Nu de herfst toch echt is begonnen, hopen onze zuiderburen dat de winter die daarop volgt niet al te streng wordt. Mocht het de komende maanden flink gaan vriezen, dan vrezen onder meer de inwoners van Gent die elektrisch stoken of koken dat ze kou moeten lijden dan wel niet warm kunnen eten. Door het stilleggen van een drietal kerncentrales in België dreigt er bij flinke vorst namelijk een tekort aan elektriciteit. Daarom ligt er een officieel afschakelplan klaar: rurale gebieden en kleinere steden worden als eerste van het net gehaald.

Dan kunnen de buurlanden toch helpen, zou je denken. Maar dat ligt ingewikkeld. De Fransen leveren wel energie aan de Belgen, maar als het in België vriest, is het aannemelijk dat het ook in Frankrijk koud zal zijn. Dan hebben ze daar hun eigen energie hard nodig, want de Fransen stoken veelal elektrisch. Ook de werkloze energiecentrale in het Nederlandse Maasbracht kan niet helpen: er ligt geen kabeltje tussen deze Limburgse grensplaats en het buurland om de elektriciteit de grens over te transporteren. En stel dat het kabeltje zou worden aangelegd, zouden de Belgen dan eisen dat de Maasbrachtse centrale hen alleen bedient als de elektriciteitsnood aan de man komt?

De nieuwe Europese Commissie die volgende maand aan het werk gaat, krijgt als novum een zevental vice-voorzitters. Een van hen wordt belast met het tot stand brengen van een Energie Unie. Dat de beoogde kandidaat, de Sloveense oud-premier Alenka Bratusek, daar een hele dobber aan zal krijgen, blijkt alleen al uit bovenstaand voorbeeld.

Energiezekerheid is een hot item, niet alleen in België waar haarscheurtjes in reactorvaten de boosdoener zijn, maar ook in andere delen van Europa. Daarbij speelt de geopolitiek een grote rol: gaan de Russen de gaskraan dichtdraaien als het conflict rond Oekraïne niet tot een oplossing komt? Cijfers afkomstig van de Europese Commissie maken duidelijk hoe afhankelijk Europa is: 88 procent van de olie, 66 procent van het gas en 42 procent van vaste brandstoffen komt van buiten de EU.

Bij de recente Algemene Politieke Beschouwingen zorgde cda-fractievoorzitter Sybrand van Haersma Buma voor rumoer door te pleiten voor de bouw van nieuwe kerncentrales om daarmee zeker te stellen dat ‘we’ niet afhankelijk hoeven te zijn van Rusland, of andere ons mogelijk minder welgezinde regimes in olie-exporterende landen. Alsof uranium te krijgen is uit landen waar het allemaal pais en vree is en de aanvoer daarvan wel gegarandeerd is, was geparafraseerd de kritiek van de Partij voor de Dieren. En wie bedoelde het cda met dat ‘we’: Nederland of Europa?

Eind oktober is er in Brussel een Europese top waarbij energiezekerheid hoog op de agenda staat. Die zekerheid is niet los te zien van duurzaamheid en energie-efficiency. Duurzaamheid vergroot de energie-onafhankelijkheid, want als we stoken, koken en communiceren op wind- of zonne-energie hebben we geen gas of olie nodig. Ook zuiniger omgaan met energie vergroot de onafhankelijkheid van Rusland of een olie-exporterend land. Vraag is ook hier op welke schaal die onafhankelijkheid wordt georganiseerd: Europees, landelijk of ergens daar tussenin?

Bij de Europese Commissie gaat de voorkeur uit naar — dat zal niet bevreemden — Europees. Daar worden overigens ook argumenten voor aangedragen. Als Nederland zelfvoorzienend wil zijn met onder meer duurzame energie, dan is er een probleem als het te weinig waait en de zon niet schijnt. In alle landen van Europa samen is de kans veel groter dat er wel ergens veel wind of zonneschijn is. Bovendien kan in Europees verband in geval van nood het terugvallen op een andere energiebron — de zogeheten back-up, zoals een kolencentrale — ook efficiënter en daarmee goedkoper worden geregeld.

Tot zo ver de theorie. De praktijk ligt ingewikkelder. Het ontbreken van een goed energietransportnetwerk is dan niet eens het grootste probleem: waar een wil is, is een weg. Moeilijk wordt het omdat Europese landen afhankelijker van elkaar zullen worden. Wie regelt dan dat een land bij extreme kou niet toch het eigen volk eerst van energie voorziet? Dat zou Brussel moeten zijn. Door de euro weten we echter dat zonder goede, sluitende afspraken en afdwingbare sancties landen gewoon hun gang kunnen gaan. Duitsland en Frankrijk lapten in 2003 de begrotingsregels voor de euro immers ook straffeloos aan hun laars.

Het lastigste bij de totstandkoming van een Europese Energie Unie is de vraag of nationale politici het aandurven de zeggenschap van een essentiële voorziening als energie over te dragen aan Brussel. Dan moeten Haagse Kamerleden het aandurven in zaaltjes te verdedigen dat Nederlanders mogelijk kou moeten lijden of tijdelijk geen tv kunnen kijken, omdat de Bulgaren onze energie nodig hebben. Ze moeten dan het lef hebben om tegen zo’n zaaltje te zeggen dat ze bij klachten over het afschakelen in Brussel moeten zijn en niet bij hen.

In Den Haag wordt het woord unie dan ook graag gemeden. Zo heeft vvd het liever over een Europese markt voor energie. Die markt moet zijn werk doen. Alsof dat kan zonder marktmeester. En het cda zegt bij de door Buma bepleite energie-onafhankelijkheid Europa weliswaar hard nodig te hebben, maar dan graag via onderlinge afspraken, zonder unie. Het is alsof beiden een afschakelplan aan het uitvoeren zijn: Brussel moet van het netvlies gehaald, zodat wij burgers niet zien welke kant het op gaat.

Wie regelt dat een land bij extreme kou niet het eigen volk eerst van energie voorziet?