
‘Mijn schoenencollectie kan wedijveren met die van veel vrouwen. Ik kom denk ik makkelijk tot dertig paar. Ik kijk veel in schoenwinkels, en als ik iemand ontmoet kijk ik altijd wat voor schoenen diegene draagt. Dat zegt mij wat.
Ik zal nooit schoenen laten repareren. Als ze verzoold moeten worden zijn ze eigenlijk al niet meer in shape, in mijn ogen. Dan doe ik ze weg. Een schoen moet altijd nieuw zijn, strak. Krankzinnig, zullen mensen zeggen, maar zo voel ik dat.
Eigenlijk is het natuurlijk overdreven. Mijn schoenenwinkel ziet me graag binnenkomen. Ik ben snel, hoef maar één schoen aan te passen om te weten dat de andere voet ook goed zal zijn. Binnen een kwartier koop ik zo vijf paar. Ik ben vooral gecharmeerd van Italiaans.
Ik kan me permitteren om schoenen te kopen wanneer ik maar wil. Daar heb ik geen succesje of meevallertje voor nodig. Vijfhonderd euro per paar is de grens.
Aan mensen hun schoenen kun je hun smaak aflezen. Maar ook: wat geeft iemand eraan uit. Vreselijk vind ik het als iemand een aardig kostuum draagt, met lompe, goedkope schoenen eronder. Bij de politie en justitie zie je dat vaak. Rubberen zolen bijvoorbeeld. Dan denk ik, is er nou niemand in je omgeving die zegt: zorg dat je hier een paar goed gesneden leren schoenen bij aan hebt? Want dat maakt het zoveel meer af. Kleding hoeft niet veel voor te stellen. Maar als de schoenen eronder goed zijn dan poremt dat gewoon.
Van één model heb ik zes paar gekocht. Ik dacht: straks kan ik ze niet meer krijgen. Auberginekleurige veterschoenen, met een vleug zwart erin. Mooi scherp gesneden. Ik bracht er stickertjes in aan om ze te nummeren. Want als je die zes paar in de kast ziet staan dan weet je niet meer: welke had ik nou gisteren aan. Zo droeg ik ze gelijkmatig af.
Ik heb ze ook allemaal tegelijk weggedaan. Mijn zoon was me dankbaar, hij draagt ze nu. Het is vooral een guilty pleasure in de ogen van andere mensen. Belangrijk is dat je, hoewel je het goed hebt, oog voor anderen blijft houden. En dat is iets wat ik juist vaak niet zie samengaan. Ik heb er moeite mee om illegalen als bedreiging te zien. Als criminelen, zoals ze vaak worden afgeschilderd. Het streven naar het verbeteren van een nooddruftige situatie, dat vind ik een heel logische menselijke eigenschap. Daar zijn we zelf groot door geworden. Ik pleit dus vaak voor een menswaardiger bejegening. Het feit dat je het zelf goed hebt, en ik heb het heel goed, vind ik niet in tegenspraak met het feit dat je daarvoor pleit. Ik vind het eerder een noodzaak dat dat samengaat.’
Peter R. de Vries is misdaadverslaggever en ondernemer.