Kerr serign, Gambia — Kuifje woont weer in Afrika, en beleeft dolle avonturen. Vanuit de ommuurde veste waar Peter Klashorst in dit gehucht Kerr Serign in het West-Afrikaanse Gambia verblijft, klinkt luide reggae. Zijn gedreadlockte chauffeur dobbert op een te klein luchtbed in het zwembad. In en rond het huis hangen Afrikaanse dames en heren rond. «Je bent nét te laat voor het eten. Ik heb vandaag voor iedereen een Afrikaanse maaltijd gekookt.» Een schone Gambiaanse zit met veel smaak wat na te lepelen in de pan. Als Klashorst (45) in een Afrikaans land neerstrijkt is het feest. «Ik kan niet met geld omgaan. Mijn manager stuurt af en toe een nieuwe lading en dat deel ik dan voor negentig procent uit.»

Klashorst is zojuist vanuit Nederland gebeld. Of hij op de kieslijst van de nieuwe partij «O.O. Den Haag» wil staan. Een partij «voor en door kunstenaars», die daadwerkelijk aan de verkiezingen gaat deelnemen. «Het probleem is dat ik geen nee kan zeggen», zegt het schilderende enfant terrible opgewekt. «Politiek en kunst, dat gaat best samen. Trouwens, ik zie dat wel zitten: schilderen in het parlement.»

Klashorst praat zowaar als een politicus, maar dan van het minder conformistische soort. Een soort Fortuyn, maar dan anders. «Fortuyn wilde iedereen weg. Een naar binnen gekeerd Nederland. Terwijl Nederland altijd een land is geweest van «eropuit» en de buit binnenhalen. Als je tegen buitenlanders bent, sluit je jezelf af van de rest van de wereld. Veel westerse toeristen vinden het net als ik heerlijk om hier te zijn. We worden hier gastvrij ontvangen. Maar ik kan geen vrienden uit Afrika uitnodigen in Amsterdam, want ze krijgen geen visum. Ik heb eens geprobeerd een tentoonstelling van Afrikaanse kunstenaars te organiseren. Lukte niet. Dat is toch grof?

Een tijdje terug zag ik op televisie twee Friezen met elk een gigantisch erf voor hun huis. Ze kregen ruzie. De een had zijn coniferen vijf centimeter te veel richting buurman geplaatst. Vreselijk als je zo moet leven. Gebrek aan tolerantie heeft weinig met huidskleur te maken, maar meer met innerlijke frustraties en onvrede die op anderen worden geprojecteerd.»

In Afrika heeft Klashorst heel andere kopzorgen. Drie weken geleden stonden plots agenten van de Gambiaanse geheime dienst aan de poort. Zijn paspoort werd in beslag genomen en hij kreeg te horen dat er een onderzoek tegen hem liep. Klashorst: «Wegens het aanzetten tot prostitutie, drugshandel, handel in paspoorten, frauduleuze praktijken en lidmaatschap van een terroristische organisatie. Compleet krankzinnig.» Een Gambiaanse advocaat en de Nederlandse consul slaagden erin hem voorlopig uit de cel te houden. Maar hij kon elk moment worden gearresteerd.

Een déjà vu, want twee jaar geleden maakte hij nagenoeg hetzelfde mee in buurland Senegal. Op beschuldiging van aanzetten tot prostitutie, losbandige levensstijl en het vervaardigen van naaktschilderijen. Bij zijn huis in een rustige wijk in de hoofdstad Dakar was het een komen en gaan van rasta’s en jonge vrouwen. Er kwamen klachten. Toen hij weigerde de politie te betalen, spendeerde Klashorst een maand in een smerige, overbevolkte cel. Na zijn vrijlating op borgtocht, volgde een wilde ontsnapping zonder paspoort via buurland Gambia naar Nederland. Klashorst: «In dictaturen zijn het dichters, schrijvers, schilders die worden opgepakt. Op het moment dat er een democratie is, is er geen hond meer in hun werk geïnteresseerd.»

Na Senegal woonde Klashorst in Nairobi, Kenia. Daar volgde grotendeels hetzelfde scenario. Veel vrouwen, veel schilderen, roekeloos leven en problemen met de autoriteiten. Hij werd er begin dit jaar twee keer vader, een keer in januari, een keer in maart. En hij kreeg weer met de politie te maken. «Ik kwam eens thuis in Nairobi en er zaten vijf gesluierde vriendinnen voor mijn poort te wachten. Ik woon daar in een blanke buurt. De bewoners waren ongerust geworden door die sluiers en hadden de politie gebeld. Even later viel de politie binnen. Ze verdachten me ervan een fundamentalistische moslim te zijn. Ik bén jaren geleden inderdaad moslim geworden, in Gambia, voor een film die over mij wordt gemaakt. Maar ik kon mijn oren niet geloven. Het is nog een hele James Bond-toestand geworden. De Nederlandse ambassade wilde mij het land uit brengen. Maar dat wilde ik niet; ik had twee hoogzwangere vrouwen in Nairobi. Die kon ik op dat moment niet in de steek laten. Ik ben dus gebleven. Ik wil het hele gezin over een maand naar Nederland halen en daarna zien we wel. Ze kunnen mee naar Gambia. Maar ze zijn vrij om hun eigen leven te leiden. Hun inkomen komt van mij en wordt aangevuld door henzelf.»

Klashorst produceert in Afrika kunst in een hoog tempo. In de grote huiskamer van zijn «Afrikaanse lusthof» spreidt hij recente schilderijen en batiks op de grond uit. «Ik geef hier workshops in een compound. Ik maak de tekeningen op de batiks en mensen die deelnemen, gemiddeld zo’n twintig mensen, kleuren ze in. Daar betaal ik ze ook voor. Zo werkte Andy Warhol ook. Hij liet zijn medewerkers zijn ideeën afmaken of zeefdrukken. Deze batiks komen door toevalligheden tot stand en ik sta elke keer weer verbaasd van het resultaat. Het is heel anders dan de batiks die hier normaal worden gemaakt.»

Klashorst begon zijn Afrikaanse avontuur ooit in Gambia. In het Amsterdamse bordeel Non-stop ontmoette hij een Afrikaans meisje dat van onder tot boven onder de littekens zat. «Ze zei dat het een schoonheidsideaal was, maar mij leek het eerder te maken te hebben met voodooachtige toestanden. Ze zag eruit als een wandelend Afrikaans kunstwerk. Sindsdien is Afrika voor mij een bron van inspiratie.»

Zijn gang naar Afrika bleek ook een uitstekende gelegenheid om het westerse kunstwereldje te ontvluchten, dat hij meer dan zat was. «Het gaat echt alleen maar over wie waar tentoonstelt en welke criticus wat over wie schrijft. Het is zo saai. Zelfs in New York, waar ik een tijdje heb gezeten, is het altijd hetzelfde gezeur. Afrika heeft een soort genadeloosheid, hardheid waar veel schoonheid in schuilt. Je kunt hier nooit verslappen. Ik moet altijd op mijn qui-vive zijn. Ben ik dat niet, dan word ik als een lam tussen de leeuwen verscheurd. In Senegal, Kenia en hier zijn mensen allemaal ontzettend aardig. Totdat ze de kans krijgen om je te rippen, beroven, vermoorden. Dan zijn ze zonder enig medelijden. Dat heeft iets heel moois, zoals het in de natuur gaat. Een leeuw met honger heeft ook geen mededogen met een zebra. In Nairobi was mijn huis het enige blanke huis waar de poort altijd open stond. Iedereen was welkom, met als gevolg dat je op een gegeven moment zelf niet meer welkom bent.

«Hier leven is een confrontatie met jezelf. Afrikaanse vrouwen zijn stuk voor stuk honderd keer sterker dan ik. Zowel op lichamelijk als spiritueel vlak. Er zit ongelofelijk veel power in. Als ik ook maar iets van die kracht in mijn schilderijen kan vatten dan ben ik ontzettend blij. Er gaat op het Afrikaanse continent economisch en sociaal natuurlijk van alles fout. Maar ik zie Afrika als bron van veel dingen. De eerste mens en de eerste kunst kwamen hiervandaan.

«Iedereen die een schilderij van mij koopt doet aan ontwikkelingswerk. Ik betaal hier eten, drinken, schoolgeld voor kinderen, noem maar op. Tegelijkertijd blijf ik me bezwaard voelen. Je voelt je een soort dokter Mengele: die krijgt wel en die krijgt niet. Ook al laat je je geweten spreken, je draagt natuurlijk geen structurele oplossingen aan.»

Klashorst denkt niet ooit nog permanent in Nederland te kunnen wonen. «Ik ben hier zo verslaafd aan. Het Afrikaanse leven werkt als een soort drug. Soms denk ik wel eens: ik moet naar een dokter. Het leven is hier soms echt waanzinnig, op het randje van de afgrond. Je wordt voortdurend bedreigd, gearresteerd. Ik durf dit niet aan mijn ouders te vertellen. Die verklaarden me na het Senegal-avontuur sowieso al voor volslagen gek dat ik weer naar Afrika ging. Maar ja, het schilderen gaat hier heel goed. Als ik dan toch naar de gevangenis moet, dan liever hier. Het valt vast te regelen dat ik er een beetje kan schilderen. Eigenlijk trekt me dat meer dan vrij in Nederland rondlopen.

«In Nederland heb ik periodes dat ik niet meer weet wat ik moet maken. Daar heb ik hier nooit last van. Je hoort van schilders die van alles en nog wat moeten verzinnen. Komen ze weer met een nieuw ‹isme›. En dan maar afwachten of de critici en de museumdirecteur het interessant vinden. Als ik met Rudi Fuchs zit te praten, blijkt dat hij van mijn werk helemaal niets begrijpt. Dan moet je een hersenamputatie hebben gehad of zoiets. De eerste de beste straathoer hier begrijpt mijn schilderijen volledig. Vind ik wel een interessant gegeven. Ik heb op dit moment liever dat de hoer het snapt dan de museumdirecteur. Ik maak liever, net als Andy Warhol, kunst voor de massa.»

Klashorst, omstreden, bewonderd ook, raakte bekend als lid van de Nieuwe Wilden en van de After Nature-groep, eind jaren tachtig, een groep bevriende schilders waartoe ook Rob Scholte, Jurriaan van Hall en Gijs Donker behoorden. Zij zetten zich af tegen hoogdravende, conceptuele kunst en het elitaire van de gevestigde kunstwereld. Klashorst en de zijnen wáren Sex, drugs & rock-’n-roll. Drugs gebruikt hij naar eigen zeggen niet meer, om fit genoeg te zijn voor het schilderen. De rock-’n-roll werd na de groep Soviet Sex met basgitaar en al aan de wilgen gehangen en definitief vervangen door de kwast.

En de seks? Tja. Gambia is een groot dorp en onder de aanwezige westerlingen gonst het van de geruchten over het wel erg exorbitante seksleven van die Hollandse schilder.

Je wordt achtervolgt door het imago van seksmaniak. «Ik slaap met elk model dat ik schilder», is een van je befaamde one-liners.

Klashorst: «Dat is ironisch bedoeld. Iedereen neemt dat heel letterlijk. Als ik jou schilder neuk ik jou ook. Het is liefde bedrijven in spirituele zin. Met sommige meiden ga ik ook werkelijk naar bed. Maar het zijn verschillende dingen. Ik ben echt een behoorlijk normaal figuur wat seks betreft.

Ik betaal vrouwen niet om met ze te neuken, maar om te poseren. Ik ben hier niet als sekstoerist. Er is geen meisje waar ik mee naar bed ga zonder van haar te houden. Het is de romantiek waaraan ik verslaafd ben. Gisteren ging ik nog met zo’n meisje naar de markt om haar helemaal aan te kleden. ‹Je moet een vrouw eerst aankleden voor je haar uitkleedt›, heeft Casanova eens gezegd. Maar in Nederland denken mensen blijkbaar dat ik een waanzinnige verkrachter ben. Ik ben daardoor inmiddels al voor heel veel geld aan opdrachten misgelopen. Ik kreeg door dat imago zelfs geen visum om mijn vrouw en kind naar Nederland te halen. Tot ik een gesprek van man tot man met de consul had.»

Waar komt dat imago vandaan? Heb je daar niet zelf aan bijgedragen?

«Er zitten continu mensen bij de poort die zien wie er binnenkomt. Ik gebruik veel modellen. Er zijn mensen die ik één keer schilder en die daarna nog vijf keer langskomen om bijvoorbeeld geld voor het ziekenhuis te vragen. Dat is dus geen seksuele, maar een menselijke en financiële relatie. Maar doordat hier voortdurend vrouwen langskomen lijkt het een bordeelachtige situatie. Ik kom hier niet om te neuken, maar om te schilderen. Ik heb hier geen seks! Als ik wil neuken kan ik terecht achter de Kalverstraat, vlakbij mijn woning in Amsterdam. Dan ben ik voor vijf tientjes klaar. Trouwens, ik ben in Nederland redelijk bekend. Er zijn genoeg kunstgroupies waar ik me uitstekend mee kan vermaken. Ik ben een veelschilder en er zijn modellen waar ik mee naar bed ga, maar voor de rest is het een van de legendes die men graag rond schilders creëert.»

De Gambiaanse vrouwen die je nu schildert zijn keurig gekleed. Censureer je jezelf?

«Naakten schilderen durf ik niet meer. De buitenwereld loopt er voortdurend over te zeiken. Het begint me behoorlijk de strot uit te hangen. Vooral die pedofiliebeschuldigingen. In het Afrikaanse kunsttijdschrift Art intelligent, stond dat ik per dag twintig kleuters neuk. HP/De Tijd, toch een serieus blad, vroeg me: ‹Neuk je wel eens elfjarigen?› Ik antwoordde: ‹Nee, alleen vijfjarigen.› En dan zijn er blijkbaar tóch mensen die denken dat ik het écht met kinderen doe. Als ik nu kinderen met fruitmanden op hun hoofd portretteer, laat ik bewust de poort wijd open. Ik wil eigenlijk liever geen minderjarigen meer binnen hebben.»

In Gambia probeert Klashorst niet al te veel op te vallen. Dat heeft hij inmiddels wel geleerd. De wildeman uit Amsterdam wordt serieuzer. Uiteindelijk zoekt ook de aan avontuur en romantiek verslaafde machoman Klashorst naar geborgenheid. «Ik zoek rust. Ik hoop ooit het ene model te vinden waar ik honderd of duizend schilderijen van kan maken. Iemand die me de kracht geeft om te schilderen. Die mijn muze kan zijn. Want van dit gedoe word ik knettergek.»

Van 30 november tot en met 10 januari exposeert Peter Klashorst in Arte Vista, the Pop-Art Gallery, te Badhoevedorp. Zie www.artevista.nl.