Ed Sheeran © Mark Surridge / Atlantic Records

Stel, je zou een fotografisch overzicht maken van de internationale sterren die het afgelopen jaar in Nederland op eigen kracht een stadion of festivalweide vulden, dan zou tussen P!nk, Jay-Z, Beyoncé, Jon Bon Jovi, Till Lindemann, Eminem, James Hetfield, Axl Rose en Matthew Bellamy van Muse de Brit Ed Sheeran nogal uit de toon vallen. Sheeran heeft in tegenstelling tot al die anderen het charisma van de antister. Hij lijkt op de bijna twee generaties oudere Brit die een paar weken geleden zestigduizend mensen naar het Goffertpark trok: Phil Collins. Net als Collins is Sheeran niet cool, onbetwistbaar zeer muzikaal, maar op een allemansvriendelijke manier die onder critici doorgaans weinig waardering oplevert.

Een ongelooflijke prestatie blijft het niettemin. Het is aannemelijk dat over tien jaar blijkt dat Sheeran een nieuwe generatie singer-songwriters heeft geïnspireerd tot gitaarles, omdat hij bewees dat je daar tienduizenden mensen stil mee kunt krijgen. Of kunt laten meezingen. Ook dat onderscheidt hem van zijn voorvaderen Simon & Garfunkel: niet alleen koos hij geen medezanger als reiscompagnon maar een loopstation waarmee hij zichzelf laag op laag kan sampelen tot hij in zijn eentje bandbreed klinkt. Ook zijn Sheerans krakers als The A Team nadrukkelijke aansporingen tot samenzang.

Zijn zesde album is een stijlbreuk van jewelste: het album bestaat volledig uit samenwerkingen met andere artiesten, vrijwel allemaal afkomstig uit de hiphop. Het is eigenlijk een dansbare hiphop-verzamelaar, met Ed Sheeran als terugkerende gast. Dat is op papier curieuzer dan in de praktijk, omdat het album toch al meer klinkt als een zonnige greatest hits dan als het samenhangende werk van één artiest.

Fantastisch is het opzwepende Take Me Back to London met Stormzy, de Britse rapper die het harde subgenre grime zó populair maakte dat hij dit jaar Glastonbury Festival mocht afsluiten, en in zijn enthousiasme trots vermeldde dat hij dat deed als eerste zwarte Britse artiest – vriendelijk gecorrigeerd door zangeres Skin van Skunk Anansie, die dat in 1999 al deed. Totaal niet opzwepend, maar wel fraai is de gospelsfeer van Beautiful People, een samenwerking met de Amerikaanse Khalid.

In Remember the Name rapzingt Sheeran samen met Eminem en 50 Cent over de tijd dat hij alleen nog kon dromen van samenwerken met die twee, en over de onderschatting van de buitenwereld waar hij zich doorheen moest ploeteren. Hij formuleert het met iets meer bravoure dan gebruikelijk, wellicht opgejut door zijn stoere gezelschap.

Niet nodig, want over de jaren dat hij in Londen op straat en in metrostations speelde, schreef hij in 2011 al het betere Homeless, met het fraaie refrein _‘It’s not a homeless life for me / It’s just I’m home less than I’d like to be’.


Ed Sheeran, No 6. Collaborations Project