Border: Live in Zurich, opgenomen tijdens het Taktlos-Festival 1995, is opgebouwd uit een stuk of vier lange stukken, die zijn omgeven met korte nummers - soms extreem beknopte flarden, zoals bijvoorbeeld ‘Stupid’ dat twee minuten een ritmisch gerasp laat horen. De langere nummers zijn kaleidoscopische werken die zich of door middel van abrupte wendingen, of juist door geraffineerde overgangen ontwikkelen. Als een slang die zich ontvelt, lijkt de muziek in een permanente gedaanteverwisseling verwikkeld te zijn.
Van hard boiled moderne muziektechnieken - zoals glissandi die Xenakis niet verbeterd zou hebben - tot Alice-Cooperachtige horror- effecten, van flarden surfmuziek tot een knipoog naar de smartlap, van bizarre klankexperimenten die naar de elektronische muziek lonken tot aan een stevige gitaarrock wordt een meeslepende bizarre muziek gecreeerd waarin de uitersten elkaar raken. Aansprekende meedeiners staan in contrast tot ongemak kelijke stiltes, waarin alles dreigt dood te vallen. De energieke benadering verraadt echter de hand van vijf uitgesproken instrumentalisten bij wie speelplezier en muzikale ideeen hand in hand gaan.
Hetzelfde geldt eigenlijk voor The Psychedelic Years (uitgevoerd door Palinckx, het Aquarius Ensemble en de vocalisten Han Buhrs en Mary-Lou), waarvan het concert en de cd-presentatie deze week plaatsvinden. Als betrof het het journaal opent de cd met een geweldige gongslag. Dan waarschuwt een presentator (Han Burhs): ‘The program of tonight is not new. You’ve seen these things through and through.’ The Psychedelic Years kan beschouwd worden als een spoedcursus sixties, een tijdvak waar het hart van gitaarvirtuoos Palinckx overduidelijk ligt. Als vervolg op dit project brengt de groep in het najaar een muziektheaterproduktie over Brian Wilson, leider van de fameuze Beach Boys.
The Psychedelic Years, gestoken in een oogverblindend gekleurd hoesje, is een spetterende collage van teksten, explorerende improvisaties, naieve liedjes, gierende gitaarrock, virtuoze instrumentale capriolen, bluessongs, referenties aan oosterse muziek, flarden fanfare, gecomponeerde ensemblemuziek, elementaire klankexperimenten en speeldoosdeuntjes, gelardeerd met nostalgische accenten zoals een Hammondorgeltje.
Inderdaad is het programma niet nieuw, maar de manier waarop Jacques Palinckx met het materiaal speelt, of beter gezegd jongleert, geeft een eigen dimensie aan de cd. De sixties worden bekeken door een bril uit de nineties, die ook nog eens heel persoonlijk is gekleurd. Jacques Palinckx toont zich een muzikant met veel inzicht, verbeelding en handigheid.