
Het is een zonnige zomermiddag en de airconditioner op de tweede verdieping van een appartementencomplex in Amsterdam Nieuw-West zucht en puft. De lompe grijze kast met ronde ventilator is aan de gevels van onze steden allang geen uitzondering meer, maar dit apparaat gedraagt zich vreemd: niet alleen hangt het voor een open raam, om de zoveel seconden stoot het met zijn ronde mond een cirkelvormige sliert van witte rook uit, de buitenlucht in.
De airco-unit genaamd Fabulator maakt deel uit van Welcome Stranger, een project waarbij kunstenaars een kunstwerk aan de gevel van hun huis presenteren. Dit raam in een betonnen gebouw dat bekend staat als Broedplaats LELY behoort toe aan kunstenaar Minne Kersten, en starend naar haar huis voel ik me inderdaad een vreemde. Uit het hoge gras achter me komt een zwarte kat tevoorschijn en van een afstandje vraagt een vrouw of ze misschien kan helpen. Ik schuif op richting de gevel en met de airco uit het zicht verschijnen alleen de kringen van rook boven mijn hoofd. Wat begint als een echte kring verliest binnen een fractie van een seconde al vorm en verdwijnt dan als wolkje in de lucht, up in thin air. Ik blijf kijken, in afwachting van de perfecte cirkel, en kijk ze na.
In de sculpturen, schilderijen en (video-)installaties van Minne Kersten, zojuist genomineerd voor de Volkskrant Beeldende Kunstprijs, kwamen eerder al (onderdelen van) airco’s en ventilatoren voorbij. Dan hing ergens een grill of radiatorfolie of, zoals bij het werk dat ze in 2020 maakte ter afsluiting van haar tijd bij De Ateliers, twee airco’s op een door vochtplekken aangetaste bouwkeet met in die keet een video waarin een man opging in walmen stoom.
Kersten is gefascineerd door het idee van een binnen- en een buitenwereld, en door alles in het leven wat vluchtig van de ene naar de andere kant kan gaan, inclusief het leven zelf. Toen ze vorig jaar als resident een aantal maanden bij Hotel Maria Kapel in Hoorn verbleef, resulteerde dat onder meer in een installatie van een armetierige woonkamer, met een leunstoel met verschoten bekleding en blikkerige kookpannen op de salontafel (en in de hoek een zilverkleurige pijp als van een afzuiginstallatie). In die setting nam ze tevens een video op met in de hoofdrol een raaf. In Constant Companion, eerder dit jaar ook te zien bij Annet Gelink Gallery, is die grote zwarte vogel, omgeven door duistere symboliek, de mensenwereld binnengedrongen en kijkt brutaal, of misschien gewoon nieuwsgierig, rond. Buitengewoon behendig met zijn (of haar?) snavel vist hij tissues uit een openstaande lade en plukt een sjaal uit een mand. Het meest pregnante van de verschijning zijn de geluiden die het dier maakt, de ruisende veren bij elke beweging. Als de vogel op de leunstoel hopt, klinkt dat alsof iemand een kussen opschudt, en als de snavel de kast aanraakt, is dat een rake tik. Lichtvoetig, maar zonder enige voorzichtigheid, banjert de vogel door de ruimte, klemt een poot om een vaas, zet de snavel in de achterwand en neemt hapjes uit de muur. Deze huiskamer, waar iemand zich naar alle waarschijnlijkheid eens thuis voelde, is niet langer privé, en mogelijk niet langer veilig.
Kersten vertelt met haar kunst verhalen, of liever: brengt het gevoel over van verhalen die zelf onverteld blijven. Huiselijkheid, rouw en verlies zijn terugkerende thema’s; alles wat blijft na alles wat vervliegt, met de dieren en de dingen als getuigen van ons menselijk bestaan. Dat idee kan angstaanjagend zijn, zoals de raaf die in afwezigheid van een eigenaar rondsnuffelt tussen spullen, maar de gedachte ook hoopvol, want we zijn immers niet alleen. Als de vogel knippert met zijn ogen schuift er een ogenblik een grijs waas over zijn pupil, als een luik dat abrupt dicht- maar ook snel weer opengaat.
In de clash tussen symboliek en doodnormale werkelijkheid komen die verhalen als vanzelf. Kersten schildert ook, prachtige kleine scènes zoals in Hoorn die van een groep raven in het gele schijnsel van de koplampen van een auto, in een kring bijeen om een gestorven soortgenoot. Maar zelfs een airco met rookkringen, niet zomaar getiteld Fabulator, kan hinten naar een narratief. De rookslierten verwijzen voor Kersten onder meer naar de waterpijp rokende rups uit Alice in Wonderland, die voor Alice spreekt in raadselen. En terwijl ik tegen de gevel sta, is het net alsof iemand boven me staat te roken, een onbekende ander die, leunend uit een raam, verzonken in gedachten, met open mond kringetjes van rook maakt. Het is op een vreemde manier een intieme uitwisseling met een ordinair apparaat.
Minne Kersten, Fabulator, onderdeel van Welcome Stranger, t/m 24 september dagelijks tussen 14.00 en 20.00 uur aan de Schipluidenlaan 12F in Amsterdam. Vanaf oktober exposeert Kersten in het kader van de Volkskrant Beeldende Kunstprijs in het Stedelijk Museum Schiedam