Als de wrede landheer bij de berg Ararat de herder ten onrechte in de gevangenis laat gooien, kan de herder niets anders doen dan de hele dag met een diep verdriet op zijn fluit spelen. Hij weet niet dat de dochter van de landheer hem van een afstand heeft gezien en verliefd is geworden. De mooie dochter weet op haar beurt dat er slechts één mogelijkheid is om haar liefje te redden: de reusachtige bewaker van de gevangenis overhalen om hem vrij te laten. Ze knipt een handvol van haar haren en geeft die aan de bewaker, die verliefd is op haar. Voor de bewaker is dit cadeautje waardevoller dan zijn eigen leven. Hij laat de herder vrij en springt met het haar in zijn hand van het fort naar beneden, de dood tegemoet. Hij sterft gelukkig.
De migrant moet het koud hebben gehad in het land van de regen. Hij kwam aan in Dordrecht. Hij was een illegaal maar ging wel in het hart van de stad wandelen. Bevreesd voor de politie en nieuwsgierig naar deze nieuwe wereld.
In het Topkapi-paleis in Istanbul staat in het glas een stuk baardhaar dat volgens de legende van de profeet Mohammed zou zijn geweest. Mensen gaan bij dat haar staan en prevelen duizend-en-één gebeden.
In het Migrantenmuseum staat in het glas een handvol blond haar van het meisje dat bij de bakkerij werkte en met haar blonde haren de nieuwe migrant in Dordrecht betoverde.
Toen de migrant het blonde haar op zijn netvlies kreeg, veranderden de dorre velden van het moederland in groene weiden, de bleke kindergezichten in het geboortedorp werden roze. En toen de migrant weken later voor het eerst brood durfde te kopen bij het meisje met het blonde haar, staken de sneeuwklokjes hun kop op vanonder de sneeuw en veranderde de fabriek in Dordrecht in een tuin in Mesopotamië.
Het blonde haar van het meisje bij de bakkerij is het bewijs van rechtvaardigheid in de wereld. Het is de beloning voor de jongeman die rebelleert tegen het lot en besluit om weg te gaan. Het blonde haar laat zien dat alleen degenen die durven weg te gaan een goddelijke aai over het hoofd kunnen krijgen.
Ooit werkte er een meisje bij de bakkerij. Agnes was haar naam. Ze was zo verlegen dat als een jongeman tegen haar praatte haar wangen zo rood werden als de communistische vlag van de Sovjet-Unie. In de zomer van 1965 werd haar aandacht getrokken door een donkere migrant die elke dag een brood kwam halen. Naarmate de dagen verstreken trok de migrant betere kleren aan en kwam wel drie keer per dag brood kopen. Maanden later liep ze naar huis en zag op de hoek van de straat de migrant staan met een bosje bloemen. De bloemen waren voor haar. Deze keer waren alle vier de wangen zo rood als die vlag.
Wees niet nieuwsgierig naar waarom de migrant en Agnes niet nog steeds samen zijn en waarom ze niet van hun kleinkinderen genieten. Kom naar het Migrantenmuseum om een handvol haar van Agnes te bezichtigen. Want: toen de migrant de geur van deze haren rook en urenlang deze haren streelde, ontdekte hij pas dat er wel te leven viel in deze harteloze wereld. Wat hij niet wist, was dat door zijn aanrakingen van het blonde haar de wereld nooit meer dezelfde zou zijn. De minderbedeelden waren gekomen om een ander leven op te eisen. En ze kregen dat leven.
Tegenwoordig is die migrant uit Dordrecht ziek en bedlegerig. Laatst kreeg hij bezoek van een vrouw met donkerblond haar. Het is de dochter van Agnes en de jonge migrant van weleer. Vader en dochter heb ik nooit samen gezien. Maar degenen die hen wél samen zagen, zeggen dat de oude man het haar van zijn dochter op dezelfde manier bemint als de bewaker het haar van de dochter van de landheer bij Ararat beminde.
De bewaker sprong met het haar in de handen van het fort naar beneden. De migrant maakte met het blonde haar in de handen een sprong in de tijd en luidde een nieuw tijdperk in.
Rubriek HET MIGRANTENMUSEUM
Agnes’ haar
Uit: De Groene Amsterdammer van
www.groene.nl/2008/43
www.groene.nl/2008/43