De mens is dom en onhandig en dat botst met techniek en daar krijg je dan weer ongelukken van. Mannen die een boom snoeien door de zaag tussen hen en de stam te zetten, of een oude schoorsteen omtrekken met een sleepkabel aan de auto. Het internet staat er vol mee. Veel is het gevolg van hubris en niet zelden is het de techniek zelf die uit hubris voortkomt. Neem de hevel. Het woord alleen al suggereert iets dat oud is en beproefd, een instrument dat sinds mensenheugenis vloeistof vanuit het ene vat naar het andere pompt. Simpel, goedkoop en handig. Het soort instrument, zeg maar, dat al uitontwikkeld was toen het werd bedacht.
De mijne kwam mee met het roeiapparaat. Toen ik een paar jaar geleden besloot dat de sportschool niets voor mij was – wegens het huis uit moeten en zwetende mensen die de toestellen vies maken terwijl ze naar harde muziek luisteren en kijken naar het openhaardvuur van televisies – kocht ik een Waterrower. Dat is een roeiapparaat voor Duitse veganisten die aan tantrische seks doen, maar ik bezit blijkbaar net genoeg Duitse genen om een houten toestel met watertank en schoep onweerstaanbaar te vinden. En het is waar: nooit voelde droogroeien zo nat.
Om de tank te vullen moet er water in geheveld met een balgje tussen twee slangen. De ene slang hangt in een emmer en de andere in de tank van de Waterrower. Twee keer knijpen en het stroomt. Het leven eenvoudig.
Toen tijdens een wolkbreuk de goot naar binnen afwaterde, herinnerde ik mij in een aanval van serendipiteit de hevel, rende daarmee naar het dakraam en pompte de goot leeg. Bewonderende blikken van familie, buren die ineens heel anders dachten over schrijvers in het algemeen en die naast hen in het bijzonder. Hevelman saves the day!
Een paar jaar bood ik op die manier de opwarming der aarde en de daarmee gepaard gaande buienintensiteit partij. Toen ging de hevel kapot. Geen kwaad woord over dat ding of de Taiwanese fabrikant die daarvoor kostbare plastics uit de kunsttofmijnen van Hualian heeft gedolven. Voor een apparaatje dat trouw doet waarvoor het niet is bedoeld heb ik alleen maar bewondering. Maar er moest wel een nieuwe komen.
Er zijn verdomd weinig winkels die hevels verkopen en tijdens mijn eerste rondgang voelde ik mij een beetje als in klas zes van de Montessorischool, toen ik op 1 april langs de klassen werd gestuurd om ‘het vergiet zonder gaatjes’ te halen. Jaja, heel leuk, mijnheer Nussmeijer!
Toen ik er uiteindelijk een vond had die een rood in plaats van blauw balgje. De afdeling product design van de Taiwanese fabriek had blijkbaar even niets te doen.
Bij de eerstvolgende stortbui begaf ik mij daadkrachtig naar zolder om de nieuwe hevel in de goot te hangen, maar ook na heel lang knijpen en pompen kwam er niet meer dan een zielig piezeltje water uit dat al snel stopte.
Een hevel die het niet doet, dat is als een tafel met een storing.
Emmer gevuld en hoog geplaatst, andere emmer lager, hevel erin en weer dat armetierige, bijna levensmoede straaltje en daarna niets.
Demontage.
Nog geen week eerder hadden mijn zoon en ik zijn laptop uit elkaar gehaald, omdat de ventilator het niet meer deed. Hij had zoiets nog nooit gedaan en ik ben alleen Apples gewend, dus er hing de prettige tinteling in de lucht van een tocht door het onbekende. Het kostte twee uur, we bliezen een kilo stof weg en hielden twee schroefjes over, maar toen deed hij het weer. ‘Is dat niet erg?’ zei mijn zoon. Waarop ik hem vertelde dat ik als twaalfjarige, na heel lang zeuren, de spoelenrecorder van mijn grootvader kreeg en die bij thuiskomst onmiddellijk demonteerde. Een handvol onderdelen overgehouden, maar het ding deed het nog prima.
‘Waarom?’ zei mijn zoon. ‘Waarom moet je altijd alles uit elkaar halen?’ Ik zei wat bergbeklimmers zeggen als iemand vraagt waarom ze in godsnaam de Himalaya beklimmen, terwijl dat toch nergens voor nodig is: omdat hij er is. Maar ik wist wel dat mijn neiging om alles te demonteren en de werking ervan te kennen voortkomt uit de hoop dat de wereld uiteindelijk toch gewoon logisch is en de huidige staat van chaos een vergissing die misschien ooit kan worden hersteld. Sommige mensen gaan daarvan in God geloven, ik schroef het strijkijzer open.
Vergeleken bij een Windows-laptop of de Himalaya stelt een hevel niets voor en na een paar minuten stond ik beteuterd te kijken naar iets wat ik niet had verwacht. De afdeling product design was niet opgehouden na het rode balgje. Ze hadden er terugloopklepjes in aangebracht. Op de een of andere manier werkte de hevel daardoor alleen nog als je bleef pompen, waardoor je wel kunt… eh… hevelen, maar het ding niet meer als siphon werkt.
‘Wat was er nou?’ vroeg mijn vrouw toen ik met de weer in elkaar gezette hevel naar boven beende.
‘Wat er is mis met de hele wereld!’ grauwde ik, waarna ik op de zolder uit het raam hing en, terwijl ik langzaam natregende, pompte als Noach die in zijn lekkende schuit met have en nageslacht op de eindeloze wateren van de zondvloed dobbert. Panta rhei, jaja, maar wanneer houdt het eindelijk eens op?