
Het is niet meteen duidelijk waarnaar je zit te kijken, als de documentaire La Flor de la Vida van start gaat. Bejaarde mensen zijn in een taxi op weg, even later blijkt dat ze op een advertentie hebben gereageerd. In een leeg theater worden de tachtigers op het podium op een stoel gezet. Vertel mij over uw leven, vraagt de documentairemaakster. Vertel mij over uw huwelijk. Een beproefd middel om het leven in al zijn brokkeligheid op zijn staart te kunnen trappen. ‘Waar wil ik naar terug?’ vraagt een gracieuze dame van 85 zich af. Om te constateren: ‘Naar niks.’ In plaats van terug wil ze vooruit. ‘Ik wil iets nieuws.’
Het is zoiets dat je je als jongere nooit goed kunt voorstellen: dat er levenslust schuilgaat in de oudere medemens. Dat leeftijd écht een relatieve kwestie is. Maar dat het fysieke omhulsel wel een beetje begint tegen te stribbelen. Knieën, ogen, het hart… En dat het leven er met de jaren niet voller op wordt, hoeveel je ook nog zou willen doen.
Langzaam springen een paar gezichten eruit. De man die zelfverzekerd plaatsneemt, en zijn stok naast zich neerzet, karakteriseert zichzelf met kennelijk genoegen. ‘Ik ben gewoon een heel sympathiek iemand’, zegt hij. ‘Geen wonder dat jullie mij hebben uitgekozen om te interviewen.’ Aldo Macor blijkt de naam, en La Flor de la Vida groeit allengs uit tot een portret van zijn huwelijk met Gabriela. Hoe het allemaal zo gekomen is – dat allereerst. De woorden van Aldo worden begeleid door beelden uit het privé-archief. Homevideo’s van een goddelijke Adonis die zijn spierballen laat zien aan het strand, en die dankzij vrienden in contact komt met een zo mogelijk nog goddelijker Gabriela. 24 was ze, kijk toch hoe ze zich verlegen laat omarmen door die knappe Aldo. De Gabriela van nu geeft vanaf de stoel op het podium commentaar op haar vroegere zelf. Dat ze er alles aan deed om er mooi uit te zien. ‘Ik gebruikte de nieuwste producten.’
Naarmate de geschiedenis van Aldo en Gabriela duidelijker contouren krijgt, groeien de stemmen van de andere geïnterviewden aan tot een Grieks koor. ‘Ons huwelijk was heel makkelijk’, zegt een man. Zijn vrouw zegt: ‘Makkelijk? Het was een avontuur.’
‘Het allerbelangrijkst in het leven?’ peinst een zorgvuldig formulerende dame met grijze krulletjes. Het blijft even stil. ‘Ja, liefde’, zegt ze. En na nog een korte stilte: ‘Alleen liefde.’
De homevideo’s van Aldo en Gabriela blijven ondertussen ratelend en wel voorbij komen. Lief zijn die filmpjes, en herkenbaar in hun onmetelijke en onschuldige geluk. De baby’s, de zee, het natspatten. Nooit zal het leven meer zo moeiteloos en compleet zijn, maar kenmerkend voor dat geluk is juist de vergankelijkheid ervan. En dat het zich op dat moment vanzelfsprekend aandient.
Maar nu is er de voice-over van Gabriela, die de tachtig is gepasseerd. En die zegt alleen maar vooruit te willen kijken. ‘Ik kijk nooit naar foto’s of video’s van vroeger.’ En nogal onheilspellend vervolgt ze: ‘Het is gek, maar ik herinner me alleen maar de slechte dingen. Niet de gelukkige.’
La Flor de la Vida is een slimme, menselijke documentaire die dicht bij het mysterie van het huwelijkse leven komt. Er komen echtparen aan het woord die meer dan zestig jaar bij elkaar zijn, omdat, zoals ze verklaren, de chemie er nu eenmaal vanaf het begin was. En echtparen die na meer dan vijftig jaar besluiten dat ze beter uit elkaar kunnen gaan, opdat ze elkaar niet gaan haten. Geen verhaal is hetzelfde, of het nu gelukkig of ongelukkig afloopt. En wat is gelukkig?

Op de achtergrond speelt het drama van het ouder worden. Echt ouder worden. De negentig naderen.
‘Ik ben nog net zo nieuwsgierig als altijd’, zegt een vitaal ogende brunette met ongeveinsde gretigheid. ‘Als mijn ogen zouden meewerken zou ik het liefst nog hele nachten willen lezen.’
En een knappe slanke man, met een opvallende vlek op zijn neus: ‘Er zijn zaken die je niet kunt ontkennen. Het lopen gaat moeilijker. De ogen worden slechter. Maar iets blijkt altijd sterker dan jij. Iets dat maakt dat je kracht wil laten zien, en energie. En als dat iets er niet is, dan doe je desnoods maar alsof.’
‘Het moeilijkste van oud worden’, vertelt een zorgvuldig opgemaakte dame, ‘is dat je niet meer wordt aangeraakt. Als je slaapt is het prima om alleen in bed te liggen. Maar als je wakker bent niet.’
Ondertussen groeit het mededogen met praatjesmaker Aldo. De man die er in het begin van de film niet voor terugschrok om zichzelf als een buitengewoon iemand te presenteren, blijkt naarmate de camera dichterbij komt een worstelend personage te zijn. Met een onbedoeld harde blik op zichzelf en zijn leeftijdgenoten. ‘Wij zijn mutanten’, zegt hij. ‘Het had tien jaar geleden moeten stoppen. We hadden er niet meer moeten zijn. Ik ben eenzaam, ik heb pijn en ik word bespot.’
Bedrijvig redderend in zijn keukentje, terwijl de koffie langzaam doorloopt, geeft hij zijn levenslessen prijs. ‘Spijt van hoe het gegaan is in mijn leven? Dat is net zoiets als vragen of ik er spijt van heb dat ik niet blond ben.’ Als hij wordt geconfronteerd met de filmpjes van vroeger vraagt hij of het beeld stil kan worden gezet bij een close-up van een lachende Gabriela. ‘Zo kijkt ze nooit meer naar me.’ Op weg naar haar voor een etentje, omdat een van hun kinderen overkomt uit Chili, verzucht hij: ‘Gabriela ruikt naar thuis.’
La Flor de la Vida (Adriana Loeff en Claudia Abend, Panorama) is te zien op 17, 18, 22 en 26 november. Voor locaties en tickets zie idfa.nl