
Een vrouw waadt in haar ondergoed het water in. Haar kinderen, drie in totaal, staan aan de kant te mompelen. ‘Wat doe je, mam?’ Onder water komt het gezin alsnog samen. Moeder gaat eerst, maakt luchtbellen. De kinderen volgen, ze zwemmen met hun ogen open. Strepen licht snijden diagonaal door het beeld. De scène spiegelt een eerdere scène, toen jongste dochter Rose naar binnen keek bij een zwembad waar net een babyzwemles bezig was. Ook toen waren het ouders en kinderen die samen in het water speelden, blauw en onscherp als in een droom. Door water te gebruiken maakt filmmaker Esther Campbell de bloedband tussen familieleden zichtbaar. Haar speelfilmdebuut Light Years gaat over de onvermijdelijkheid van familiebanden.
Met zijn zachte kleuren en 16mm-korrel, dat tere en melancholische, herinnert de film aan talloze andere coming of age-films, meestal debuutfilms, meestal gemaakt door een vrouw, alle met een vrouw of meisje in de hoofdrol. Campbells film past in dat sjabloon, en ook weer niet. In Light Years, een film die zich afspeelt in kleinsteeds Engeland, heeft niet één vrouw maar hebben vijf personen de hoofdrol. Moeder is er niet, zij is ziek. Vader gaat gebukt onder het verdriet. De oudste dochter verlangt naar de liefde, liegt dat ze ’s nachts vrijt in het natte gras. De zoon is zo geobsedeerd door ziekte dat hij de naderende dood zelfs bij de rat van zijn zus diagnosticeert. De jongste dochter mist haar moeder het meest. Zwemmen is niet het enige wat de vijf gezinsleden doen; bovenal lopen ze. Ze dwalen, slenteren, lopen weg, haasten zich, gaan in slow motion voor de camera uit en kijken over hun schouder terug, net niet in de lens.
Opgroeien, uitvinden wie je bent, is iets wat je alleen doet. Een opgroeifilm is dan ook een film over identiteit. De hoofdpersoon verhoudt zich misschien tot een eerste geliefde, een eerste minnaar. Een beste vriendin, een nieuwe vriend. Een pestkop, een mortal enemy. In sommige coming of age-films gaat een oma dood, want het begin van het volwassen leven is inherent verbonden aan het einde ervan. De titel van Lore (Cate Shortland, 2012), genoemd naar de hoofdpersoon, verraadt dat identiteit ook hier het centrale thema is. Hetzelfde geldt voor de titel van Shell (Scott Graham, 2012).
Maar met Sweetie, Jane Campions debuut uit 1989, is iets anders aan de hand. Ook deze coming of age-film kreeg een meisjesnaam als titel. Sweetie is echter niet de naam van de hoofdpersoon, die Kay heet, maar die van haar luidruchtige en instabiele zus. Preciezer gezegd: Sweetie is haar koosnaam. Het is de naam die haar vader aan zijn kleine zoete meisje gaf, en de naam die hij ook nu nog gebruikt, nu zij is uitgegroeid tot een wellustig monster van een vrouw. Kays coming of age, wil de titel maar zeggen, is onlosmakelijk verbonden met het nest waaruit ze voortkomt en de verstandhoudingen daarbinnen.
Opgroeien, uitvinden wie je bent ten opzichte van de ander, is iets wat je niet alleen kunt. De niet-begrijpende ouders in The Graduate, de zieke vader in Attenberg, de naïeve moeder in Heavenly Creatures, de egoïstische moeder in Fish Tank: coming of age-films gaan niet over de opgroeiende protagonist alleen, maar juist ook over zijn naaste familie. Wat zegt de titel van Light Years over de hoofdpersonen? Ze staan op mijlen afstand van elkaar.
Kay is angstig en geremd. Haar zus Sweetie is daarentegen een en al impuls, gekte en seks. Hun vader adoreert Sweetie, zozeer zelfs dat zijn vrouw haar spullen pakt en vertrekt. Vader blijft achter met een gebroken hart: ‘The whole family’s coming apart like a wet paper bag.’ Het vertrek van de moeder is niet alleen een gezonde daad van emancipatie, maar tevens een katalysator. Het heeft tot gevolg dat vier ongelukkige personages tot een daad komen die hun leven een nieuwe richting zal geven.

Ook in Shell wordt een afwezige moeder opgevoerd. Ditmaal mag de kijker raden naar de aard van moeders besluit, wij zien alleen de gevolgen. Een vader en tienerdochter runnen, afgezonderd van alles en iedereen, een klein benzinestation in de Schotse Hooglanden. Het landschap, en de eenzaamheid die het met zich meebrengt, zit in alle kieren en gaten van het huis. De kou, de tocht, de schemer. Het geluid van regen en wind. Shell, zoekend naar haar plek in de wereld, neemt als vanzelf de rol van haar moeder over. Vader, met een blik vertroebeld door het gemis, verzet zich niet wanneer zijn dochter verandert in zijn vrouw. De verdienste van Shell – ook een debuutfilm, gemaakt door een man – is dat die rolverschuiving natuurlijk voelt. Maar ook Shell is uiteindelijk een daad van emancipatie gegund.
In Lore, de tweede film van de Australische Cate Shortland, zijn het beide ouders die verdwijnen. Vooral het vertrek van de moeder voelt als verraad. Het is 1945. De geallieerden verspreiden zich over Duitsland en Lore’s ouders, een hooggeplaatste nazi en zijn vrouw, maken korte metten met hun bestaan. Papieren worden verbrand, spullen worden uitgezocht en ingepakt, zelfs de hond moet dood. Terwijl alles wegvalt – haar huis, haar spullen, haar ouders, haar gedachtegoed – zorgt Lore als vanzelfsprekend voor haar broertjes en zusje. Net als Shell wordt ze gedwongen om een volwassen rol op zich te nemen, de moederrol, en net als Shell ontdekt ze dat die rol haar niet past. De meisjes zijn hun moeder niet, ze zijn iemand anders. Het is die realisatie, en niet de volwassen rol die ze op zich nemen, die hun coming of age markeert.
De beelden van deze films zijn dromerig onscherp of vervreemdend als in een nachtmerrie, met verwrongen perspectief (Sweetie) of onhandig afgesneden kaders (Lore). De personages komen heel dichtbij (handen, ogen, een pluk haar voor het gezicht), of blijven juist op afstand. In Light Years benadrukt Campbell de onthechting van haar personages door ze heel alleen in het landschap te plaatsen. Vader haast zich over een verlaten weg, zijn jongste wacht op de bus, zijn oudste loopt een glooiend grasveld op. Achter hen kruist de horizon, onverbiddelijk recht. De kleuren zijn uit het beeld gewrongen, alsof alles en iedereen in mist is gehuld.
Light Years gebruikt ook meer nadrukkelijke symbolen. Vlinders fladderen, vogels vliegen op of zwermen in groepen, een biddende roofvogel hangt stil boven een weiland. Dat deze film, net als de andere drie films, zich van dik aangezette symboliek bedient, is een goed te verdedigen keuze; op momenten van grote verandering zie je inderdaad overal betekenis in. Wanneer iemand sterft. Wanneer je verliefd wordt. Wanneer je volwassen wordt, niet geleidelijk, maar van het ene op het andere moment. Je blik wordt scherp en alles krijgt gewicht.
De tere beeldjes die Lore bewaart, een dode boom in Sweetie, Shell die Carson McCullers leest. Betekenisvolle objecten of beelden vergroten ook het allegorische element van deze films. De verhalen die ze vertellen zijn tegelijkertijd particulier en universeel, als een heldenepos. Tijdloos als een sprookje, boven de realiteit uitgetild. Met dit verschil: deze vier opgroeifilms vertellen geen grootse, maar kleine verhalen. Ze zoomen in op details, ze spelen met nuances, ze omvatten niet een heel mensenleven maar spelen zich gedurende een korte periode af. (Light Years vertelt over een enkele dag.) Het zijn uitdrukkelijk intieme verhalen. Niet luid verteld met grote gebaren, maar in je oor gefluisterd. In je gedachten geplant als een droom of een herinnering.
In Sweetie is het Kay die een verzameling porseleinen paardjes heeft. Ze heeft elk van hen een naam gegeven. Het paardje dat Sweetie ooit stukmaakte, heet Broken Heart. Ook in Lore komen porseleinen beeldjes voor. Aan het begin van de film worden ze zorgvuldig in theedoeken gewikkeld. De wereld staat in brand, maar dit kleine beetje beschaving zal worden behouden. ‘I’m gonna do something!’ roept Sweetie tegen Kay, buiten zinnen van woede. Ze rent de trap op, Kay gaat haar achterna naar boven. Sweetie zit op bed, een mond vol bloed en scherven. Ze heeft geprobeerd de beeldjes op te eten.
Het slot van Lore is een van de meest ontroerende die ik ken. Lore en haar broertjes en zusje zijn veilig, het leven gaat door. Nu zingen ze Amerikaanse liedjes over lellebellen, in plaats van lofliederen over de Führer. Lore kan niet langer geloven in de schijn van civilisatie. Ze gaat, net als Sweetie, de trap op naar boven, waar ze haar woede botviert in alle eenzaamheid. Op haar kamer slaat ze de porseleinen beeldjes – toonbeeld van verfijning en vakmanschap maar ook van ultieme meisjesachtigheid – met woedend genoegen stuk. Opgroeien gaat over wat je achterlaat, en wie.
Light Years eindigt in het donker. In het diepzwart knalt vuurwerk de lucht in, gaan straatlantaarns aan wanneer de drie kinderen er lachend langs rennen. De horizon is niet meer te zien; alles danst en schudt en wiebelt en leeft. Het geheim dat Light Years met zich meedraagt, wordt pas laat onthuld. Ik zal niks verklappen, maar het maakt de band tussen de kinderen en hun moeder des te meer beladen. Op de valreep krijgt coming of age een heel andere betekenis: voor deze kinderen is opgroeien niet bevrijdend maar angstaanjagend. Toch rennen de kinderen gierend van het lachen door het donker. De toekomst mag dan onzeker zijn, zij kunnen niet anders dan ervan dromen. Van een huis voor zichzelf. Van kinderen krijgen en oma worden. Opgroeien gaat over achterlaten, maar Light Years gaat over terugkeren. Over niet loskomen.
Light Years is vanaf 22 september in de filmtheaters te zien
Beeld: Zamira Fuller als Rose in Light Years (Cinemien)