Er zijn politici die menen dat de democratie haar mond moet houden over fundamentele economische kwesties. Angela Merkel is er één van. Ze bedacht er zelfs de term ‘marktconforme democratie’ bij. Er zijn ook politici die een stapje verder gaan en volop lijken te genieten van deze capitulatie van de democratie. Zoals Merkels conservatieve minister van Financiën, Wolfgang Schäuble. ‘Ik ben benieuwd hoe Tsipras dit aan zijn kiezers gaat uitleggen’, smaalde hij vorige week vrijdag. Even daarvoor hadden de leiders van de eurozone de Griekse premier gedwongen zijn verkiezingsbeloften te breken.

Het was het voorlopig slotakkoord van een bloedstollende maand. Met hand en tand verzette de nieuwe Griekse regering zich tegen de door Europa bevolen afbraak van alle mogelijke sociale verworvenheden. Nu bond zij in. Noodgedwongen, want er was een stille bankrun gaande. Alleen al op de dag van het akkoord stroomde er een miljard euro aan spaargeld uit Griekenland weg. Het ontbrak regeringspartij Syriza bovendien aan een geloofwaardig alternatief. Anders dan elders in Europa lijken op Griekse ministeries geen concrete plannen voor een Grexit klaar te liggen. Onverstandig, want op die manier loopt een eventuele herinvoering van de drachme zeker op chaos uit. En zonder zo’n stok achter de deur is het lastig onderhandelen.

Dus koos Griekenland eieren voor zijn geld. Uit de begin deze week gepresenteerde lijst met beleidsvoornemens blijkt dat Syriza de pijn voor de bevolking zoveel mogelijk probeert te verzachten. Maar van een echte breuk met de gehate trojka-politiek kan voorlopig geen sprake zijn. Tot onverholen genoegen van Schäuble. ‘Regeren is een rendez-vous met de realiteit’, merkte de Bismarck van de eurozone fijntjes op.

Niet alleen in conservatieve kringen werd een zucht van verlichting geslaakt. Opvallend is de gretigheid waarmee ook de potentiële bondgenoten van Syriza reageerden op de knieval. Logisch, want de Griekse partij is hard op weg het slechte geweten van de Europese sociaal-democratie te worden. Op papier moet ook die niets hebben van austerity. De Italiaanse premier Renzi en zijn Franse collega Hollande beloofden tijdens hun verkiezingscampagnes met dat beleid te breken. Eenmaal aan de macht is daar weinig meer van vernomen. De Franse regering zette vorige week zelfs tijdelijk het parlement opzij. Alles om de door Brussel geëiste bezuinigingen en hervormingen tijdig door te kunnen voeren.

Op hulp van de Duitse Genossen, Merkels coalitiepartner spd, hoeven de Grieken al helemaal niet te rekenen. Het zijn juist hun arbeidsmarkthervormingen die nu ten voorbeeld worden gesteld aan de rest van de eurozone. Dat als gevolg van die maatregelen bijna een op de zes Duitsers onder de armoedegrens leeft, wordt voor het gemak verzwegen. Hetzelfde geldt voor de ruim drie miljoen werkende armen die het alom geprezen Duitse model heeft gecreëerd.

En de Nederlandse pvda? Die loopt over van trots omdat Jeroen Dijsselbloem als voorzitter van de eurogroep deurwaarder van Merkel en Schäuble mag zijn. Hij dient ervoor te zorgen dat de door Griekenland geleende miljarden – waarvan het overgrote deel naar de banken ging – tot de laatste cent worden terugbetaald. En dan na de komende verkiezingsnederlaag in maart weer afvragen waar dat verbleekte ideologische profiel toch vandaan komt.

Tsipras en Varoufakis lijken zich over de hoofden van hun gesprekspartners tot álle Europeanen te richten

Zolang je kunt volhouden dat de huidige europolitiek ‘alternativlos’ is (nog zo’n semantische vondst van Merkel), valt zoveel kruiperigheid amper op. Maar toen was daar opeens Syriza. Dat brak met de consensus. Het zei dat het ook anders kan – anders móet. Geen wonder dat de gezichten stralen nu die geest weer in de fles lijkt. De reacties van politici en commentatoren hebben wat weg van een vader die genoegzaam constateert dat zijn rebelse kind tot inkeer is gekomen en eindelijk ‘realistische’ keuzes begint te maken. ‘De eurogroep zag zich genoodzaakt Syriza een stevige ontgroening te geven’, constateerde het commentaar in de Volkskrant in soortgelijke bewoordingen. Dat moest, omdat de Griekse nieuwelingen ‘als olifanten door de Europese porseleinkast waren gebanjerd’.

Wat fijn is voor de leiders van de eurozone, is allang niet meer goed voor hun bevolkingen. De Grieken zijn dan ook niet de enige verliezers van dit akkoord. Elke nuchter denkende Europeaan moet zich zorgen maken. Want samen met de protesten van Syriza dreigt alle discussie over de huidige crisisaanpak te verstommen. Dat zou rampzalig zijn. Vanwege de democratie, die sinds 2008 in versneld tempo is uitgehold, zonder dat daar meer Europese zeggenschap tegenover staat. Vanwege de droom van een socialer, groener Europa die elk crisisjaar verder uit zicht raakt. Maar bovenal omdat dit economische medicijn simpelweg niet werkt. De werkloosheid is in veel landen opgelopen tot het niveau van de jaren dertig. In Griekenland zou volgens Britse onderzoekers elke dag iemand zelfmoord plegen als gevolg van het bezuinigingsbeleid. De hele wereld ziet dat. Economen van links tot rechts worden niet moe ertegen te waarschuwen. Maar de Europese elite houdt zich doof.

Tekent zich dan geen herstel af? Dat is wat de Europese Commissie voorspelt. In 2015 zou de economie van de eurozone met 1,3 procent groeien. Karig, maar nog altijd het beste resultaat sinds 2010 – als het uitkomt. Daar ligt meteen ook het probleem. De Commissie schat al jaren de resultaten van haar economische politiek veel te zonnig in. Achteraf vallen de cijfers steevast tegen. Ondertussen is de economie van de eurozone nog altijd enkele procenten kleiner dan bij het uitbreken van de crisis. Deflatie dreigt. Het zou niet voor het eerst zijn dat landen – ook Nederland – na een voorzichtig herstel weer terugvallen in een recessie. Dat is nu juist waarom kenners Europa waarschuwen voor een zogenoemd ‘Japans scenario’: langdurige economische stagnatie, gepaard met torenhoge, onbetaalbare schulden.

Gelukkig is de race nog niet gelopen. Het is sterk de vraag of Syriza zich neerlegt bij dit onderhandelingsresultaat. In een uitgebreide beschouwing in het FD werd vorig weekend die koppige houding van ‘de Griek’ cultuur-historisch verklaard. ‘Vier eeuwen Turkse overheersing hebben geleid tot een diepgewortelde guerrillamentaliteit’, luidde de bespottelijke onderkop.

In werkelijkheid heeft de opstelling van Syriza meer te maken met haar politieke strategie dan met de finesses van de Griekse Onafhankelijkheidsoorlog van 1821. In diverse buitenlandse media verschenen de afgelopen weken stukken over het opvallende feit dat zoveel leidende Syriza-intellectuelen gevormd zijn aan Britse universiteiten. Die Zeit sprak zelfs van ‘trainingskampen voor Griekse rebellen’. Vice-premier Dragasakis bezocht de London School of Economics. De minister van Economische Zaken, Stathakis, promoveerde in Newcastle. En natuurlijk mag ook stijlicoon en minister van Financiën Yanis Varoufakis niet ontbreken. Hij werkte aan diverse Britse universiteiten, na gepromoveerd te zijn in Essex.

Aan dat linkse bolwerk studeerden de afgelopen decennia zo’n vierduizend Grieken. Daaronder vele Syriza-prominenten. Zij maakten er kennis met het politieke gedachtegoed van de vorig jaar overleden Ernesto Laclau en diens vrouw, Chantal Mouffe. In hun theorieën – net als in die van de andere belangrijke voordenker van Syriza, Nicos Poulantzas – is de macht veroveren niet enkel een kwestie van verkiezingen winnen. Veel belangrijker is het om het heersende denken, de hegemonie dus, te doorbreken. Op dit moment draagt dat hegemoniale denken de naam austerity. Hoe reken je daarmee af? Ten eerste door voortdurende druk van onderop. Het verklaart de vele pro-Syriza-betogingen binnen én buiten Griekenland. Net als de visionaire speeches, persconferenties en interviews van Tsipras en Varoufakis. Zij lijken zich dikwijls over de hoofden van gesprekspartners als Dijsselbloem tot álle Europeanen te richten.

Een koppig Griekenland is het beste wat Europa kan overkomen. Zo doorgaan is allang geen optie meer

Die brede grassroots mobilisatie gaat hand in hand met een onderhandelingsstrategie gericht op polarisatie. In plaats van op voorhand compromissen te zoeken, zoals in de Nederlandse politiek gebruikelijk is, moeten eerst de verschillen aan het licht komen. Dat schept duidelijkheid naar de kiezers toe. In het jargon van Mouffe en Laclau heet dat een ‘agonistische democratie’. Daarin worden tegenstellingen en conflicten niet uit de weg gegaan. De opponenten bestrijden elkaar op het scherp van de snede. Maar, anders dan in een ‘antagonistische’ situatie erkennen ze wél de elementaire democratische spelregels en instituties. In de woorden van Mouffe: ‘Ze zijn “tegenstanders”, geen vijanden.’

Besef hoeveel invloed dit denken heeft op het politieke kader van Syriza, en je ziet zomaar de contouren opduiken van een heel nieuw scenario. De volgende Europese deadline is in juni. Dan loopt het huidige, tweede ‘reddingspakket’ voor Griekenland af. Dan moet er gepraat worden over een vervolg. En dan ook zal Syriza, de lessen van Laclau, Mouffe en Poulantzas indachtig, opnieuw kiezen voor felle polarisatie. De tussenliggende vier maanden zal de Griekse regering gebruiken om haar troeven in gereedheid te brengen. Zij zal koste wat het kost willen voorkomen dat ze opnieuw geen stok achter de deur heeft.

Wat zijn die troeven dan? De belangrijkste is de afgelopen weken al vaker genoemd: Poetin. Maar er zijn meer geopolitieke redenen om Griekenland bij de euro te houden. Niemand in Europa was ooit zo naïef om te denken dat de Grieken een economische verrijking waren voor de muntunie. Vanaf het prille begin ging het om politiek. De Europese landen konden zich zo dicht bij het onbetrouwbare Rusland, de roerige Balkan en het wispelturige Turkije geen chaos permitteren. Dat argument geldt nu meer dan ooit. Poetin zal via Griekenland maar wat graag een wig drijven in de Europese Unie. En Turkije is onder het islamistische bewind van Erdogan nou ook niet bepaald een solide factor op het wereldtoneel. Griekenland is door zijn grote krijgsmacht bovendien nog altijd een belangrijk Navo-lid.

Een andere troef ligt bij de Europese buitengrenzen. Griekenland neemt een cruciaal deel daarvan voor zijn rekening. Wat nou als de nieuwe regering dreigt die iets minder enthousiast te gaan bewaken? Dan staan er miljoenen wanhopige Syrische vluchtelingen klaar om via die relatief veilige landroute naar, pak hem beet, Duitsland te reizen. Het lachen zou Schäuble snel vergaan. Maar bovenal zal Syriza vóór juni serieus werk willen maken van een alternatief, uitgewerkt Grexit-plan. Niet omdat de partij uit de euro wil, maar omdat het de enige manier is om de rest van Europa duidelijk te maken dat het menens is.

Hoe hard en cynisch dat alles ook klinkt, een koppig Griekenland is het beste wat Europa kan overkomen. Gewoon zo doorgaan is allang geen optie meer. Het is spijtig, maar het geld van de Griekse miljardenleningen komt sowieso niet terug. Europa’s andere economische problemen zullen evenmin voorbij waaien. Rusland blijft stoken. In Frankrijk loopt het anti-Europese, xenofobe Front National zich warm voor de macht. En in 2016 stemmen de Britten over een afscheid van de Europese Unie.

Heruitgevonden wordt Europa de komende jaren hoe dan ook. Doen partijen als Syriza en het Spaanse Podemos dat niet, dan staan er heel wat duisterder geesten klaar.


Beeld: ‘Execution’, door de Griekse cartoonist Michael Kountouris (Cagle).