
De jonge Marcantonio leerde voor kunstenaar in Bologna, waar hij ook geboren was. In de werkplaats was hij van de lokale schilder Francia. Met opzet noem ik het kunstenaar waarvoor Marcantonio in de leer was. In die tijd in de Renaissance, lang dus voordat er een industriële en zakelijke productie bestond, moest alles met de hand gemaakt worden – eventueel met eenvoudige gereedschappen. Van bepaalde van die voorwerpen die gemaakt werden, wilden de klanten die ze bestelden dat ze mooi en sierlijk waren – soms ook kostbaar. Dat luisterrijk versieren van wat versierd moest worden, dat deden kunstenaars. In het atelier van zo iemand als Francia kon je dat alles leren. Daar waren er toen heel veel van, van die werkplaatsen waar dingen gemaakt werden die simpelweg mooi waren. Maar een enkeling kon bijvoorbeeld een Madonna werkelijk oogstrelend verfijnd schilderen en beter dan anderen. Dat was dan Rafaël. Zijn Madonna’s kwamen in de rijkste kerken en kapellen te hangen. Maar ook in eenvoudige dorpskerken of bij een boer thuis was behoefte aan devote beeltenissen van de Moeder Gods. Die maakten eenvoudige schilders die dat ook een beetje konden – omdat ze het immers konden afkijken bij de grote divino Raffaello.
Behalve schilder op een lokale markt was Francia ook goud- en zilversmid. Hij was een versierder op niveau. Ook was hij handig in een soort zilverversiering die niëllo heet. Ik denk dat Marcantonio eerst speciaal dat daar heeft geleerd. Niëllo is een legering van zwavel met zilver, koper en lood – een soort pasta. In het gladde oppervlak van zilveren voorwerpen worden decoratieve figuren gegraveerd of gesneden. Daar wordt niëllo in gewreven dat bij verhitting glanzend zwart wordt en een sierlijke tekening van zwart in zilver oplevert. Door dat snijden in zilver, stel ik me voor, kreeg Marcantonio die behendige vingervlugheid van het graveren in de vingers.
Hij wist uit die ervaring wat hij zag toen hij in 1506, hij was net twintig jaar oud, op bezoek in Venetië bij een handelaar de kloeke houtsneden zag van Albrecht Dürer waarvan de wendbaarheid van lijn hem overrompelde. Dat werd door Giorgio Vasari verteld in zijn levensbericht over Marcantonio. Al zijn geld had hij uitgegeven aan Dürers houtsneden. Om ze beter te leren kennen, vooral hun lijnvoering, ging hij kopieën maken op koperplaten. Met de beginselen van graveren was hij vertrouwd geraakt door het versieren van zilver. Zo ontdekte hij zijn begaving voor de prentmakerij.

Een paar jaar later raakte hij in Rome met Rafaël bekend. Zakelijk als Andy Warhol had die door hoe je met prenten de faam van je werk ver kon vergroten – gravures, dat wil zeggen, op papier, in levendig handschrift, in handzame formaten. Zo werd Marcantonio de prentmaker van dienst bij Rafaëls handel. In Bologna had hij nog Bolognese geheten, maar nu werd zijn kunstenaarsnaam Raimondi.
Een voorbeeld: het motief van de stijlvolle gravure Twee fauns dragen een kind in een mand, heeft hij gevonden op de zijwand van een antieke sarcofaag. Zulke overblijfselen uit de Romeinse oudheid werden in de Renaissance op openbare plekken bewaard. Ze hielpen de herinnering aan een eerbiedwaardig verleden levend te houden. Begin zestiende eeuw, toen ook de prent gemaakt werd, stond de monumentale sarcofaag opgesteld op de binnenplaats van het Palazzo Venezia in Rome. Ik hou zeer van Marcantonio’s gravures vanwege de statig beheerste lijnvoering die uitzonderlijk is en die mij herinnert aan de weergaloze prenten van Donald Judd die ook onvergetelijk zijn. Iemand heeft de prent met de Twee fauns besteld. Ik weet niet wie. Maar ik zie dat Marcantonio er iets bijzonders in zag. Hij zag de ondiepe ruimte van het strakke reliëf. Dat grijs is bedachtzaam verticaal gegraveerd. Links en rechts twee bomen, eigenlijk samenvattingen van bomen. Daartussen hangt een los bewegend gordijn geknoopt dat is gegraveerd in donkere horizontale lijnen. Dan daarvoor de twee energieke gestalten die daar staan en zich uit elkaar en ook voorwaarts bewegen. Ze spannen zich in om de raadselachtige mand met kind te dragen. Ik zag met welke beheersing Marcantonio in zijn gravure de passages bij elkaar brengt. Het evenwicht tussen oppervlak en diepte is adembenemend, net als het evenwicht tussen verticaal en horizontaal gegraveerde lijnen. Dat zie ik omdat ik ook Judd kan zien. Ik ben nog niet klaar met deze betovering. Tot volgende week.