In de derde alinea van de Troonrede wordt in drie zinnen de Nederlandse betrokkenheid bij de oorlog in Afghanistan behandeld. Het is een van de conflictgebieden waar wordt ‘bevestigd dat onze solidariteit de landsgrenzen overstijgt’. Het woord oorlog is vermeden. Wel verdienen onze militairen die daar ‘met gevaar voor eigen leven hun zware taak vervullen, onze niet-aflatende waardering. En wij denken aan hen die vielen en hun nabestaanden.’ Ik geef toe, een Troonrede is geen legerbericht of een politiek commentaar en de ministers Van Middelkoop en Verhagen zullen er nog uitvoerig op terugkomen. Maar een soldaat die de kans loopt te worden doodgeschoten en om dit te voorkomen de vijand doodschiet, neemt deel aan een oorlog. Hier wordt het volk met een heel klein kluitje in het riet gestuurd.
De oorlog in Afghanistan begint steeds meer te lijken op die in Irak, nadat president Bush daar op 1 mei 2003 de overwinning had uitgeroepen. Het was toen in Bagdad geen triomf maar het begin van een periode van bloedige chaos, die aan een ongeteld aantal Irakezen en ruim vierduizend Amerikaanse soldaten het leven heeft gekost. Pas in 2007, met de surge, de vijftienduizend soldaten extra en een nieuwe strategie onder leiding van generaal Petraeus, kwam de zichtbare verbetering, wat overigens niet wil zeggen dat Irak nu een weerbare democratie is. Wel heeft deze onderneming de Amerikaanse belastingbetaler al drie biljoen dollar gekost.
Over deze financiële kant hebben de economen Joseph Stiglitz, winnaar van de Nobelprijs, en Linda Bilmes van de Universiteit van Harvard een boek geschreven, in het Nederlands vertaald onder de titel De oorlog van $ 3 biljoen. (Een biljoen is een 1 met twaalf nullen). Het is de analyse en de beschrijving van een catastrofe, een verhaal over zich opstapelende vergissingen, leugens, zelfbedrog en zelfoverschatting. In serieuze Nederlandse kranten is het uitvoerig besproken, Nova heeft in juni bij het verschijnen ervan een interview met Stiglitz gehad. En ik vraag me nu af of het ook door Nederlandse politici is gelezen.
De toestand in Afghanistan verslechtert met de dag. De oorzaken daarvan zijn bekend. De Taliban hebben zich gereorganiseerd, ze opereren vanuit de voor westelijke strijdkrachten vrijwel ontoegankelijke grensgebieden tussen Pakistan en Afghanistan. Washington verkeerde in de overtuiging dat het voor de strijd daar kon rekenen op het leger van president Musharraf. Een vergissing. Musharrraf is opgevolgd door Asif Zardari die er evenmin in slaagt de toestand onder controle te brengen. Op 3 september hebben Amerikaanse special forces een geheime operatie in het grensgebied uitgevoerd. Het bleef niet geheim. Pakistan beschouwt het als een schending van zijn soevereiniteit. Dit weekeinde bevestigde het verzet – de militanten, de Taliban of al-Qaeda – zijn aanwezigheid door bij het Marriott Hotel in Islamabad een zware bom te laten ontploffen. In Afghanistan groeit de weerstand van de bevolking tegen de westelijke troepen. Er vallen veel burgerslachtoffers en met de wederopbouw schiet het niet op.
In Washington wordt er nu over gedacht om ook in Afghanistan een surge te beginnen. In Irak zijn minder troepen nodig. Die kunnen naar het nieuwe front om daar hun heilzame werk te doen. Zo wordt het voorgesteld. Het is opnieuw een grove simplificatie. Ten eerst is de surge niet zo’n doorslaand succes als ons nu wordt verteld. Ten tweede is Afghanistan op z’n minst even gecompliceerd als Irak, maar op een volstrekt andere manier. Vraag dat aan de Britten en de Russen. Die hebben er ervaring mee. En ten slotte is het de vraag of de Amerikanen moreel bereid en financieel in staat zullen zijn de grootste lasten van de volgende oeverloze onderneming te dragen.
In een artikel in The Guardian (13 augustus) heeft Stiglitz tegen een nieuwe surge gewaarschuwd. Irak heeft bewezen dat het eenvoudig niet mogelijk is om door middel van geweld en een bezetting een land naar westerse maatstaven te hervormen. Bovendien wordt nu, door de Amerikaanse economische crisis, duidelijk dat het aan financiële middelen gaat ontbreken. Geen mens kan voorspellen hoe de verhoudingen met Pakistan zich zullen ontwikkelen, welke verrassingen ons na de oorlog in Georgië misschien te wachten staan. Zoals nu blijkt, hebben de Amerikanen zichzelf de afgelopen tien jaar al bijna failliet geleend. Laten we hopen dat ze er niet toe komen zich ook nog failliet te vechten. If you can’t beat them, join them, is een Amerikaanse uitdrukking. Een variant: at least start talking to them. Dat hebben ze onder Bush verleerd. Probeer dat eens met de Taliban. En laat Nederlandse soldaten niet het slachtoffer worden van militair wanbeheer.
En verder ben ik van mening dat er een parlementair onderzoek naar onze betrokkenheid bij de oorlog in Irak moet komen.