Beleidsmakers in Washington beschouwen diefstal door drugsverslaafden als een bewijs dat de verslaafden gehandicapt zijn en dus een bijstandsuitkering moeten krijgen. Ambtenaren op het gebied van gezondheidszorg vinden dat racisme en seksisme aids veroorzaken bij vrouwen. Leerlingen op een middelbare school in Brooklyn krijgen punten voor het aanbrengen van graffiti. Een hoogleraar aan een gerenommeerde universiteit zet zwarte studenten aan tot het bestelen van hun werkgevers. Het Smithonian Institute, ooit een wetenschappelijk bolwerk, schildert wetenschap af als een blanke religie en beoordeelt het verleden voortaan op zijn racistische en seksistische merites. Grote liefdadigheidsinstellingen negeren individuele verantwoordelijkheid en geven maatschappelijke structuren de schuld van elke misstand. In New York wordt een zwarte door de politie doodgeschoten, en al voordat de toedracht bekend is, beginnen media en belangengroeperingen een antiracismecampagne tegen de politie.
Het zijn enkele van de fenomenen die Heather Mac Donald (44) beschrijft in haar boek The Burden of Bad Ideas: How Modern Intellectuals Misshape Our Society. Mac Donald, die ooit literatuur en rechten studeerde, ging op bezoek bij universiteiten, bijstandsmoeders, daklozenopvang, scholen en charitatieve instellingen. Met een soms even venijnig als humoristisch pennetje heeft ze haar observaties ondergebracht in analytische kranten reportages die nu in boekvorm zijn uitgebracht. Hoewel ze nogal tekeergaat tegen journalistieke instituten als de New York Times en de Washington Post, hebben beide kranten het boek lovend beschreven als een misschien niet altijd aangename, maar toch frisse wind.
In haar lichte appartement aan de Upper East Side in New York valt meteen een forse Steinway-vleugel in het oog. Mac Donald zegt dat haar uitvoerende kwaliteiten het niet halen bij de capaciteiten van het instrument, en dat is meteen ook de laatste bescheiden opmerking van die middag. Mac Donald is boos op de culturele «elite» die met zijn jaren-zestig-denken een hoop onheil heeft aangericht.
Wie vormen die elite eigenlijk?
«Het duurde een tijdje voordat ik dat zelf duidelijk had. In conservatief jargon kwam de term veel voor, maar ik wilde nooit geloven dat zoiets echt bestond, het leek me een conservatieve obsessie. Dat veranderde toen ik werkte aan een artikel over de grote liefdadigheidsinstellingen en zag hoe die waren veranderd van instituten die de individuele arbeidsethiek ondersteunden tot instellingen die geloofden in het recht op bijstand en de multiculturele ideologie. Op uni versiteiten en in de media zag je de overgang van de gedachte dat individueel gedrag bepalend is voor je resultaten naar de idee dat vrouwen, minderheden en armen het slachtoffer zijn van structuren. Op Cornell University had je groepen zwarte studenten die met machinegeweren liepen te zwaaien om hun eis voor zwarte studierichtingen kracht bij te zetten. Die hadden van het terrein geschopt moeten worden, want zoiets kán dus niet, maar de universiteit gaf toe. In die tijd ontstonden de eerste slachtoffer studierichtingen.
Ook in de gezondheidszorg zag je de afbraak van individuele verantwoordelijkheid. Toen ik dat besefte, wist ik waar het begrip elite voor staat. De groep is niet zonder meer te definiëren in economische termen, hoewel de meerderheid het niet slecht heeft. Het zijn opiniemakers in allerlei sectoren met gelijksoortige cultureel-sociale opvattingen. Intellectuelen vooral. Meestal werkzaam in stichtingen, denktanks, op universiteiten en bij de overheid.
Verrassend genoeg heeft ook het bedrijfs leven die ideologie omarmd. Niet uit overtuiging maar uit noodzaak. Bedrijven die niet aan multicultureel personeelsbeleid deden, waren ineens racistisch. De leiding van Texaco werd voor de rechter gesleept door ontevreden werknemers die vonden dat ze gediscrimineerd waren bij promoties. Ik heb grote twijfels over de terechtheid van die claim; het Amerikaanse bedrijfsleven is tegenwoordig zeer verlicht op dit punt. Maar de leiding van Texaco ging overstag en zei dat ze inderdaad uit racisten bestond en dat meer training dringend gewenst was.»
Het bedrijfsleven doet wellicht niet mee uit overtuiging.
«Nee, er is altijd die dreiging van rechtszaken. Niks slechter voor een bedrijf dan negatieve publiciteit. Tijdens een rechtszaak zouden ze natuurlijk kunnen zeggen: hallo, zullen we even nauwkeurig naar uw arbeidsverleden kijken? Maar nee, ze willen het zo snel mogelijk afhandelen om te voorkomen dat de prijs van het aandeel zakt.»
Hoe komt die elite aan zo'n krachtige stem? Is er zo weinig pluriformiteit in de media?
«Er zijn een paar kranten die er anders over denken: de Washington Times, de New York Post, en een krant in San Diego, daarmee heb je het wel gehad. De meeste kranten en bladen geloven dat Amerika in wezen een racistisch land is. Ze vliegen achter iedereen aan die een geval van racisme signaleert en zetten het op de voorpagina.»
Waren universitaire richtingen als vrouwenstudies en rassenstudies sowieso een slecht idee, of deugde de uitvoering niet?
«Het was een slecht idee. Natuurlijk moet het bij Amerikaanse geschiedenis gaan over de schande van de slavernij. En over de briljante zwarte intellectuelen van vroeger, over mensen als Frederick Douglass, W.E.B. Du Bois en Booker T. Washington. En de ontkenning van dat deel van de geschiedenis moest natuurlijk worden rechtgezet. Maar het gaat mis als wetenschap draait om persoonlijke identiteit. Dat is gevaarlijk, dat vernietigt de rijkdom van geschiedenis. Het wordt een vorm van therapie. De geschiedenis herschrijven zodat bepaalde achtergestelde groepen een beter gevoel over zichzelf ontwikkelen. Dat is belachelijk! Zodra wetenschap een missie wordt, zijn er bepaalde waarheden die je niet meer kunt vertellen. Du Bois was open over de enorme onrechtvaardigheid van Amerikaans racisme. Maar hij was net zo open over problemen binnen de zwarte gemeenschap. Therapeutische geschiedenis ziet dat laatste liever niet vermeld.
Bij vrouwenstudies heb je een stroming die meent dat het streven naar objectiviteit te mannelijk is. We moeten schrijven vanuit ons gevoel. Schei toch uit, dat heeft niks met wetenschap te maken. Zulke opvattingen hebben het traditionele leren vernietigd en de politiek naar voren geschoven. Dat is verraad van datgene wat een universiteit moet zijn. Er was geen grotere roeping, geen groter voorrecht dan in een universiteitsbibliotheek zitten om daar Engelse renaissancedichters als Philip Sydney te lezen. Dat zijn werken van zo'n enorme schoonheid, wijsheid en complexiteit. Die cultuur is vernietigd! Nu zoeken academici er iets kwalijks in, in het kader van imperialistische of koloniale studies.»
Heeft een en ander te maken met een schuld gevoel ten opzichte van vrouwen en minderheden?
«Het lijdt geen twijfel dat Amerika gedurende zo'n honderd jaar buitengemeen hypocriet was. De slavernij werd officieel afgeschaft terwijl discriminatie in de praktijk bleef bestaan. Maar Amerika heeft een opmerkelijke transformatie ondergaan. Op zeker moment moet je beseffen dat je op basis van schuldgevoel geen beleid kunt ontwikkelen. En als je dat toch doet, moet je je afvragen of dat beleid helpt. Ik geloof niet dat zwarten nu nog worden belemmerd door racisme. Eerder werkt positieve discriminatie nu racisme in de hand. Zwarten worden toegelaten tot het Massachusetts Institute of Technology zodat de baas zich op de schouder kan kloppen wegens zijn multiculturele campus. Die zwarten hebben doorgaans aanzienlijk slechtere toelatingscijfers dan blanken. Je moet dan niet raar opkijken als ze ook minder presteren. Dat leidt tot racisme, tot gedachten dat zwarten misschien toch tot minder in staat zijn.
Vervolgens zie je dat bijvoorbeeld grote advocatenkantoren ook een dubbele standaard ontwikkelen. Daardoor komen er onder gekwalificeerde medewerkers binnen en die klagen na een tijdje dat ze niet worden gewaardeerd. En waar ligt dat volgens hen aan? Aan de collega’s, want dat zijn racisten.»
We hebben het nu steeds over een linkse elite en over minderheden, maar het ontkennen van persoonlijke verantwoordelijkheid lijkt een breder verschijnsel als je kijkt naar de Amerikaanse neiging elkaar bij de geringste tegenslag voor de rechter te slepen.
«Dat klopt, men legt de verantwoordelijkheid graag ergens anders. Het is opmerkelijk hoe de oude Amerikaanse arbeidsethiek is verdwenen, de gewoonte om je op eigen kracht omhoog te werken. Een welvarende samenleving kan zich dat permitteren. Voor alles is wel een verzekering. Dat ras- en seksedenken versterkt die houding dat niemand zelf nog verantwoordelijk is. Het publieke debat vertoont duidelijk een lacune waar het gaat om de rol van eigen gedrag, de rol van plichten. Steeds weer krijgen de brede sociale krachten de schuld en niet de morele keuzes die individuen maken. Bij discussies over drugsverslaafden of armen gaat het over fouten in het beleid van de gemeente of over de slechte economie, maar nooit over de destructieve beslissingen van de betrokkenen. Misschien neemt de middenklasse die vorm van denken steeds meer over.»
Bent u blij met de nieuwe president?
«Hij is beter dan ik dacht. Ik vond zijn campagne nogal laf. En weer zijn mensen aangenomen op grond van sekse of ras in plaats van capaciteiten. Christie Whitman weet niks van milieu, maar ze is een vrouw. De minister van Landbouw is aangesteld omdat ze een vrouw is. Denk je heus dat de zwarten in de regering de besten zijn op hun terrein? Wat dat betreft is er niks veranderd.»
De ondertitel van het boek meldt dat «moderne intellectuelen» de boel hebben verstierd. Wat zijn moderne intellectuelen?
«Die ondertitel is niet van mij. Ik zou het woord graag beschikbaar houden voor de meer serieuze intellectuelen die zelfstandig en kritisch nadenken, in tegenstelling tot het simpelweg accepteren van andermans wijsheid.»
Iemand als u?
Lachend: «Jazeker! Jaren geleden was ik links. Dat veranderde toen ik deze reportages maakte. Nu neig ik meer naar het law-and-order-type. Ik geloof heilig in persoonlijke verantwoordelijkheid en zelfdiscipline.»
Heather Mac Donald, The Burden of Bad Ideas.Uitg. Ivan R. Dee, $26,-