
‘No jumping off the pier’, waarschuwt een bordje op de houten pier van Skegness, volgens het Engelse bureau voor toerisme de meest verloederde badplaats van het Verenigd Koninkrijk. Het stadje aan de oostkust heeft de blik altijd op zee gehad. Trots en fier, ze leefden ervan. In hoogtijdagen kwamen mijnwerkers hier tijdens hun spaarzame vakanties kijken naar de grijze luchten en wie krantenartikelen leest uit de jaren negentig vindt er beschrijvingen van hoe knap de regio profiteerde van de globaliserende wereld die achter de horizon ligt. Die wereld kan echter ook een bedreiging zijn en de zee voor de Engelsen dan een natuurlijk fort, schreef Shakespeare al. Precies dat lijkt gebeurd te zijn in Skegness. Meer dan zeventig procent van de inwoners stemde er voor een vertrek uit de Europese Unie. De wijsheid van experts uit Londen en het niet eens zo ver gelegen Cambridge werd genegeerd.
‘Overal in het land hadden mensen het gevoel dat het verkeerd was. Overal in het land hadden mensen het gevoel dat het goed was. Overal in het land hadden mensen het gevoel dat ze echt verloren hadden. Overal in het land hadden mensen het gevoel dat ze echt gewonnen hadden’, zijn de inmiddels bejubelde zinnen van Ali Smith uit haar boek Autumn, volgens The New York Times de eerste post-brexitroman. Ze beschrijft een dorp waarin de ene helft niet meer spreekt met de andere helft, hoe graffiti met ‘GO HOME’ op muren wordt gespoten en douaniers plots een weg afzetten.
Dat was fictie die het gevoel van Engelse radeloosheid én verdeeldheid wist te vangen, al overlapt het in Skegness pijnlijk met de realiteit. Op enkele minuten lopen van de pier herrees drie dagen na de uitslag, op de boulevard, een wegafzetting. Gemaakt van vuilnisbakken, een rolstoel, kratjes bier en kinderspeelgoed. ‘The road is closed. EU border crossing’. Dronken van geluk gebouwd door de 22-jarige dorpsbewoner Mathew Lewis White. Al kreeg de ludiek bedoelde actie wel een donker randje toen hij een Britse dorpsgenoot die geen Engels paspoort kon tonen een kopstoot gaf.
De wijk waar White woont aan de rand van het stadje verkeert in armoede. Veel van de huizen zijn sociale woningbouw, maar hebben geen behang of vloerbedekking. De plastic kozijnen zijn aan vervanging toe al bieden eveneens plastic bloemen iets van kleur. Nog altijd woont hij bij zijn ouders. Al gaat het wel ietsje beter inmiddels, hij heeft werk gevonden. Diepe frustratie over zijn economische situatie was destijds het verweer bij de rechter, die hem uiteindelijk met een kleine boete wegstuurde. Een grote man in een donkerblauw voetbalshirt doet open, op zijn vol getatoeëerde arm staat de naam Mathew Lewis, de naam van zijn zoon. Hij moet hartelijk lachen om het brexit-geweld van zijn telg. ‘They were quite upset weren’t they?’
Bij de leave-stemmer overheerst nog altijd anarchisme en de zin om nog eens flink tegen de schenen te schoppen. ‘We duiden dit graag als een korte oprisping of irrationeel gedrag’, vertelt politicoloog Matthew Goodwin van de Universiteit van Kent mij later tijdens een interview. ‘Maar het zijn terechte grieven. Brexit is onderdeel van een langdurige opstand die niet, zoals de meeste liberalen hopen, snel overwaait. Het populisme heeft niet gepiekt, maar zal nog vele jaren blijven. Zeker als we het niet beter gaan begrijpen.’
Wie van Londen en Cambridge naar kiesdistricten als South-Holland en Boston en Skegness rijdt – daar waar de leave-stem het hoogst was – leert al snel dat de liberale remain-stemmer nog altijd in diepe verwarring verkeert, en nog niet het begin van een oplossing heeft.
‘Moet je oversteken?’ vraagt een dertiger met een gebreid mutsje aan de rand van een kanaal in Cambridge. Hij staat alleen in een chique houten boot waarmee hij net zijn laatste toeristen heeft afgezet. Op deze winterse dag valt de schemer vroeg in, de dag zit erop. Met een grote stok zet Paul McCaffrey af en schippert de Engelse gondel naar de overkant, waar zijn vrienden al languit liggen, omringd door kasteelachtige gebouwen en oude bomen. ‘Dit is de harde kern’, lacht Paul McCaffrey, die inmiddels ook in zijn boot is gaan liggen en een blikje bier heeft geopend. ‘Wij zijn de mensen die ook in de kou roeien, zelfs als er ijs ligt.’ Al tweeënhalf jaar gaat het in zijn schuitje veel over het referendum. De vele toeristen en net gearriveerde studenten kunnen maar niet begrijpen hoe de mensen op een uur rijden van het universiteitsstadje zichzelf zo in de voet hebben geschoten door ‘leave’ te stemmen op 23 juni 2016.
‘Cambridge is een eiland’, roept een van de vrienden. ‘Het gebied hier omheen is racist-land.’ Iedereen lacht en terwijl de rest verder kwebbelt onder het genot van een joint nuanceert McCaffrey zijn vriend. ‘Volgens mij is het eerder “territoriaal”, mensen schermen hun gebieden af.’ Zelf groeide de muzikant op in het naburig gelegen kiesdistrict South-Holland, waar de leave-stem de op één na hoogste was in het hele Verenigd Koninkrijk. Dat dit een eiland is klopt wel. ‘Dat was het al, maar door het brexit-referendum is het eindelijk expliciet geworden. Wij trekken ons hier terug, zij bakenen hun gebied af.’
Eerder die dag scheen de zon eventjes in de universiteitsstad en lag het park vol met wat in Engeland met recht de happy few genoemd mag worden, sterk vermengd met de slimste koppen uit de hele wereld. Migranten die hier niet gevreesd maar juist omarmd worden. Opvallend zijn de vele brexit-boekcovers in het park, recente boeken over het onderwerp hebben veelal een lichtblauw omslag. In boekwinkel Waterstones worden de boeken aangeprijsd op een speciaal tafeltje met daarboven de prikkelende vraag: ‘How did we get here?’ ‘Ze zoeken naar verklaringen’, verklaart McCaffrey de lezende leeftijdsgenoten in het park. ‘Dat doen we allemaal.’
‘You want any stamps dear?’ zegt Brian Cain met zijn zoetste stemmetje. De bebaarde, grote zestiger met armen vol tatoeages woont op een uur rijden van Cambridge, in het stadje Spalding. Hier had hij ooit zijn postkantoor, van waaruit hij boodschappen verkocht aan buurtgenoten die net als hij wonen aan een dijkweg vol onafgewerkte stenen huizen met plastic kozijnen. Nu staat hij in wat ervan over is. De groene balie met glazen tussenschot is gebleven, net als de hoge ijskasten. Overal ligt gereedschap en ‘alle troep die we elders in huis niet kwijt kunnen’, in de hoek staan een houten piano en een oude vitrinekast stof te vergaren.
‘Sorry ’bout the chaos’, knauwt Cain een paar minuten later tegen een gast die vertrekt. Om de eindjes aan elkaar te knopen is hij met zijn vrouw Rosie een bed & breakfast begonnen. Maar vannacht ging zijn auto stuk en moest hij laat nog weg met lawaai als gevolg, ook werkte het internet niet en er was een probleempje met de deur. ‘Als brexit net zo wordt als dit, laat het dan maar zitten’, lacht hij hartelijk. Al is dat vooral een grapje, hij zou nooit anders stemmen.
De straat van Cain strekt zich uit tussen eindeloze weilanden die doen denken aan de eveneens desolate polders van Noord-Holland. Die associatie is allesbehalve uit de lucht gegrepen. Het kiesdistrict waar hij woont, South-Holland, werd eeuwen geleden ingepolderd door Nederlanders en is sindsdien een rijke plattelandsgemeenschap die draait op de verkoop van tulpen, bloembollen, landbouw en vlees. Nu staat dat allemaal onder druk – en dat is hun eigen schuld.
Als premier Theresa May er niet in slaagt om een deal door het parlement te loodsen en de Europese Unie verlaat zonder afspraken behoort dit gebied tot de regio’s die het hardst geraakt zullen worden in heel Europa, voorspellen onderzoekers van de Universiteit van Birmingham. Tegelijkertijd is dit het kiesdistrict waar mensen aangeven dat dit op papier dramatische scenario hun favoriete uitkomst is.
‘Het werkte gewoon niet meer’, bromt Cain over zijn gesloten postkantoor en buurtwinkel. ‘De concurrentie van de supermarkten werd te groot. Alles wat ons eigen is verdwijnt.’ Ook de jaarlijkse bloemenparade en de koeienmarkt op het plein, die in de jaren tachtig nog plaatsvond, zijn weg. Wat ervoor is teruggekomen zijn vrachtwagens. Wie over de kapotte lange dijkwerken met eindeloze uitzichten rijdt, passeert ze soms vaker dan personenauto’s. Als het donker wordt staan ze op smalle parkeerplaatsen langs de weg drie aan drie, het maximale aantal, te wachten voor de nacht. Of bij de vele filialen van McDonald’s die het gebied inmiddels rijk is. Op de zolder van het oude postkantoor logeren vooral buitenlandse ingenieurs, vaak uit Nederland. Die komen om in de omgeving te onderhandelen over de verkoop van nieuwe tractoren of machines voor de vleesfabriek.
In een aftandse kroeg op twee minuten lopen van de bed & breakfast van Brian en Rosie zitten ongeveer vijftien jongens in joggingbroeken en veelal met baarden en kale koppen aan de bar. Op een groot scherm voltrekt zich een dartwedstrijd, twee vrienden spelen snooker. Ze hebben allemaal werk als loodgieter, elektricien, buizenmaker of fabrieksmedewerker. Ze houden allemaal van Amsterdam – ‘ik probeer eens per jaar te gaan’ – en stemden allemaal voor leave tijdens het brexit-referendum. En nog iets opmerkelijks: de twintigers hebben het allemaal over vroeger. Ze betreuren de sluiting van het postkantoor en het verdwijnen van de veemarkt, al hebben ze dat laatste nooit zelf meegemaakt. ‘Weet je hoe hard deze stad is gegroeid?’ zegt de 26-jarige fabrieksarbeider Tom Rodgers. ‘Het gaat mij niet om die mensen maar het zijn er gewoon te veel.’ ‘Die mensen’ zijn de vele arbeidsmigranten die in de omgeving op de akkers en in de vleesfabriek werken.
Dat deze door autowrakken en roestig ijzer omgeven kroeg, de Fisherman Arms, nog open is komt doordat een van de jongens hem een jaar geleden overnam van de vorige eigenaar, de zoveelste in korte tijd. De marges zijn klein maar als zijn vrienden meerdere keren per week komen drinken moet het lukken. Wat ook helpt is dat de kamers op zolder worden verhuurd aan Poolse en Roemeense landbouwarbeiders.
‘Dit ging helemaal niet over de Europese Unie of over buitenlanders, zij zijn slechts de totem van waar mensen zich tegen verzetten: verandering’, zegt Sir John Hayes. Als een koning loopt hij door de kleine boekwinkel van Spalding, die tevens dienst doet als café en buurthuis. Al negentien jaar is hij het parlementslid dat South-Holland vertegenwoordigt, het op één na zekerste kiesdistrict voor de Conservatieve Partij van het land. Zijn donkergroene tweedpack met chique overjas contrasteert met de bodywarmers en spijkerbroeken van de bewoners die hem aan de lopende band komen groeten en de hand schudden. Veel Engelser dan deze meervoudig oud-minister en ex-adviseur van David Cameron vind je ze niet, veel traditioneler trouwens ook niet. Hij is tegen het homohuwelijk, voor de doodstraf, prijst het gezin maar verafschuwt ‘de plutocratische elite met haar liberale waarden’, die het dorp grote supermarkten bracht en de kleine ondernemer bedreigt in zijn bestaan. ‘Wij van de leave-kant hebben begrepen waar het referendum echt over ging. Dit is een spirituele beweging, een van emotie en gemeenschap – daar is niets irrationeels aan.’
Kom bij hem niet aan met verhalen over de economie die, zo bewijzen de vele vrachtwagens en lage werkloosheidscijfers, het goed doet. ‘Daar gaat het niet om.’ Sla hem al helemaal niet om de oren met de logica van globalisatie. ‘Daar hebben we hier nou net juist tegen gestemd.’ Hij wijst om zich heen, naar het boekwinkeltje waar mensen zich te goed doen aan taartjes en koffie, en vraagt dan: ‘Je moet er toch niet aan denken dat hier een Starbucks komt? Wie wil dat nou eigenlijk echt?’
Dat het postkantoor van Brian en Rosie gesloten is vindt hij nog altijd een groot verlies. ‘Onze campagneslogan take back control ging hierover. Natuurlijk is er verandering, die heb je overal en die is nodig, maar die moet je wel kunnen controleren. Gemeenschappen als deze voelen dat als je niet op de rem gaat staan je vanzelf verdwijnt.’ De enige groep uitgesproken remain-stemmers in Spalding waren de grote boerenbedrijven en de voedselfabriekseigenaren, zeggen Hayes, Brian Cain en de jongens in de rommelige kroeg, die het voorlopig nog wel even lijkt te redden.

‘De neoliberale logica heeft altijd voorgeschreven: jullie gemeenschappen boeien ons niet’, zegt economie-commentator Paul Mason in een Italiaans familiezaakje in het hart van Londen. ‘Wat die logica de mensen in plaatsen als Spalding en Skegness wél beloofde was: hier is een Vodafone callcenter en een nieuwe McDonald’s dus maak je geen zorgen om je baan. Het verzet dat we nu zien is een verzet tegen dit soort afbraak.’
De uitgesproken linkse econoom is net klaar met zijn nieuwe boek Clear Bright Future: A Radical Defence of the Human Being, dat in mei verschijnt. Daarin staat het begrip agency centraal, het zelf richting kunnen geven aan je leven. Het inmiddels wat sleetse paraplubegrip ‘neoliberalisme’ wordt daarin uitgewerkt als een zelfbeeld dat geïnternaliseerd is door politici en andere beslissers in het Westen. Het is een zelfbeeld dat volledig marktgeoriënteerd is en waar menselijke instincten zijn verruild voor de onbetwistbare logica van vraag en aanbod. ‘Nu mensen zien dat ze armer en armer worden vallen ze terug op hun gemeenschappen, maar die worden door precies diezelfde logica ontwricht.’
Mason behoort, ondanks zijn arbeidersafkomst, tot het slag stedelijke Britten dat de hoop niet is verloren en een alternatief, en in zijn geval progressief, verhaal wil presenteren dat zorgen serieus neemt maar zich niet verliest in nationaal-populistische identiteitspolitiek. ‘We hebben de agenda volledig aan rechts gegeven toen we stopten met luisteren naar de grieven van mensen. Als je nu praat met een links iemand over vrij verkeer van personen zal hij je meteen een paar grafieken laten zien die het tegendeel bewijzen. In plaats van dat ze zich afvragen hoe zo’n gemeenschap erbij had gelegen als al die veranderingen niet hadden plaatsgevonden.’
De hang naar controle en zeggenschap, naar zelfsturing, is juist in de kern een links verhaal, betoogt Mason. ‘Zeker in Engeland. Wij zijn geworteld in het idee van controle via vakbonden en zeggenschap over productiemiddelen door werknemers. In verzet tegen beknellende structuren. Het hele idee van controle bevond zich juist in het hart van onze beweging, wij hebben altijd geappelleerd aan de soevereiniteit van gemeenschappen, van arbeiders.’
In 2005 waarschuwde toenmalig Labour-premier Tony Blair nog dat een discussie over globalisering net zo interessant zou zijn als een debat over de vraag of de herfst de zomer moet opvolgen. ‘Deze veranderende wereld staat onverschillig tegenover traditie. Is onverbiddelijk voor kwetsbaarheid. Het houdt geen rekening met oude reputaties’, zei Blair. ‘Deze verandering barst van de kansen, maar alleen voor hen die zich snel aanpassen, terughoudend zijn met klagen, en bereid zijn om te veranderen.’ Mason haalt dat citaat aan in essays, maar ook in het koffiezaakje. Het is voor hem een dieptepunt in sociaal-democratisch denken. ‘Trump heeft niet de wereld van de liberaal vernietigd, dat hebben liberalen zelf gedaan door menselijkheid ondergeschikt te maken aan kille logica.’
‘Costa del Skeg’, ‘Skegvegas’ of liefkozend ‘Skeggy’ zijn slechts enkele van de vele bijnamen van het kustplaatsje Skegness, dat op een uur rijden van Spalding ligt. ‘Als je van smerige stranden, een reuzenrad, pubs en arcade-hallen houdt is het jouw plek’, had Brian Cain nog gezegd. Als zoon van een mijnwerker kwam hij er elke zomer, twee weekjes vakantie in een stacaravan in deze badplaats zat bij het loon inbegrepen. De lange boulevard is een kermis waar weinig subtiele neonverlichting je gokhallen en bowlingbanen probeert binnen te lokken. Het ruikt er naar zeelucht en frituur. Het eten is er zacht, vet, vlezig en veel. De wijn smaakt er mierzoet en het bier is er beschikbaar in eindeloze hoeveelheden. ‘A poor man’s holiday resort’, aldus Cain. Overigens wel eentje met inmiddels iets schonere stranden: de Europese Unie verplichtte in de jaren negentig de Britse regering om haar stranden beter te verzorgen en rioolbuizen niet meer te laten lozen op plekken waar mensen zwemmen.
In het theater van Skegness zit John Byford, al negentien jaar lang is hij lid van de stadsraad. ‘Eigenlijk ben ik in mijn hart een Labour-man maar ik werd hier ooit lid van de Conservatieven omdat die de beste mensen hadden, daarna sloot ik mij aan bij Ukip’, vertelt hij. Met zijn Franse petje, artistiek montuur en baardje lijkt de fotograaf in niets op de stereotypische Ukip’er. ‘Mijn vrienden in Europa snappen het ook niet.’ Zijn politieke omzwervingen langs verschillende partijen zijn illustratief voor hoe de verloederde badplaats een paar jaar geleden in handen kwam van de eurosceptische partij van Nigel Farage.
‘Ik heb een ongelooflijke passie voor Skegness’, zegt Byford. Maar toen hij hier begin jaren negentig aankwam waren ‘de gloriedagen net over’. De mijnsluitingen in 1984 hadden de stroom van arbeiders met hun gezinnen doen opdrogen. Het stadje verloederde. Een eeuw eerder was dit een paradijs geworden toen de lokale graaf en eigenaar van het gebied besloot een spoor en een boulevard vol vertier aan te leggen. ‘De mensen die hier vakantie vierden woonden in sterk vervuilde gebieden en konden twee weken van schone zeelucht en fish and chips genieten’, vertelt Byford aan de hand van oude foto’s die hij verzamelt. Het icoon van de stad, ‘Jolly Fisherman’, is een obese matroos met een pijp in zijn mond. ‘Vandaag zouden we dat een persiflage vinden van de arbeider, maar vroeger sprak die grote buik juist aan. Hij symboliseert de belofte van weelde.’
Byford sloot zich aan bij Ukip vanwege het failliet van die belofte. ‘Het is hier volledig gestagneerd, er moest iets gebeuren’, zegt Byford. ‘Onze Ukip-afdeling was een hybride partij van mensen die de boel wilden opschudden, die iets wilden forceren, and it worked. In Frankrijk gaan mensen al maanden met gele hesjes de straat op, hier is er een gesprek op gang gekomen.’ Inmiddels heeft de kunstenaar de partij de rug toegekeerd, hij is nu onafhankelijk raadslid. ‘De landelijke partijkoers is er een van onversneden racisme geworden, daar ging het mij nooit om.’ Ook in de rest van het land implodeerde de partij. Velen sloten zich aan bij de Conservatieven, verlieten de politiek of begonnen een nieuwe beweging.
In de Seaview Pub, het officieuze clubhuis van wat ooit de lokale Ukip-beweging was, broeit inmiddels de volgende revolutie. Het is de kroeg waarnaast Mathew White drie dagen na het referendum zijn provisorische grensafzetting bouwde. Binnen prijken Engelse vlaggen aan de muur en zwart-witfoto’s die herinneren aan betere tijden. ‘33, 32, 42 and… 28!’ – de kroegbaas leidt een potje bingo. Samen met de voormalig burgemeester Danny Brookes is hij een nieuwe politieke partij begonnen, de Skegness Urban District Society.
‘Vroeger hadden we het grootste zwembad van de oostkust, dat is nu weg. Ook hadden we meerdere theaters, dat is er nu nog maar eentje. Nu zijn ze ook nog eens gestopt met het onderhouden van de buiten-bowlingbaan’, zegt Brookes. Nadat eerst Europa bevochten moest worden richt hij nu zijn pijlen op de regiobesturen en binnenlandse overheidslagen, die volgens de oud-burgemeester het stadje negeren, er niet meer in willen investeren en het zo stapsgewijs afbreken. ‘In dit tempo is er straks niets meer over, we moeten het hier zelf gaan doen. De glorie herstellen.’
Wantrouwen, cultuurverlies, verschraling en politieke verwezing. Volgens politicoloog Matthew Goodwin, vaak versleten als ‘Ukip-specialist’ en schrijver van het vorig jaar uitgebrachte National Populism: The Revolt against Liberal Democracy, zijn dat de universele ingrediënten die de golf van nationaal-populisme verklaren die door het Westen trekt – en aan kracht wint. Een golf die allesbehalve tijdelijk is en waarvan brexit slechts een van de vele uitingsvormen is.
‘We kunnen ons blindstaren op de invloed van desinformatie, de rol van charismatische leiders of de grote dubbeldekker waar tijdens de brexit-campagne “350 miljoen pond voor de nhs” op stond, maar als we dat doen missen we de grotere trend’, zegt Goodwin. ‘De nationaal-populistische traditie vindt haar oorsprong in de jaren tachtig. Ver voor Trump, brexit, Geert Wilders en Marine Le Pen. Liberalen geloven echter liever dat een kortstondige campagne of een leus op een bus allesverklarend is.’
Deels is dat oprecht onbegrip, deels weerzin om het te wíllen begrijpen. ‘We labelen ze liever als racistisch en xenofoob. We schuiven ze aan de kant als een “basket of deplorables”, zoals Hillary Clinton deed, of noemen ze, in de woorden van David Cameron, “a bunch of fruitcakes”.’ Die zichtbare arrogantie en het openlijke ongemak over wat Goodwin en medeauteur Roger Eatwell in hun boek overtuigend beschrijven als een langdurige revolte, leiden tot foute analyses. ‘Mensen hopen nog steeds dat Trump-stemmers wel terugkeren naar het centrum zodra ze inzien dat hij mentaal incapabel is. Of dat leave-stemmers spijt krijgen wanneer de Britse economie instort. Of dat dit allemaal over is wanneer al die “oude witte mannen” overlijden.’
Dat is volgens de Britse politicoloog struisvogelpolitiek. ‘We moeten deze opstand niet zien als de omverwerping van liberaal-democratie, maar een correctie daarop. In de kern is dit een democratische revolte. Dat bewijzen de cijfers, mensen aan de oostkust zijn niet tegen democratie. Ze willen juist méér gehoord worden. Al keren ze zich wel tegen liberale waarden, dat is niet mooi maar het is te makkelijk om ze dan maar af te schrijven als een stelletje racisten.’
In Skegness gebeurde dat letterlijk. In de nasleep van het referendum reisden verslaggevers massaal af naar het plaatsje om portretten te schetsen van boze mannen in bruine kroegen. De stadsmascotte Jolly Fisherman – al niet het mooiste portret van een arbeider – werd in een krant schreeuwend en tierend afgebeeld.
Matt Warman, het Conservatieve parlementslid dat het kiesdistrict Boston en Skegness vertegenwoordigt in Westminster, kan er nog altijd kwaad om worden. In opiniestukken trekt hij fel van leer tegen progressieve media die in de nasleep van de uitslag eindelijk naar zijn kiezers afreisden en het gebied beschreven als een xenofobisch landsdeel met stadsraden vol racisten. ‘Er is het onwrikbare idee dat alleen racisten, bigots en idioten konden stemmen voor het verlaten van de EU. Ik zie bij veel remainers geen enkele wens om die stem echt te begrijpen en te doorgronden. Die houding gaat ons nergens brengen, vrees ik.’
Opmerkelijk genoeg is de ietwat elitaire ex-journalist van The Daily Telegraph zelf een remainer, terwijl zijn kiezers voor meer dan driekwart voor brexit stemden. Toch is hij ze beter gaan begrijpen. ‘De leave-stem wijst op een fundamenteel democratisch tekort. Mensen hebben het over het verlies van nationale soevereiniteit, maar betreuren in feite het verlies van hun eigen soevereiniteit. Alles is veranderd en niemand heeft ze wat gevraagd. Brexit is in die zin slechts een probleem aan de oppervlakte. Het symptoom van een veel dieper liggend probleem: onze diep verdeelde natie.’

‘It’s raining mééén, hallelujah, it’s raining men’, twee jonge vrouwen gestoken in Britse schooluniformpakjes blèren op een podium te midden van een gigantische feesttent jaren-tachtighits. De tent is opgezet in het rugbystadion van ‘brexit-hoofdstad’ Boston, dat op een half uur rijden van Skegness ligt. Elektricien Julian Thompson, een man met gigantische armen, een schakelketting en een bruusk voorkomen, kijkt glunderend van trots naar het podium. ‘Wist je dat een van die meisjes uit Litouwen komt en de andere een Engelse is?’
Thompson stemde vol overtuiging leave, en zou dat nu weer doen, maar schrok van wat er in de nasleep van het referendum gebeurde in zijn stad. Het aantal racistische incidenten nam toe. ‘Mensen hadden plots het gevoel dat dat mocht nu.’ Het ingewikkelde: zelf had hij ook gestemd vanwege al die nieuwkomers. Sinds het begin van deze eeuw nam het aantal migranten uit voornamelijk Oost-Europa met 480 procent toe, goed voor een bevolkingsgroei van een vijfde. Iets wat samenviel met forse bezuinigingen die volgden op de financiële crisis. In Boston hangen in de winkelstraat waar Poolse, Roemeense en Litouwse winkels het straatbeeld zijn gaan bepalen spandoeken die protesteren tegen de sluiting van het lokale ziekenhuis.
‘Je kunt mensen niet in een kleine ruimte proppen, wegkijken en hopen dat het wel goed komt’, zegt Thompson. ‘Geloof me: wij zullen net zo lang schoppen tot ze wel reageren.’ Gevraagd naar wie ‘ze’ zijn wijst hij omhoog: Westminster, de elite, maakt het uit?
In hen heeft hij weinig vertrouwen dus wilde hij zelf iets veranderen. Hij richtte de Boston More in Common groep op waarin hij vertegenwoordigers van de verschillende Oost-Europese gemeenschappen uitnodigde. De zeer gemêleerde vereniging organiseert inmiddels feesten voor honderden mensen, organiseert taalcursussen (zelf leert hij Litouws) en probeert de stad op te knappen. ‘Toen we hoorden dat er geen gemeentebudget meer was voor kerstversiering in de straten hebben we het zelf gemaakt. Met z’n allen.’
Thompson zit aan de middelste tafel in de grote feesttent. Er zijn heel veel tafeltjes: een Poolse, een Letse, een Litouwse, een Roemeense, een katholieke, eentje van de sportclub en zo gaat het nog wel even door. De vreemde eenden in de bijt zijn deze avond niet de buitenlanders maar drie Londenaren, die bij de elektricien aan tafel zitten.
Twee van hen, een gepensioneerde universiteitsdocent en een ambtenaar van het ministerie van Justitie, komen uit de Londense wijk met de allerhoogste remain-stem (79 procent) van het land, na Gibraltar. Toen 2,5 jaar geleden de uitslag bekend werd schrokken ze zo dat ze op onderzoek uit gingen en afreisden naar Boston. ‘Toen ik op Facebook postte dat ik hierheen ging reageerden mensen enthousiast: “Leuk! Ga je naar de Verenigde Staten?” Het idee dat je hier naartoe zou gaan, het Engelse Boston, was ondenkbaar en laten we eerlijk zijn: de kans dat ik naar het Amerikaanse Boston was gegaan was natuurlijk ook veel groter’, zegt Saffron Clackson, de justitieambtenaar.
Eenmaal hier was ze geschokt om te zien hoe groot de onvrede was, tegenwoordig organiseert ze samen met de educatie-etnoloog busreizen tussen Boston en Londen zodat remain- en leave-stemmers met elkaar in contact kunnen komen. ‘Een soort safari’s’, grinniken de dames op een manier zoals alleen Britten ongemak kunnen weglachen tot iets beleefds.
Inmiddels zijn ze al vele keren op en neer gereisd. Vandaag reist The Guardian-columnist Ian Jack mee in hun kielzog, hij wil dit voor zijn zaterdagcolumn graag met eigen ogen aanschouwen. ‘Voor mij is brexit een persoonlijk verlies. Wij zijn als krant uitgesproken Europees geweest, misschien ben ik daarom zo verdrietig’, zegt de journalist. ‘Dat wij als internationalisten er nooit in zijn geslaagd om de mensen hier te overtuigen van dat project. Nu voel ik dat we ons als land afkeren van de rest van de wereld, waarop onze invloed zal verkruimelen. Wij hebben gewoon gefaald, dat is de waarheid.’
Clackson buigt naar hem toe en vraagt glimlachend: ‘Is het forward looking anger of backward looking anger?’ Ze is tevens boeddhist. ‘Als het gaat om wat er komen gaat kun je het misschien afbuigen naar iets positiefs, maar als het in het verleden ligt is dat lastiger.’ Jack kijkt lichtelijk geamuseerd op, denkt even na over de vraag en zegt uiteindelijk toch weer somber: ‘Als het in het verleden ligt wordt het verdriet hè? Dat is erger, maar ik ben wel bang dat dat het is.’
‘De dag na de brexit-nacht was ik toevallig in Londen, ik kon het verdriet in de ogen van de mensen zien’, zegt John Byford aan de pier van Skegness, gezeten in het laatste theater van de feeststad. ‘Voor ons was dit een manier om onze gemeenschap te beschermen, maar nu maakten we juist de structuur kapot waarin zij zich thuis voelden.’
Wat er ook gebeurt met brexit, de diepe verdeeldheid zal blijven. Onderzoekers proberen verwoed ‘bregret’, een samentrekking van brexit en het Engelse woord voor spijt, aan te tonen maar concluderend is dat geenszins. Er is geen sprake van een grote omslag. Het land is nog altijd grofweg in twee helften verdeeld. ‘Veel van de mensen die zich winnaar waanden, voelen zich nu verliezer’, zegt politicoloog Goodwin. De werkelijke vraag is volgens hem hoe het geluk en de trots worden teruggebracht naar de achtergebleven kustgebieden en verarmde mijnregio’s. ‘In plaats daarvan domineert nog altijd de vraag wat er met Londen zal gebeuren en wat de financiële bedrijven in The City willen.’
Sinds het referendum ziet hij hoe liberalen de hakken steeds verder in het zand zetten, de golf proberen tegen te houden, maar volgens hem gaat dat niet werken: ‘De achilleshiel van de liberaal is dat het individuele belang altijd boven alles wordt gesteld, terwijl kiezers veel communitaristischer zijn geworden.’ De liberaal breekt structuren af zonder er iets voor in de plaats te zetten waar mensen zich veilig in kunnen voelen, waarin ze hun waardigheid terugvinden.
‘Het is tijd dat ze daar eens mee beginnen, dat liberalen starten met het formuleren van een betekenisvol antwoord. Natuurlijk, we kunnen nationaal-populisten blijven negeren, maar wat zegt dat over ons eigen voorstellingsvermogen? Waar zijn onze ideeën?’