Ted Neeley. Geboren in Texas, VS, in het jaar 1943. Hij is 74 jaar oud. In 1965 kreeg hij zijn eerste platencontract. De groep Teddy Neeley Five bracht de plaat Teddy Neeley uit. Een paar jaar later speelde hij in Los Angeles een rol in de rockmusicals Alison en Birthday for Shakespeare en in 1969 speelde hij Claude in de musical Hair, in zowel Los Angeles als New York. Daarna werd, en bleef, hij Jezus. Min of meer per ongeluk. In de Broadway-versie van Jesus Christ Superstar deed hij auditie voor de rol van Judas. Maar die rol werd voor zijn neus weggekaapt door Ben Vereen, die de oudere lezers van deze column kunnen kennen uit de tv-serie Roots. Neeley kreeg een rolletje in het koor en werd aangewezen als ‘understudy’ voor de rol van Jezus. Understudy. Invaller betekent dat: als hoofdrolspeler Jeff Fenholt ziek werd, zou Neeley zijn rol over mogen nemen.
Dat gebeurde op een dag een keer en meteen kreeg Neeley – tijdens de musical, die dus even moest worden stilgelegd – een staande ovatie. Dat zorgde ervoor dat Jeff Fenholt aan de kant werd geschoven en Neeley in Los Angeles aan één stuk door Jezus mocht zijn. Ook Ben Vereen werd ziek, en de understudy van Vereen was Carl Anderson, een goeie vriend van Neeley. Fenholt werd een beetje raar, hij bekeerde zich hevig, had een evangelisatieprogramma op een christelijke tv-zender en beweerde dat hij de zanger van Black Sabbath was terwijl Black Sabbath dat ontkende.
De film die Norman Jewison van de musical maakte, kwam in 1973 uit. Ted Neeley speelt Jezus, Carl Anderson speelt Judas. Ik heb leren dansen door naar Jesus Christ Superstar te kijken. Dat kijken moet een paar jaar na uitkomen van de film plaatsgevonden hebben, in de aula van mijn middelbare school in Schagen. Het dansen in de film was nogal wild, mijn dansen dientengevolge ook. Jarenlang heb ik het volgehouden, dat wilde dansen, tot in de jaren tachtig, op Engelse synthipop en natuurlijk op de re-remixed, extended studio dub-version van I Feel Love van Donna Summer. Dansen als Simon Zealotes. Het is echt waar.
Ook echt waar is dat Ted Neeley waarschijnlijk de eerste filmster was op wie ik verliefd werd. Specifieker nog: ik werd verliefd op zijn hals. Die wilde ik aanraken, minstens, maar ja: dat gaat nou eenmaal niet, want ik zat tussen mijn klasgenoten in de aula aan de Wilhelminalaan van de RSG in Schagen terwijl het buiten donker was en vast ook regende, en Ted Neeley bevond zich op een filmdoek, maar op dat specifieke moment natuurlijk heel ergens anders, ergens in Los Angeles of San Francisco of weet ik veel waar. Heel ver weg. Onbereikbaar. Ted Neeley was een jaar of 29 toen de film werd opgenomen. Min of meer de leeftijd die de fictionele Jezus had.
De musical Jesus Christ Superstar bestaat nog steeds. Nog steeds reist een heel gezelschap de wereld over om hem op te voeren. Carl Anderson zal Judas niet meer kunnen spelen, hij stierf in 2004 aan leukemie, 58 jaar oud. Yvonne Elliman, die Maria Magdalena speelde in de musical en in de film, heeft nooit meer meegedaan aan latere uitvoeringen. Zij pakte haar leven op, zong her en der, bracht platen uit, trouwde en scheidde, en werd in augustus 2017 aangehouden op Guam, een eilandje midden in de onmetelijke Stille Oceaan, wegens het bezit van marihuana en crystal meth. Eens een rockster, altijd een rockster.
Eens Jezus, altijd Jezus. Rond Pasen zal de musical zeven keer worden uitgevoerd in Amsterdam. Starring Ted Neeley. Zoals hierboven al opgemerkt, 74 jaar oud. Met een buikje en een ouwe kop. Ik vertrouw dat haar ook niet helemaal. De andere mensen uit de begintijd zijn dus dood, of opgepakt, zitten ergens in een bejaardentehuis in Miami, en Phil Toubus, die Petrus speelde, werd later pornoster Paul Thomas. Ted is niet dood, is geen pornoster, is nooit opgepakt en zit zeker niet in een verzorgingstehuis. Ted speelt een 33-jarige alsof zijn leven er vanaf hangt.
Op YouTube is een onmetelijke hoeveelheid filmpjes te vinden. Onder andere van de ‘afscheidstournee’ van Ted Neeley, die in 2006 begon en inmiddels dus al bijna twaalf jaar duurt. In één ervan zingt hij Gethsemane terwijl je de andere acteurs in de coulissen ziet staan, huilend en juichend, op en top Amerikaans, kortom: onverdraaglijk in z’n onechtheid. En ze staren vanuit het donker naar de man in het felle licht alsof hij, ik schrijf maar wat, water in wijn staat te veranderen. De hals is er nog steeds. Als je maar lang genoeg blijft schreeuwen, zullen steeds de aders opzwellen. Maar ik heb de lust verloren die hals aan te willen raken. Ik dans al lang niet meer als Simon Zealotes. ‘He has been Jesus on stage longer than Jesus was on earth’, begint een van de filmpjes op YouTube. ‘Hear, hear’, mompelde ik.
Ted Neeley is Jezus geworden. Waar wil ik heen met deze tekst? Eigenlijk wilde ik zeggen: hou toch op, man. Laat iemand anders de rol spelen, maak plaats. Daar kom ik, nadat ik dit getikt heb en al die filmpjes op YouTube weer eens heb bekeken, van terug. Wat maakt het uit? Laat hem lekker doorzingen. Als dat zijn lust en zijn leven is, gewoon doen. Als hij niet los kan komen van de Jezus in zichzelf, gewoon lekker Jezus blijven. Het enige dat je hem verwijten kunt is dat hij niet aan de kant gaat voor een jonge, knappe, atletische, lekkere, frisse, voor mijn part: geile Jezus. Zo’n jongen waar musicalgangers verliefd op kunnen worden. Verliefd worden op Ted Neeley, nu, dat gaat echt niet meer. En als mensen niet langer verliefd worden op Jezus kan het hele christendom zichzelf wel opdoeken.