
Na vijf jaar actievoeren ziet Piotr Łopaczuk weer licht aan het eind van de tunnel. ‘De situatie is helemaal veranderd. Er is weer hoop.’ Die hoop heet Rafał Trzaskowski. De 48-jarige burgemeester van Warschau eindigde afgelopen zondag met ruim dertig procent van de stemmen weliswaar achter zijn leeftijdsgenoot, de zittende president Andrzej Duda, die ruim 43 procent kreeg, maar de tweede ronde over anderhalve week belooft spannend te worden. De welbespraakte burgemeester is progressiever dan zijn partij, Burgercoalitie, uitgesproken pro-Europees, liberaal en voorstander van het homohuwelijk. Als hij wint, draait de wind in Warschau, want een president heeft hier reële macht. Hij kan wetten blokkeren waarmee de nationalistische conservatieven sinds vijf jaar Polen omsmeden in een niet-liberale democratie.
Toen de partij Recht en Rechtvaardigheid (PiS) in 2015 aan de macht kwam, stond Piotr vooraan bij het oprichten van kod, het Comité ter Verdediging van de Democratie. Grote menigten demonstreerden tegen propaganda op de staatstelevisie en tegen het muilkorven van rechters. Maar de protesten namen af. ‘We schreeuwden ons hees en versleten onze zolen’, vertelt Piotrs mededemonstrante van het eerste uur Stanisława (Stasia) Skłodowska. ‘Ondertussen lachte die vent in Zoliborz ons recht in ons gezicht uit.’
‘Die vent’ is Jarosław Kaczyński. De baas van PiS is formeel alleen parlementariër, maar de facto regeert hij het land vanuit het partijkantoor, of vanuit zijn villa in de wijk Zoliborz, dag en nacht bewaakt door een legertje van achttien politieagenten die bij toerbeurt mensen als Piotr en Stasia op afstand houden. Kaczyński noemde Hongarije en Turkije als zijn voorbeelden.
Piotr, Stasia en een handjevol medestanders gaven het niet op; overal waar PiS-coryfeeën hun neus uit hun limousines steken, protesteren ze. Ook nu zitten ze bij te komen van een actie. Het was hetzelfde ritueel als altijd, vertelt Piotr (53). ‘We worden omringd door een politiekordon.’ Dan volgt de bekeuring wegens het ‘verstoren van de openbare orde’. ‘Die weigeren we principieel. Dus wachten we weer af wat de rechter beslist.’ Hoeveel rechtszaken heeft hij lopen? Hij is de tel kwijt.
‘Het is een fulltime baan’, verzucht Stasia. Ze is sinds vier jaar met pensioen. ‘Ik had me mijn oude dag anders voorgesteld. Ik wilde Italië zien.’ In plaats daarvan ziet ze politiebureaus en rechtbanken van binnen. Want wie demonstreert tegen PiS wordt keihard aangepakt. Zelfs het zogenoemde ‘omgevingsonderzoek’ is weer terug. ‘Agenten in burger kloppen aan bij mijn buren om ze uit te horen over mij. Wat ik doe. Wie er in mijn huis verblijft. Net als onder het communisme.’
De nationale ombudsman Adam Bodnar, een van de weinige functies die nog niet onder controle staan van PiS, constateerde: ‘De machthebbers dwingen wettelijke verplichtingen op een selectieve manier af. Wie wordt aangemerkt als kritisch ten opzichte van de regering, is blootgesteld aan allerlei vormen van intimidatie, variërend van aanhouding, boetes en administratieve straffen.’ Huiszoekingen, nachtelijke arrestaties, afvoeren in handboeien, 48 uur voorarrest en verhoor zonder advocaat, het hoort net als onder het communisme weer tot het politierepertoire.
De Covid-epidemie maakt straffen nog makkelijker. Antiregeringsdemonstranten kregen duizenden euro’s boete wegens het overtreden van sanitaire regels. Zonder mogelijkheid van beroep. Ondertussen lapten PiS-baas Kaczyński, zijn premier en zijn ministers voor het oog van de camera alle Covid-regels aan hun laars.
Aanvankelijk leek Covid-19 Kaczyński in de kaart te spelen. Bij wijze van coronamaatregel veranderde PiS kort voor de verkiezingsdatum in mei de kieswet: iedereen moest stemmen per post. Honderdduizenden Polen die in het buitenland wonen of niet op hun officiële adres, werden daarmee feitelijk van deelname uitgesloten. De stembusgang werd niet georganiseerd door de kiescommissie, maar door een vertrouweling van Kaczyński, zonder veel mogelijkheid tot onafhankelijk toezicht. Kaczyński zat op rozen, de oppositie zat in zak en as. ‘Twee maanden geleden had eigenlijk iedereen zich al bij de volgende nederlaag neergelegd’, constateert Piotr.
Polen zou in de categorie niet-democratische landen zijn beland als er geen ruzie was uitgebroken in het regeringskamp. De brievenbusverkiezingen, die door de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (ovse) al als ‘ondemocratisch’ waren bestempeld, werden op het laatste moment afgeblazen. De oppositie greep haar kans en schoof haar nieuwe kandidaat, Trzaskowski, naar voren. Een riskante zet, maar het bleek een schot in de roos. Onverwacht staat Kaczyński’s almacht op de tocht. Hij beschikt over een krappe meerderheid, maar niet over de zestig procent van de parlementszetels die nodig zijn om een presidentieel veto te verwerpen. Tot nu toe was dat geen probleem. President Duda verwierf de afgelopen jaren veelzeggende bijnamen als ‘de notaris van PiS’, ‘de pen van Kaczyński’, of gewoon ‘Kaczyński’s marionet’.
Mocht Trzaskowski president worden, dan zal er in Brussel discreet een champagnekurk knallen. Trzaskowski belooft te voorkomen dat Polen verder afdrijft richting autoritarisme à la Hongarije. Want dat is de kritiek op PiS: de publieke omroep is een propagandamachine, het journaal was afgelopen week één grote verkiezingsspot voor president Duda. Onder Kaczyński’s motto ‘nu zijn wij aan de beurt’ is het complete overheidsapparaat gekoloniseerd door partijgetrouwen. Staatsbedrijven worden behandeld als spaarpotten voor partijpolitiek. De partij stookt tegen minderheden, bij voorkeur homo’s en transgenders. De katholieke kerk daarentegen kan rekenen op bescherming tegen lastige vragen over pedofiele priesters en op een gulle subsidiestroom. Rechtbanken worden onder politieke curatele gesteld, rechters die zich verzetten worden gestraft.
Volgens de PiS-aanhang zijn deze beschuldigingen uitingen van links-liberale vooringenomenheid tegen Polen en tegen PiS. Dat is de ook de mening aan tafel bij de familie Paciorek in een voorstadje van Warschau. Hier stemt iedereen op president Duda.
Alicja Paciorek noemt zichzelf trots een ‘mohair-barret’. Met die term worden oudere dames die PiS steunen belachelijk gemaakt, als katholieke kwezels. Maar voor mevrouw Paciorek is het een geuzennaam geworden. ‘Onze generatie is opgevoed met de kerk. Priester en paus waren autoriteiten. PiS probeert dat terug te brengen.’
Kaczyński en PiS zijn voor haar tragische helden die tegen de stroom van de Zeitgeist oproeien. Het is een terugkerend motief. Geen politicus is zo standvastig als Kaczyński, meent Beata Jóźwiak. ‘Hij vlucht niet. Hij wijkt niet. Hij is eerlijk en bescheiden.’ Daarbij bezigt hij weleens onparlementaire taal; de oppositie is in de woorden van Kaczyński ‘een inferieur soort’, ‘schorem’, ‘verraderlijk gajes’ en ‘tuig van de richel’. Maar volgens mevrouw Jóźwiak is dat zuiver defensief. ‘Ik ken geen politicus op de hele wereld die zulke vernederingen moest ondergaan als Jarosław Kaczyński. Zelfs een heilige zou dat niet volhouden.’
Adam Rozłoniec, een vriend van de familie, is aangeschoven. ‘Kaczyński is onze leider.’ Hij gebruikt het woord ‘naczelnik’, de titel waarmee de vooroorlogse dictator Józef Piłsudski werd geëerd. ‘Andrzej Duda is de garantie dat er iets bewaard blijft van hetgeen er nog over is van Polen’, sombert hij. ‘Het gaat erom dat Polen Pools moet blijven. Europa verliest zijn ruggengraat. Wij weten tenminste nog wie we zijn.’ Polen als bastion van de vrijheid: ‘Jullie in West-Europa mogen niet meer zeggen wat jullie denken.’ In Polen mag dat wel en dus spreekt hij vrijuit: ‘Het homohumelijk is een verdorvenheid.’ ‘Illegale moslimimmigranten weigeren te integreren.’ ‘De westerse media zijn links.’
Rozłoniec is zakenman. Hij verkoopt verzekeringen aan bedrijven. Anders dan veel van zijn collega-zakenlieden is hij enthousiast over de sociale programma’s waarmee PiS en haar president zich de afgelopen jaren populair hebben gemaakt, vooral onder ouderen en op het platteland: kinderbijslag, hogere pensioenen, lagere pensioengerechtigde leeftijd. ‘Daardoor kunnen familiebanden in stand blijven: opa, oma, ouders en kinderen, het liefst veel kinderen.’ Dat de bodem van de schatkist na vijf jaar overheidstekorten in zicht komt, is niet anders. ‘Misschien dat over twee jaar het geld op is.’ En misschien dat Duda de verkiezingen verliest. ‘Dat kan. Dan krijgen we een periode van stagnatie.’
Ruim een derde van de Polen staat pal achter PiS, ongeveer een derde ziet PiS als een boze droom. Het is de derde groep die de doorslag gaat geven: de zwevende soms-stemmers en de aanhangers van kleine partijen. Stemmen op de populaire tv-presentator Szymon Hołownia (bijna veertien procent), de linkse kandidaat Robert Biedroń (ruim twee procent) en boerenleider Władysław Kosiniak-Kamysz (ruim twee procent) gaan in de tweede ronde grotendeels naar Trzaskowski. Maar de rol van kingmaker is weggelegd voor Krzysztof Bosak, de kandidaat van extreem-rechts die zondag werd gesteund door bijna zeven procent van de kiezers. Als zij op Duda gaan stemmen, is de president zo goed als zeker van herverkiezing.
Het is vrijdag, de laatste campagnedag voor de eerste ronde. In het zomerse park van Otwock, een voorstadje van Warschau, staat een groepje sympathisanten te wachten op Bosak. De kandidaat van Konfederacja, de Confederatie, is vertraagd door files, dus er is even tijd voor een praatje. De gemiddelde leeftijd ligt onder de 25. Waarom stemmen ze op Bosak? ‘Economische vrijheid’, luidt het antwoord. ‘De Confederatie staat voor belastingverlaging.’ Voeg daar een conservatief-katholiek wereldbeeld aan toe en je hebt een mix die vooral jonge mannen aanspreekt.
Als de leider arriveert, dringt een honderdtal overwegend jonge mensen samen rond het kleine podium. Wie niet beter weet, waant zich op een bijeenkomst van onberispelijk in het pak gestoken neoliberalen. Bosak gaat tekeer tegen belastingen, de hoge kosten voor het ophalen van vuilnis en een groeiende bureaucratie. Welbespraakt omzeilt hij de klippen van het partijprogramma die hem het etiket extreem-rechts opleveren: militarisering van het volk, het concentreren van alle uitvoerende macht, uittreden uit de EU, invoering van de doodstraf en van dwangarbeid, grenzen dicht voor migranten, het koesteren van de herinnering aan het enorme territorium van het vroegere Polen, economisch nationalisme, nauwere banden met Rusland en China.
Op de vraag waarom hij uit de EU wil antwoordt Bosak: ‘De eis om de EU te verlaten stel ik niet tijdens deze verkiezingscampagne, want een meerderheid van de Polen wil dat niet. Maar als de situatie fiftyfifty wordt, starten we het debat en organiseren we net als de Britten een referendum.’ En op de vraag die hij deze dagen al honderd keer heeft gehoord, op wie adviseert u te stemmen tijdens de tweede ronde, Duda of Trzaskowski: ‘Wij zijn tegen alle establishmentpartijen. Ik zeg niet wie er dichter bij ons staat.’
Dus is het woord aan zijn kiezers. Oliwer Zywertowski blijft thuis. ‘Of ik maak mijn stembiljet ongeldig’, zegt de achttienjarige. ‘PiS kan zichzelf wel rechts noemen, maar met al die sociale programma’s lijken ze meer op sociaal-democraten’, vindt hij. ‘Kaczyński zegt wel dat hij voor het aanscherpen van de abortuswet is, maar toen er een wetsvoorstel lag, veegde hij die snel van tafel.’ Voor de jongens met de Confederatie-vlaggen is PiS nep-rechts. ‘Het is arrogant dat PiS op onze stemmen rekent, alleen omdat ze zichzelf rechts noemen.’
Een eindje verderop staat Maciej Fokt, in de twintig, werkzaam als programmeur. Ook hij prijst de combinatie van vrijemarktdenken en conservatisme. Uit de EU? ‘Ja, prima.’ Minder belastingen en premies? ‘Ja, dan hebben werkgevers meer geld om hun werknemers goed te betalen.’ Wat gaat hij doen in de tweede ronde? ‘Toch maar op Duda stemmen. Hij is het minste kwaad.’ Waarom? Maciej knikt in de richting van een paar meisjes die met kleurig geverfd haar en lange kousen uit de toon vallen. Ze houden in zwijgend protest een bordje omhoog in de kleuren van de regenboogvlag met het opschrift: ‘Ik ga me niet verstoppen omdat jij je ongemakkelijk voelt.’ Maciej trekt een vies gezicht. ‘Dát daar gaat Duda in elk geval niet promoten.’