Istanbul – Eén vraag zal vermoedelijk niet worden beantwoord, als de Turkse president Erdogan volgende maand in de Saoedische hoofdstad Riyad met de leiders van het koninkrijk heeft gesproken: stond er een olifant in de kamer? Zo ja, dan is het woord ‘Khashoggi’ niet gevallen en heeft Erdogan er kennelijk voor gekozen niets te zeggen over de kwestie die de Turk-Saoedische betrekkingen zwaar heeft vertroebeld: de moord op de Saoedische journalist Jamal Khashoggi, die in oktober 2018 in het Saoedische consulaat in Istanbul in stukken werd gehakt door een speciaal daarvoor ingevlogen team van de Saoedische inlichtingendienst.

Er valt nauwelijks aan te twijfelen dat dit gebeurde in opdracht van de Saoedische kroonprins Mohammad bin Salman, die de kritische journalist beschouwde als een lastpak. Alles wat de jonge, gedreven kroonprins ziet als een belemmering voor zijn pogingen het land te moderniseren, moet uit de weg worden geruimd.

Ankara nam de zaak hoog op. Van Riyad werd geëist dat de verantwoordelijken tot op het hoogste niveau werden vervolgd. Riyad reageerde met een (niet-officiële) boycot van Turkse producten. Maar ja, na verloop van tijd gaat het profijt toch zwaarder wegen dan het principe, dus begin januari kwam Ankara met de aankondiging van het presidentieel bezoek aan Saoedi-Arabië. Met wie Erdogan gaat praten – de kroonprins dan wel zijn vader, koning Salman – werd er niet bij gezegd.

Het bezoek is de zoveelste wending in Erdogans buitenlandbeleid. Anderhalf jaar geleden had Turkije ruzie met bijna alle landen in de regio – ook Egypte, de Verenigde Arabische Emiraten, Syrië, Irak en Israël. Met Griekenland en Cyprus dreigde een militair conflict rond de gasrechten in de Middellandse Zee. De verhouding met de EU stond op scherp vanwege de vluchtelingen.

Een jaar geleden zag de Turkse regering in dat het zo niet langer kon. Eén voor één werden de ruzies gesust. Zelfs met de oude vijand Armenië werden zoete broodjes gebakken. Eind 2020 nog hielp het Turkse leger Azerbeidzjan de oorlog rond Nagorno-Karabach te winnen, maar nu hebben Turkije en Armenië speciale gezanten aangewezen, die op 14 januari in Moskou gaan praten over ‘normalisering van de betrekkingen’.

Er is één tegenstander voor wie Erdogan de hand almaar niet over het hart kan strijken: Emmanuel Macron. De Franse president stelt hem in staat zich op te werpen als beschermheer van alle moslims tegen de oprukkende ‘islamofobie’. Dus misschien zal hij het toch een beetje betreuren als Macron in april de presidentsverkiezingen verliest.