast’ om te komen, want 4 mei is de dag ‘dat we ONZE oorlogsslachtoffers herdenken’. Een onversneden staaltje groepsdenken op 4 mei, vanwege 4 mei. Het zegt iets over de politieke actualiteit van dodenherdenking. Deze rel is een teken van een nieuwe tijd. Een nieuwe tijd, waarin oude dingen weer normaal zijn: oorlog in Europa en fascisme in zijn landen.

Op 3 mei hield de Nederlandse minister van Defensie Kajsa Ollongren een Europarede in Maastricht. De minister markeerde de nieuwe tijd: ‘Of je van voor of na de Tweede Wereldoorlog bent, van voor of na de val van de Muur, we zijn allemaal van na 24 februari 2022.’ Anders gezegd: het achteraf (van na de oorlog) is op die datum in Europa een vooraf (aan een nieuwe oorlog) geworden. Dit betekent overigens niet per definitie dat de landgenoten van de minister dit ook zo zien. Velen willen niets, of niet zoveel, te maken hebben met de financiële en langdurige implicaties die Ollongren aan haar periodisering verbond. Sommigen distantiëren zich al expliciet: #nietmijnoorlog. Dat is niet zomaar.

Dit is het gevolg van wat misschien wel de grootste Europese vergissing is geweest van de afgelopen decennia. Dat we elkaar voortdurend wijs maakten dat we leven in een ‘Europa van achteraf’, in het Europa van ná de oorlog; en daar tot op de dag van vandaag – zeker in West-Europa – mee doorgaan. Terwijl dat ‘achteraf’ al lang voorbij is. Dat is al jaren zo. Met het uitsterven van de generatie die ‘dat achteraf’ echt meemaakte, verandert de werkelijkheid. Het achteraf van ooit is een vooraf in het nu. Het begin van dat vooraf lag ver voor 24 februari 2022. Maar onze samenlevingen wilden dat liever niet zien.

Elk Europees land ontwikkelde zijn variant op de vergeetpraktijk

Iemand die dit wel zag en wees op de urgentie om dit breder onder ogen te zien is Aleida Assmann, emeritus hoogleraar Engels en algemene literatuur aan de universiteit van Konstanz. In haar boek Der europäische Traum uit 2018 schreef ze dat we het einde van het naoorlogse Westen beleven. En dat dit het Europa van de Europese integratie verplicht tot een nieuw handelingsperspectief. Daarbij draait het volgens Assmann allemaal om ‘on-vergeten’. Wat bedoelt ze?

In het naoorlogse West-Europa gold vergeten niet als repressie, maar als een praktijk van bevrijding. In 1946 riep Winston Churchill op tot een gemeenschappelijk vergeten, omdat Duitsland en Italië zo weer konden worden opgenomen in West-Europa, waarmee de geallieerde belangen gediend waren. In West-Duitsland streefde de christen-democratische bondskanselier Konrad Adenauer er vanaf 1949 naar om ‘waar dat aanvaardbaar lijkt, het verleden achter ons te laten’. In Italië verkondigde de krant van de Christen-democratische Partij: ‘We hebben de kracht om te vergeten! Vergeet zo snel mogelijk!’

Ieder Europees land ontwikkelde zijn eigen variant op deze vergeetpraktijk, passend bij de eigen geschiedenissen, van schuld, moed en lafheid, van genocide, bezetting, collaboratie en verzet. Volgens Assmann is het intussen de hoogste tijd om te gaan ‘on-vergeten’. Dat is belangrijk, omdat Europa zichzelf niet langer kan redden door het Amerikaanse voorbeeld te volgen: de EU moet op eigen benen staan, en snel. Maar om dat te kunnen is het volgens Assmann noodzakelijk de mentale stap zetten die on-vergeten mogelijk maakt. Dat begint met erkennen dat het populaire zelfbeeld van Europa als een baken van rede, vrijheid en democratie ook een naïeve reflectie is die past bij een verwrongen collectief geheugen; een gevolg van onze onbeholpen – vergeetachtige – omgang met onze trauma’s.

Deze mentale kramp – die voor de wereld die niet gehinderd wordt door een eurocentrische blik al zo lang een bron voor cynisme en verdriet vormt – moet nu door onszelf weggemasseerd worden. Althans, als we willen dat onze naoorlogse idealen, de idealen waar Oekraïne zich aan vastklampt, overeind blijven. Daarbij hoort een herdenken (van de oorlogsslachtoffers) en een vieren (van de bevrijding) gecompleteerd met een on-vergeten van onze trauma’s rond geweld en escapisme in fascisme. En of dat urgent is!