© Mark Mainz / Netflix

Barbara Cartland, die vanaf haar chaise longue 723 zoete liefdesromannetjes dicteerde, had een heel simpele verklaring waarom het huwelijk tussen prins Charles en Diana zo snel vastliep: ‘She wouldn’t do oral sex.’

Het was niet zomaar een theorie. Cartland was haar stief-grootmoeder, aangezien haar dochter – Raine, ooit ‘debutante van het jaar’ – de tweede vrouw was geworden van de graaf Spencer, Diana’s vader. ‘Acid Raine’ noemden Diana en haar broers haar. Vanuit Charles’ cercle werd ook naar seksuele onvolkomenheden gewezen. Nadat Charles zich in zijn wilde-harenperiode had vermaakt met een serie affaires met getrouwde aristocrates vond hij het enorm tot de verbeelding spreken dat Diana – met wier zus Sarah hij een liaison had – nog maagd was. Ze was twintig toen ze trouwden in St. Paul’s Cathedral, in 1981. Meteen na het huwelijk vertrokken ze naar Broadlands, het landhuis van Charles’ kort daarvoor door de ira vermoorde oom Lord Mountbatten. Diana wilde na alle drukte slapen, eten, vrijen. Charles ging de hele dag vissen.

Nu kun je een trouwring die door de generaties wordt doorgegeven nog romantisch noemen, maar hoe noem je het als je je eerste nacht als man en vrouw doorbrengt in hetzelfde hemelbed waarin je ouders hun eerste nacht doorbrachten? Daar vond in ieder geval het fiasco plaats. ‘Het was niets onaardigs, natuurlijk’, zei Charles tegen een vriend. ‘Maar ze was pijnlijk naïef.’ De trofee waarop hij in de aanloop naar hun huwelijk had gejaagd – haar maagdelijkheid – was nu waar hij op afknapte. Vanuit Diana’s cercle werd later gezegd: Charles had moeite met erogene zones.

Wat moeten we met deze kennis? Waarom weten we dit? Omdat Cartland interview na interview gaf, omdat privésecretarissen, oud-klasgenoten, butlers, en zo’n beetje iedereen die iets met Diana, Charles, en zijn latere vrouw Camilla te maken had, memoires schreef, of voor cash interviews gaf aan de tabloids. Iedereen wist een theorie, een juicy detail, een persoonlijke anekdote. Daar bovenop kwamen de expliciete interviews met Diana zelf. Als je The Diana Chronicles (2007) leest, geschreven door voormalig Vanity Fair- en New Yorker-hoofdredacteur Tina Brown, is het bizar hoe diep de intieme kennis gaat. Geen kamerdeur was blijkbaar ooit echt gesloten. Dat zijn de stroppen en pijlen van een schandalig fortuin, namelijk dat er altijd wel een bediende meeluistert. Wat blijft er van iemand over als je de mogelijkheid van een privéleven weghaalt?

Niet veel, en die persoonlijke beknotting te midden van de opulente pracht en praal van de Britse monarchie is dan ook het speelveld van The Crown, dat nu op Netflix terug is met het vierde seizoen – na het ongefocuste derde een absolute return to form. Prinses Margaret – de zus van – is eenzaam doordat alle mannen haar besnuffelen als curiosum, maar wegvluchten voor een echte verbinding. De kinderen van de koningin zijn à la Tolstoj allen ongelukkig op hun eigen manier. Prins Edward is een gepest schooljongetje, dat zijn titel gebruikt om wraak te nemen. Prinses Anne is een bikkel, iemand die haar eigen gevoelens versteent, en zo wegzinkt. Prins Andrew is een verwend nest die door niemand serieus wordt genomen (hij komt het meest ronduit als karikatuur in beeld, een duidelijke afrekening met de in aan Jeffrey Epstein gerelateerde seksschandalen verwikkelde echte prins).

En prins Charles is een vlerk, zo verzwolgen door zijn eigen emoties dat hij die van anderen niet meer ziet. Hij mijdt oogcontact, loopt alsof hij de last van de wereld moet dragen en straalt zoveel zelfmedelijden uit dat niemand nog zin heeft met hem mee te leven. Wanneer hij tegen zijn moeder over zijn getroebleerde huwelijk begint maant ze hem prompt te gaan opstaan – zoals politici dat voor haar doen, zodat het gesprek lekker kort blijft.

Zoals altijd speelt de serie The Crown daarmee haar paradoxale spel: het prachtige camerawerk verlekkert zich aan de paleizen, de Jaguars, de tiara’s en maatpakken, de kunst aan de muur en de eindeloze waxjassen op de landerijen, en tegelijk stelt de plot de vraag: wat een zielige mensen, wie wil daar nu bij horen?

© Des Willie / Netflix

Nou, Diana dus. Ze behoorde tot de laatste generatie geprivilegieerde Britse meisjes die werd weggestopt in weinig uitdagende kostscholen, tot ze de leeftijd had bereikt om op jacht te gaan naar een geschikte echtgenoot, schrijft Tina Brown. En daarin was ze ambitieus. Cartland zei dat de enige boeken die Diana ooit had gelezen die van haar waren, en dat had haar niet veel goed gedaan. Brown noemt het ‘The Dream’: Diana jaagde actief op Charles, dook overal op waar ze wist dat hij op zou duiken, moedigde hem overdreven aan bij polowedstrijden, speelde in op zijn droefenis over de dood van Mountbatten. De dag voor hun huwelijk reed Diana op een geleende fiets uitzinnig rondjes rond Clarence House, tringelend aan de bel, terwijl ze ‘I’m going to marry the Prince of Wales’ zong.

In The Crown wordt Diana gespeeld door Emma Corrin, een nog onbekende actrice die een perfecte Lady Di ‘doet’, met de karakteristieke afgewende blik en geaffecteerde stem. Haar ‘agency’ komt heel tragisch in beeld. Ze begint niet simpelweg als slachtoffer van de kille koninklijke familie en de vroegoude Charles – die volkomen verliefd is op de getrouwde Camilla Parker Bowles. In de tweede aflevering komt ze naar het Schotse buitenverblijf van de familie, Balmoral, en ze legt haar auditie geweldig af. Ze weet welke spelletjes er gespeeld worden, trekt er door weer en wind op uit, en vergezelt Charles’ vader, prins Philip, tijdens de jacht op een gewond hert. Als ze het dier spotten, coacht ze hem – ‘pas op, de wind komt van rechts’ – en als ze terugkomen geeft ze hem alle lof. Het was een héél moeilijk schot, zegt ze. En het was in één keer raak! Op de manier waarop Philip ‘welnee’ zegt, zie je hoe hij geniet van de lof die Diana hem toezwaait. Ze pakt hem in.

De paleizen, Jaguars, de tiara’s en maatpakken, én de vraag: wat zielig, wie wil daar nu bij horen?

Het is hartverscheurend, want je kijkt naar iemand die zichzelf aan het opknopen is zonder het te weten. Je weet hoe dit gaat eindigen. De eenzaamheid van een huwelijk waarbij de bruidegom verliefd is op iemand anders, de geslotenheid van de koninklijke familie die weigert Diana’s wanhoop tegemoet te komen, de eetstoornissen die eruit voortkomen, de wanhopige affaires, en de in de media uitgevochten scheiding, en dan die fatale rit in Parijs – die volgend seizoen aan bod zal komen.

In de slotaflevering staat Philip weer tegenover haar. Allebei zijn ze buitenbeentjes in de familie, aangetrouwd, dynastiek onderdanig aan hun partners. Eigenlijk zouden ze elkaar moeten kunnen helpen. Philip wijst haar erop dat iedereen in de familie buitenstaander is, behalve koningin Elizabeth. Hij citeert zijn schoonvader, George VI, die ooit in de allereerste aflevering tegen hem zei dat de koningin ‘the essence of our duty’ is. Men moet zich wegcijferen voor haar.

Maar Diana past, zegt ze. Ze heeft meer nodig. Philips gezicht vertrekt – ziet hij dat zij opeist wat hij nooit heeft gedurfd?

In de laatste scène flitst de camera van de familiefotograaf in Diana’s puppy-ogen. De flits van wat er gaat komen, hoe ze via de media zichzelf opwerkte en groter maakte dan de hele koninklijke familie bij elkaar.

Emma Corrin als Diana; Gillian Anderson als Margaret Thatcher; Olivia Colman als koningin Elizabeth

The Crown is iets minder gelukkig in haar aanpak van de andere vrouw van de jaren tachtig, Margaret Thatcher. Ze wordt geweldig gespeeld, dat voorop, door Gillian Anderson (van The X-Files en Sex Education), met een helm van haar, zo gehaarlakt dat je ermee gepantserd glas kunt inkoppen. Ze praat zonder haar kaken van elkaar te doen.

Het knappe is – dat doet The Crown sowieso goed – dat de historische personages nooit honderd procent proberen te lijken. De creatief leider van de serie, Peter Morgan, coacht de acteurs om enkele eigenschappen van de personages over te nemen, maar zeker niet alle, en met die paar eigenschappen te spelen.

Wat een beetje onecht aanvoelt is dat ze zich niet kunnen inhouden Thatcher als een vrouw in een mannenwereld neer te zetten, wat het verhaal een zweem van feminisme geeft. Dat past niet. Thatcher was allesbehalve girl power. Ze sprak nooit met iets anders dan dedain over de vrouwenbeweging, en maakte er een punt van geen andere vrouwen in haar regeringen op te nemen. Het glazen plafond werd alleen maar dikker onder haar, zoals ze zelf dan wel de dochter van een kruidenier was, maar geen enkele empathie voor de working class kon opbrengen en haar kabinetten vulde met keurige ons-kent-ons-heren uit de upper class.

Zoals we het thatcherisme van de jaren tachtig hebben onthouden – met een vrije markt en geen medelijden met de mensen die daarin niet konden meekomen – is dat het mooist zichtbaar in de aflevering ‘Fagan’. Thatcher en de koninklijke familie komen er amper in voor, maar we zien de troosteloosheid van lange rijen voor de werkloosheidskantoren door de ogen van de sympathieke gescheiden, straatarme schilder die binnensloop bij Buckingham Palace, en bij de koningin op bed ging zitten om haar te waarschuwen voor haar premier.

Heeft de koningin Fagan in gedachten, als ze later in het seizoen Charles en Diana de wind van voren geeft? Jullie hebben alles in deze wereld dat je hartje begeert, landhuizen en rijkdom. Niemand zit erop te wachten om te horen hoe ongelukkig jullie zijn.

Maar ja, dat zitten we dus wel, bewijst The Crown. Het huilt net iets lekkerder achter in een limousine, zei John de Mol ooit. Het is ook een stuk aanlokkelijker om naar te kijken.