We laten nu al weer zien dat we geen Charlie zijn. En stiekem wisten we dat ook wel. Een leraar in Heemstede moet een spotprent verwijderen en door het stof voor boze ouders. Op dezelfde dag laat het parlement zien dat we ook niet echt iets wezenlijks van de Charlie-tragedie hebben geleerd. In plaats van een waardige eensgezinde vertoning zoals in de parlementen van Engeland, Frankrijk of Canada vervallen onze gekozenen al weer in campagnetaal en kleinzielige persoonlijke aanvallen. En dan de komende dagen weer hijgend op de lottogetallen van Maurice de Hond wachten.
We hebben het gewoon niet. Het zit niet in ons. We zijn rekenmeesters en burgermannen.
Wereldkampioen zullen we nooit worden, behalve in zelfbedachte sporten als het gezellig gemengde korfbal en rondjes schaatsen op hoempapamuziek.
Visionairen in de politiek zullen we niet voortbrengen.
Drees en Fortuyn begrepen een aantal dingen, maar de oogst is karig. Politici hebben we zat, staatsmannen niet echt.
Een beetje hoop had ik in het eerste deel van de week toen ik Aboutaleb en Van der Laan hoorde, maar het tafereel in de Tweede Kamer bij het Parijs-debat was ontluisterend. Populisme en naïviteit trokken touw en het tv-volk keek als een koe naar onweer. En zapte weg naar Boer zoekt vrouw of Naakt koekhappen met sterren.
Een arts moet iets van een therapie hebben voor een patiënt, een loodgieter moet toch wel een beetje weten hoe hij een gootsteen ontstopt en een politicus moet een visie hebben. En dan bedoel ik niet een visie hoe hij meer zetels pakt of een concurrent aanpakt maar hoe het moet met het land. Nu en in de toekomst. Zeker in tijden van onzekerheid en vermeende dreiging.
Wat gaan we doen, volgens de politieke kaste? Hoe gaan we het land op rails krijgen? Hoe zorgen we voor binding, veiligheid en perspectief? Nou… hier komt-ie:
het internet censureren, de islam verbieden, mensen slachtofferschap aanpraten, privacy inperken of nog meer respect voor wraakzuchtige imaginaire vriendjes.
Dat was ongeveer de oogst qua oplossingsgerichtheid.
Dat kan anders. Maar dan moet je het ook wel kunnen. Dan moet je niet alleen eloquent zijn maar je moet ook echt een horizon hebben om te kunnen schetsen. Dat eloquente, dat hebben sommigen in Den Haag best wel. Dat is ook het minst moeilijke, het leuk brengen. Pechtold is niet op zijn mondje gevallen en Geert is bij tijd en wijle geestig. Alleen is politiek geen cabaret.
Het is lullig om amateurvoetballers een YouTube-filmpje van Messi te laten zien, maar toch raad ik politiek Den Haag aan om tijdens de lunchpauze eens te luisteren hoe een aantal van mijn politieke helden hun vergezichten vorm gaven.