In de hal voor de ingang van de tentoonstelling Soul of a Nation: Art in the Age of Black Power nemen vijf sprekers op vijf schermen om beurten het woord: Martin Luther King Jr., Malcolm X, James Baldwin, Stokely Carmichael en Angela Davis, gevat in een vlammend betoog voor een groot publiek of in een stil en raak vraaggesprek. Spreekt de een, dan blijven de anderen stil, in afwachting van het moment dat ze opnieuw hun dromen en idealen uit kunnen spreken. Als een riedel, want veel van hun woorden zo bekend, maar hier op de overloop ook als motto, aanjager van de kunst die in de zalen komen gaat.

Hoe kunstenaars hun woorden mee naar huis namen, zwarte kunstenaars, was tot nog toe minder bekend. Met Soul of a Nation laat Tate Modern kunst zien als thermometer van twintig jaar Amerikaanse geschiedenis. Die begint hier in 1963, in de hoogtijdagen van de Civil Rights Movement, met de kunstenaars van de Spiral Group die later een expositie organiseerden met louter kunst in zwart en wit. De wervende en wervelende mars van King werd op een doek van Norman Lewis een schaduwspel van witte verfstreken in het zwart, een toeter van mensen die geleidelijk licht bracht in het donker.

Barkley L. Hendricks, Icon for My Man Superman (Superman Never Saved any Black People – Bobby Seale), 1969 © Barkley L. Hendricks / Courtesy Jack Shainman Gallery,

Elke zaal kent een eigen thema en de kunst springt van de West Coast naar het oosten, van de Los Angeles Assemblage tot de abstracte kunstenaars in New York en Washington DC die met hun ‘witte’ stijl van werken kritiek oogstten. Veruit de meeste werken werden wel tentoongesteld, vaak in het Studio Museum in Harlem, maar bleven buiten de kunstgeschiedenis. Uit Chicago komt het erfgoed van de AfriCOBRA, Afri voor de culturele herkomst, Cobra voor Commune of Bad Relevant Artists. Te midden van kleurrijke schilderijen staat een grijs mantelpakje met om de schouder een kogelriem: krijt in vele kleuren was de munitie.

Achter op de folder bij de tentoonstelling staan foto’s van de kunstenaars afgedrukt, meer dan zestig gezichten in grijstinten tegen een zwarte achtergrond, als een grote familie, een stamboom. Dit zijn de mensen die de (kunst)wereld moet leren kennen, lijkt Tate te willen zeggen, zij vormden de groepen, de zo nodige groeperingen. De bijeengebrachte kunst geeft op de eerste plaats uitdrukking aan die queeste, aan hun strijd. Soms doe je de kunst daarmee te kort maar vaak ook niet – veel is interessant, niet alles sterk – dit is het moment dat de ziel van die natie, zo lang onderdrukt, nu onbekend en dus onbemind, honderduit mag spreken.

Ster van de show is Barkley L. Hendricks, onlangs overleden. Zijn zelfportret hangt op posters door de stad: een man met een Afro, zonnebril op de neus, armen over elkaar voor een blauw T-shirt met op zijn borst het logo van Superman. En daaronder niets, niets dan zijn geslacht dat op de posters buiten iets is afgesneden. De titel van dit frisse schilderij, toch uit 1969, is Icon for My Man Superman (Superman Never Saved any Black People – Bobby Seale).

Soul of a Nation: Art in the Age of Black Power, t/m 22 oktober Tate Modern; tate.org.uk