Protest tegen Richard Sackler en Purdue Pharma in het Guggenheim Museum in New York, Verenigde Staten. 9 februari 2019 © The New York Times / HH

De 7690 Sackler is een brok steen met een doorsnede van bijna tien kilometer die ergens tussen Mars en Jupiter zweeft. Het is een van de honderdduizenden dwergplaneetjes, of planetoïden, en werd ontdekt door de Leidse astronomen Kees van Houten en Ingrid van Houten-Groeneveld. De ontdekker van een planetoïde mag het object een naam geven en het echtpaar Van Houten vernoemde dit dwergplaneetje naar Raymond en Beverly Sackler, ‘voor hun wijze, opmerkzame en gulle steun aan de kunst en wetenschap’.

De Universiteit Leiden heeft op veel manieren geprofiteerd van de steun van de Sacklers. Zo doen Leidse sterrenkundigen tegenwoordig onderzoek in het Sackler Laboratory for Astrophysics en is er een jaarlijkse Sackler-lezing voor internationale sterrenkundigen. Die lezing moet niet worden verward met de Sackler Distinguished Lecture on Human Rights, die elk jaar op de Dag van de Rechten van de Mens wordt uitgesproken, ook in Leiden. Verder is er nog de Raymond and Beverly Sackler-leerstoel voor Amerikanistiek en reikt de universiteit onder meer een Sackler Scholarship uit aan excellente studenten. De universiteit ontving hiervoor tussen 1999 en 2011 ruim 2,5 miljoen euro van de Sackler-familie.

De Universiteit Leiden is lang niet het enige instituut dat geniet van de filantropie van de Sacklers. Zo schonk de familie in het verleden ook geld aan de universiteiten van Oxford en Columbia en zijn er Sackler-gebouwen in musea als het Metropolitan en het Guggenheim in New York, Tate Modern in Londen en het Louvre in Parijs. Raymond Sackler werd in 2004 benoemd tot officier in de orde van Oranje-Nassau.

De Sacklers zijn filantropen zoals je ze graag wil hebben: ze geven gul, vragen in ruil alleen een plakkaat met hun naam erop boven de ingang van een laboratorium of ergens in de hoek van een kunstgalerie en bemoeien zich verder niet met de politiek of het publieke debat. Toch raken de miljardairs langzamerhand uit de gratie. Hun bedrijf Purdue Pharma is namelijk de maker van Oxycontin, de merknaam van de pijnstiller oxycodon. Oxycodon is verwant aan heroïne en morfine en is minstens zo verslavend. Miljoenen Amerikanen gleden de afgelopen jaren van een pijnstillerafhankelijkheid in een heroïneverslaving, ruim vierhonderdduizend stierven door een overdosis. Het familiebedrijf Purdue wordt momenteel in 36 Amerikaanse staten aangeklaagd voor misleidende verkooppraktijken.

In 1952 kochten de drie broers Raymond, Mortimer en Arthur Sackler het bedrijf dat ze later Purdue Pharma zouden noemen. De Sacklers, alle drie van oorsprong arts, verdienden hun geld aanvankelijk met laxeermiddelen en medicijnen tegen overtollig oorsmeer. Maar in de jaren tachtig had het bedrijf succes met een variant op morfine en ging het zich steeds meer richten op pijnstilling. De echte klapper kwam in 1996, toen Purdue Oxycontin op de markt bracht: een pijnstiller die krachtiger is dan morfine, maar zonder de risico’s op verslaving. Althans, dat is wat Purdue de artsen wijsmaakte.

De farmaceut bracht Oxycontin op de Amerikaanse markt met een ongekende marketingcampagne. Duizenden vertegenwoordigers werden het land in gestuurd om artsen ervan te overtuigen het middel voor te schrijven. Aanvankelijk richtte het bedrijf zich vooral op Appalachia, een bergachtige regio die loopt van Pennsylvania tot in het Amerikaanse diepe zuiden. Het is een deel van de rust belt, het gebied waar vroeger zware industrie was maar waar de fabrieken tegenwoordig staan weg te roesten, het is coal country, waar de kolenmijnen jaren geleden sloten. De redenering van Purdue was: hier wonen veel mensen die fysiek zwaar werk doen of deden, die chronische pijnklachten hebben en arbeidsongeschikt zijn geraakt. Bijkomend voordeel was dat arbeidsongeschikten, in tegenstelling tot veel andere Amerikanen, recht hebben op de zorgverzekeringen Medicare en Medicaid. De staat betaalde de rekening voor hun pillen.

Verkopers van Purdue overtuigden de artsen van Appalachia van de voordelen van de pijnstillers en de zeer geringe kans op vervelende bijwerkingen, zoals verslaving. Minder dan één procent kans op verslaving en misbruik, zo luidde de mantra. Huisartsen werden getrakteerd op etentjes en luxe snoepvakanties door Purdue en sloegen massaal aan het voorschrijven. Hoe meer artsen werden overtuigd, hoe groter de bonus voor de Purdue-vertegenwoordigers. Zoals een verkoopmanager in de staat Tennessee in een interne memo schreef: ‘$$$$$$$$$$ It’s Bonus Time in the Neighborhood.’

De campagne werkte maar al te goed. Steeds meer mensen slikten niet alleen de pillen, maar verpulverden het spul om het te snuiven of te spuiten. Sommige huisartsen ontpopten zich tot pill mills, in feite tot drugsdealers die iedereen, zonder verdere vragen, een recept gaven. Arme Amerikanen die de pillen legaal op recept verkregen verkochten ze door op de zwarte markt.

De opioïdenepidemie werd zo groot, zo ernstig en zo ingrijpend dat de term ‘Amerikaanse toestanden’ er al lang geen recht meer aan doet. Tussen 2006 en 2016 ontvingen twee apotheken in het stadje Williamson in West-Virginia, 2900 inwoners, 21 miljoen opioïden, zo onthulde de Charleston Gazette-Mail. Een apotheek in het stadje Kermit, ook in West-Virginia, verkocht in één jaar tijd ruim drie miljoen pillen – er wonen vierhonderd mensen in Kermit.

Ook de Universiteit Leiden weet niet of ze van de Sackler-naam af kunnen komen

Toen het verslavingsgevaar van Oxycontin bekend werd en de overheid de pijnstillerverkoop strenger reguleerde, stapten patiënten over naar heroïne en fentanyl, illegale opioïden, gretig verstrekt door Mexicaanse drugskartels die toevallig naar een nieuwe markt op zoek waren omdat in dezelfde periode Amerikaanse staten marihuana begonnen te legaliseren.

De gemeenschappen in Appalachia vallen inmiddels volledig uit elkaar, kinderen groeien op zonder ouders. Brandweermannen en ambulancemedewerkers hebben standaard naloxon op zak, een medicijn dat een opioïde-overdosis kan verhelpen. In 2014 werden 32.000 Amerikaanse baby’s geboren met een opioïde-afhankelijkheid, dit aantal was in de voorgaande tien jaar vervijfvoudigd en is sindsdien waarschijnlijk alleen maar verder gegroeid. In 2017 overleden er in de VS elke dag ruim 130 mensen aan een overdosis opioïden. Het is voor Amerikanen onder de 55 zelfs doodsoorzaak nummer één.

Al in 2003 concludeerde zowel de Amerikaanse medicijnwaakhond fda als de drugspolitie dea dat Purdue de verslavingsrisico’s van Oxycontin bewust had gebagatelliseerd. Volgens het bedrijf lag de schuld echter bij onverantwoordelijke gebruikers, die voor hun plezier steeds meer pillen namen. ‘We moeten de mensen die deze medicijnen misbruiken op elke mogelijke manier aanvallen’, zei bestuursvoorzitter Richard Sackler in een e-mail. ‘Zij zijn de schuldigen en zij zijn het probleem. Het zijn roekeloze criminelen.’

Toch belandde Purdue al snel in de beklaagdenbank. In 2004 werd het bedrijf in de staat West-Virginia aangeklaagd omdat het wist dat Oxycontin veel minder lang werkte dan op het label stond. Purdue schikte voor tien miljoen dollar. In 2007 volgde een rechtszaak in Virginia wegens ‘frauduleuze marketing’. Daar bekende het bedrijf zelfs schuld en betaalde het een boete van ruim zeshonderd miljoen. Later in 2007 schikte Purdue in Kentucky en eerder dit jaar in Oklahoma. Alle schikkingen vonden plaats achter gesloten deuren, het bewijs in de zaken blijft verzegeld.

Purdue Pharma is een privaat bedrijf en de Sacklers zijn daarom geen verantwoording verschuldigd aan aandeelhouders. Terwijl de familie haar naam op zo veel mogelijk musea en universiteiten plakt, blijven de Sacklers zelf het liefst zo veel mogelijk op de achtergrond. Van voormalig Purdue-ceo Richard Sackler bestaan bijvoorbeeld niet eens bewegende beelden.

Maar het lukt ze niet meer om uit de spotlights te blijven. Momenteel lopen er in 36 Amerikaanse staten rechtszaken tegen de farmaceut, met Massachusetts en New York als de twee opvallendste. In die staten worden acht leden van de Sackler-familie namelijk ook persoonlijk aangeklaagd. Die zaken zullen daarom ook doorgaan als Purdue een faillissement aanvraagt omdat het de schadeclaims niet kan betalen, iets wat het bedrijf volgens Amerikaanse media overweegt. De openbaar aanklager in Massachusetts beschuldigt de Sacklers van het ‘micromanagen van een bedrieglijke marketingcampagne’. Volgens haar collega in New York hebben de Sacklers en andere opioïdenproducenten ‘een epidemie gecreëerd die de staat teistert, met verslaving, overdoses en sterfgevallen als gevolg’.

Vergeleken met de ramp in Amerika vallen de gevolgen van opioïdengebruik in Nederland mee. Toch gebruiken ruim tweehonderdduizend Nederlanders langdurig verslavende pijnstillers, bleek uit ons onderzoek voor Investico eerder deze maand. Dit aantal nam met ruim zestig procent toe sinds 2010. Schijnbaar onbewust van de rampzalige gebeurtenissen in de VS schreven Nederlandse huisartsen en specialisten de laatste jaren gul meer oxycodon voor. ‘Een kwestie van klantvriendelijkheid’, aldus een orthopeed.

Anders dan in Amerika lijkt de rol van de farmaceutische industrie hier minder prominent. Het patent op oxycodon verliep in 2012, voordat de stijging in het gebruik echt inzette. Er zijn momenteel negen farmaceutische bedrijven die in Nederland oxycodon produceren: er is dus niet één enkel bedrijf dat belang heeft bij een sterke lobby. In ons onderzoek hebben we geen voorbeelden kunnen vinden van zo’n lobby.

Maar het aantal overdoses neemt ook in Nederland toe en er raken steeds meer mensen verslaafd aan deze medicijnen. Al die tweehonderdduizend gebruikers zullen ontwenningsverschijnselen ervaren als ze stoppen. In het Verenigd Koninkrijk worden al sterfgevallen door de zware opioïde fentanyl gerapporteerd.

Prominente Britse en Amerikaanse musea verbreken ondertussen de banden met de Sacklers. Tate Gallery liet vorige maand weten het ‘niet meer juist te vinden om in deze omstandigheden nog geld aan te nemen van de Sacklers’. Het Guggenheim in New York, waar Mortimer Sackler bijna twintig jaar in de raad van toezicht zat, volgde een dag later. In februari dit jaar was de hal van het Guggenheim het toneel van een groot protest tegen de Sacklers. Demonstranten lieten neprecepten voor Oxycontin van de balustrades dwarrelen, uitgeschreven door Richard Sackler. Buiten scandeerden ze: ‘Sacklers lie. People die.’

Het Guggenheim Museum zit contractueel vast aan de naam van het Sackler Center for Arts Education en kan het centrum dus niet anders noemen. Een slim contract, laat dat maar aan de Sacklers over. Ook de Universiteit Leiden weet niet of ze van de Sackler-naam af kunnen komen. Na vragen van De Groene Amsterdammer gaat men na in welke mate de universiteit contractueel gebonden is aan de handhaving van de naamgeving, aldus een woordvoerder, die benadrukt dat de laatste donatie stamt uit 2011. Voorlopig blijft Leiden de Sackler-naam in ieder geval gebruiken, zij het ‘minder actief en prominent dan voorheen’. Ook de Universiteit Leiden komt moeilijk van de oxycodon af.