© VPRO

Sec de levensfeiten van Carola Schouten kunnen eigenlijk al niet meer verbeterd worden met een persoonlijk verhaal. Ik bedoel, wat kun je anders dan buigen voor iemand die samen met haar moeder en zussen het boerenbedrijf draaiende hield na een gruwelijk ongeluk waarbij haar vader overleed, die tijdens haar studie zwanger raakte, geld noch huisvesting had en desondanks in haar eentje haar zoon grootbracht, als prille dertiger lid werd van de Tweede Kamer en zes jaar later toetrad tot het kabinet-Rutte III als minister van een departement dat ook het ministerie van Onverenigbare Zaken had kunnen heten. ‘And she’s a christian too!

Dat Schouten bijna een Zomergastenavond lang haar gezicht in een tamelijk serene plooi kon houden, maakte de avond adembenemend en volkomen statisch tegelijk. Wat had ik dan verwacht? Schouten is voor alles een keiharde werker, een doorzetter, en de afgewogen manier waarop ze sprak over de beroepsgroep die alweer met idioot vertoon het Mediapark op kwam rollen om haar persoonlijk te belagen – ‘Ik wil heel graag dat de boeren een toekomst hebben in dit land’ –, doen mij volledig geloven dat zij de beste persoon is op de juiste plek. Ze weet waarover ze spreekt, heeft kennis van zaken, oog voor de korte en lange termijn, verbindt een hartstocht voor cijfers met een empathie voor mensen en heeft een krachtig zelfbehoud, zoals ze de hele avond liet zien.

Haar Zomergastenavond werd getoonzet met doorzetters en gelovers van verschillend allooi, van wielrenners tot volkshelden, mensen met goede bedoelingen, brave borsten, slachtoffers, een beetje te braaf wat mij betreft. Eens in de drie jaar Primo Levi herlezen, really? Wat ligt er nu op haar nachtkastje? Mijn banale nieuwsgierigheid roerde zich. Pak je kansen! Zeg hoeveel je van je kat houdt, voordat mensen weer gaan denken dat je niet om dieren geeft. Is Tel Aviv, of all places, de enige plaats waar je meer bent dan wat je doet? Wat wil ik van een politicus, vroeg ik me ondertussen af. Toch dat het een mens is, misschien zelfs met –sch, eentje in übervorm, maar wel eentje die buiten het gebaande durft te treden. Die meer zegt dan het voordehandliggende dat maatschappelijke ideeën nu eenmaal in verandering zijn, of dat het kwaad zegeviert als we de mens niet meer zien.

Misschien wíl ik het van de weeromstuit erin zien, maar ik dacht Schouten dus steeds meer te zien worstelen om de controle te houden. Net als Inez Weski wilde ze niet teveel privézaken bespreken, alleen zei ze dit niet zo expliciet. Misschien worden dit soort dingen van tevoren afgesproken, ik weet het niet. En dus bleef haar moeder een tamelijk flat character, ‘ik bewonder haar enorm’. Ze had denk ik zelf niet in de gaten hoeveel meerzeggend het verhaaltje over haar vader was, aan haar ontlokt door de prettig nuchtere Janine Abbring. ‘Mijn vader zag mij.‘

De vraag ‘ben ik goed genoeg?’ kwam in verschillende vormen terug, waarop ik steeds platvloerser dacht: maar waarom zou jij niet goed genoeg zijn? De genade wordt aan je gegeven, probeerde ze uit te leggen aan Abbring. En dat Jezus haar leert: jij bent geliefd. Waarom ik? vroeg ze zich in dezelfde adem af als de paus die geroepen wordt maar niet wil in The Two Popes, waaruit ze een fragment liet zien. Dat zij zich blijft afvragen of zij de geroepene is, maakt haar kwetsbaar en sterk tegelijk. Ik moest denken aan hoogleraar en terrorisme-expert Beatrice de Graaf die datzelfde heeft. Jezus in het hart van een ambitieuze en intelligente vrouw kan blijkbaar iets heel krachtigs opleveren. Tegelijkertijd begon ik me steeds sterker af te vragen: wat is het dat zij zichzelf niet kan vergeven? Misschien dat ze U2 van stal haalde met het nummer ‘Jahweh’, als een manier om de naam van god te laten scanderen.

‘Ik wil een lieve moeder zijn.’ Opeens zat ze daar naakt. Het verwonderde gezicht van Abbring maakte dat ze dit toch weer op z’n allerbraafst aanvulde met dat ze ook die betrokken zus en dochter wilde zijn, en de betrouwbare politicus. Het is goed, Carola Schouten.