Idlib – ‘Ik ben oké, maar rondom mij is veel dood’, schrijft Amany al-Ali (1984) vanuit de stad Idlib in Noordwest-Syrië. Dan doet ze wat ze altijd doet als het noodlot toeslaat. Ze grijpt haar potloden en penselen en zet de ene tekening en spotprent na de andere op papier.

‘Een zwarte dag’, noteert ze op 7 februari boven een grauwe dodelijk vermoeide gestalte met een gat in de borst die oprijst uit de brokstukken. Een dag later tekent ze een gebroken hart in de kleuren van de Syrische vlag en de tekst: ‘Moe van zo veel pijn en dood… De wond is groot en het hart gebroken…’

Al snel worden haar creaties bijtender en politieker. Een vrachtwagen met lijkkisten rijdt Noord-Syrië in terwijl een auto met hulpgoederen bij de grensovergang Bab al-Hawa wordt tegengehouden door een gestalte met het gezicht van een wereldbol die de internationale gemeenschap moet verbeelden. ‘Ze laten ons simpelweg sterven. En we mogen ons verplaatsen als we dood zijn’, luidt haar commentaar.

Terwijl in het aangrenzende Turkije een internationale hulpkaravaan uitrukt om het land bij te staan, blijft Noordwest-Syrië grotendeels van steun verstoken. De natuurramp voltrekt zich in een politiek mijnenveld. De grensovergang Bab al-Hawa vormt een VN-mandaat de enige humanitaire corridor tussen Turkije en Noord-Syrië. Slechts mondjesmaat komen goederen door. Het getroffen gebied staat voor een groot deel onder controle van gewapende oppositiegroepen en de afgelopen jaren bereikte de internationale humanitaire hulp via de hoofdstad Damascus deze armste delen van het land vaak niet. Miljoenen dollars verdwenen in de netwerken rond het regime van Assad. Pas een week na de ramp zegde het regime in Damascus toe akkoord te gaan als de twee andere grensovergangen in Noord-Syrië tijdelijk worden geopend voor VN-hulpoperaties.

Tegen een zwarte achtergrond tekent Al-Ali drie vrijwilligers van de Syrian Civil Defence, de White Helmets, die omkranst door wit licht een meisje omhoog tillen. ‘Zij zijn de enige organisatie hier’, zegt ze. ‘Ze redden veel mensen, maar ze hebben gebrek aan zwaarder materieel.’

Nederland zette in 2018 de financiering van het reddingswerk van de White Helmets stop. In Syrië sterven tallozen die de ramp overleefden alsnog vanwege het uitblijven van hulp. Anderen overlijden vanwege het gebrek aan medische zorg. Ziekenhuizen werden de afgelopen jaren voortdurend geraakt door Russische en Syrische bommen. Ook honderden artsen en ander medisch personeel kwamen om. ‘Ik zou willen dat ik meer hulp kon bieden maar ik kan slechts tekenen’, zegt Al-Ali. Dan breekt ze de chat af. ‘Ik moet gaan condoleren.’