Met moeite weet Jan Schrör van het Zutphens Personeels Collectief (ZPC) zijn kalmte te bewaren als hem de paginagrote NS-advertentie uit een van de dagbladen wordt voorgehouden. In de advertentie schrijven de NS dat het door het personeel verafschuwde «rondje rond de kerk» helemaal zo vreselijk niet is. De treinen zullen «meestal een relatief lang traject rijden van zo’n 75 tot 150 kilometer», staat te lezen. «Puur bedrog», briest Schrör in de personeelsloge op het perron van station Deventer. Uit zijn machinistentas pakt hij een tabel met afstanden van de toekomstige trajecten erbij. «Zutphen-Apeldoorn. Hoeveel is dat? Welgeteld 18 kilometer. Zutphen-Oldenzaal, 56. Zutphen-Nijmegen, 48. Deventer-Almelo, 39.»


Volledig lam lag het spoorverkeer, die donderdag 21 december. Wie denkt dat de strijdende partijen inmiddels nader tot elkaar zijn gekomen, heeft het mis. Tussen de NS-directie en de muitende conducteurs en machinisten is nog altijd geen overleg gevoerd. Tegenover De Groene laat de NS-directie weten vast te houden aan het omstreden reorganisatieplan Bestemming: klant. «Praten over een compromis over de procesvereenvoudiging was en is voor NS niet aan de orde. (…) De directie beschouwt de personeelscollectieven niet als gesprekspartner», zeggen de NS in een verklaring.
En dus hebben de twaalf boze collectieven in den lande opnieuw de koppen bijeen gestoken. Deze week stuurde het Personeels Collectief Noord-Holland Noord een nieuwe, nog geheime actieoproep rond: in de week van 29 januari zal in de treinen niet op vervoersbewijzen worden gecontroleerd. De actieweek zal in februari gevolgd worden door twee minder publieksvriendelijke acties. Bij de eerste zullen conducteurs en machinisten die een vrije dag hebben, weigeren zich in de reserve te zetten wanneer een collega die moet werken zich ziek meldt. Bij de tweede zullen conducteurs en machinisten op een vrije dag oprukken naar Den Haag. Als de directie de onderhandelingen daarop nog niet heeft heropend, volgt in maart een tweede grote, algehele staking. De NS beraden zich momenteel op eventuele juridische vervolging van de actievoerende collectieven. «Ze kunnen ons niks maken», weet Schrör. «We hebben geen orgaan achter ons staan. Dus wie moeten ze dagvaarden dan? Zesduizend man? Dat is prima, dan moeten we naar de rechtbank, staat het treinverkeer opnieuw stil.»


Hoe komt het eigenlijk dat het rijdend personeel zo rebels voor zichzelf in de bres springt en niet langer door een vakbond wordt vertegenwoordigd? Deels is dat te wijten aan de FNV, waarvan de meerderheid van het NS-personeel lid is, en die de onderhandelingen met de directie voerde. Leo Vlek,
voormalige FNV-bestuurder bij de Nederlandse Spoorwegen, liet zijn leden een basisakkoord goedkeuren, mét de toevoeging evenwel dat later, voor totstandkoming van een totaalakkoord, nog wijzigingen aangebracht konden worden. De handtekening werd gezet, maar in mei vorig jaar werd duidelijk dat de eerder beloofde mutaties niet meer mogelijk bleken. Ongewild bleken de leden ook voor de fel bekritiseerde «procesvereenvoudiging» — het rondje om de kerk — te hebben gestemd. De inschattingsfout kwam geheel voor rekening van voornoemde Vlek. Onder druk van het spoorwegpersoneel stapte Vlek op, gevolgd door onderhandelaars van andere vakbonden (FSV EN VVMC) en de voorzitter van de Ondernemingsraad.


«Er is onduidelijkheid geweest en wij hebben fout gezeten», erkent Andries van de Berg, de opvolger van Vlek. Van de Berg tekent daar direct bij aan dat het ontstane conflict lang niet zo hoog was opgelopen als de NS-directie zich coulanter had opgesteld. «Juridisch staat de directie volledig in haar recht, want formeel heeft het personeel zich door die misplaatste handtekening achter het gehele Bestemming: klant-plan opgesteld. Maar als duidelijk is dat er voor dat plan totaal geen draagvlak is, dan moet je dat toch niet door willen zetten?»
Volgens Van de Berg heeft die vastberaden opstelling alles te maken met de commerciële aspiraties die het voormalige staatsbedrijf erop nahoudt. «Het zit heel diep. De NS waren een staatsonderneming, zijn nu een zelfstandige onderneming maar willen compleet geprivatiseerd worden. Er was zelfs de wens naar de beurs te gaan. Ze weigeren pas op de plaats te maken voor het personeel, zoiets ervaren ze als teruggaan in de tijd. Ze vrezen dat als er concessies gedaan worden waarbij de voortgang stokt, veel managers aan de top afhaken.»
De eerdergenoemde advertentie in de dagbladen beschouwt Van de Berg als een provocatie richting eigen personeel. «Je gaat je werknemers toch niet via de krant lopen managen?» Het is hoog tijd dat de directie uit haar ivoren toren afdaalt, meent Van de Berg. «De arbeidsverhoudingen zijn werkelijk aan alle kanten kapot, het is anarchie.»


Na het bekend worden van de verraderlijke handtekening verrees in Zutphen het eerste collectief. Schrör: «De directie liet in mei weten dat ze het keihard spelen zou en de procesvereenvoudiging gewoon zou doorvoeren.» Dat de revolte juist in Zutphen begon, heeft te maken met de verwoestende uitwerking die Bestemming: klant in de praktijk op deze standplaats zal hebben. Momenteel wordt er gereden op dertig treinseries, na uitvoering van het plan zou dat aantal teruglopen tot vijf of zelfs vier. «Een beste reducering», zegt Schrör. «Het was duidelijk dat Zutphen als standplaats op sterven na dood was.» Daarom nam hij met twee anderen het initiatief tot een beraad. «Er was al veel gescholden, maar daden bleven uit. We besloten een collectief op te richten om de procesvereenvoudiging te lijf te kunnen gaan.» Gestaag zwol het clubje aan. «De meeste van ons willen gewoon lekker treintje rijden. Het is een prachtbaan die je in principe je leven lang kunt volhouden. Maar dan wel met de variatie zoals die er ligt. Je komt in Rotterdam, Enschede, Utrecht, noem maar op. Steeds verschillende mensen zie je op die stations. Je rijdt op een E-loc 1100, dan weer op een hondenkop, kriskras het land door met verschillend materieel.»


Hoeveel stakingen er ook volgen, Reizigers Vereniging Openbaar Vervoer (Rover) is en blijft voorstander van invoering van Bestemming: klant. «Het is een goede stap in de richting van betere serviceverlening, zelfs dat rondje rond de kerk», zegt een woordvoerder. «De conducteurs en machinisten gebruiken een hoop oneigenlijke argumenten. Het kan wel kloppen dat de verbetering van punctualiteit helemaal niet zoveel groter is, zoals de collectieven zeggen. Maar dat is ook niet het belangrijkste aspect uit het plan. Het gaat erom dat in de nieuwe situatie de conducteur beter geïnformeerd is, omdat hij zijn gebied goed kent. Daarover krijgen wij nu nog te veel klachten. Het personeel in de trein kan straks ook beter worden aange stuurd. Nu vliegen ze het land in en zijn ze letterlijk onvindbaar voor het management.»
Het veelgehoorde argument dat na de procesvereenvoudiging meer agressie de kop op steekt, snijdt volgens de organisatie geen hout. «Een wijkagent wekt toch ook nauwelijks agressie op, juist omdat hij de mensen beter kent.» Volgens Rover is de procesvereenvoudiging bij het NS-personeel aanleiding geweest voor een uitbarsting van een gevoel van onvrede dat veel dieper ligt. «Het personeel moet de hele dag rijden met de consequenties van een mislukte poging tot verzelfstandiging. Kapot materieel, daaruit ontstane vertragingen en gefrustreerde reizigers. Zij krijgen alles op hun dak en balen van het bedrijf. Tel daar de neerbuigende houding van de directie bij op.»
De ware boosdoener in het conflict is volgens Rover dan ook de overheid, de achtereenvolgende ministers van Verkeer en Waterstaat om precies te zijn. «De politiek heeft de decentralisatie in gang gezet zonder de consequenties in te zien. Er is vanuit de politiek gezegd dat vanwege uitbestedingen op bepaalde trajecten niet meer door de NS gereden zal worden. Dan gaan de NS natuur lijk niet investeren in nieuwe dieseltreinen in die regio’s. Als dan de uitbesteding langer op zich laat wachten, blijven in die gebieden reizigers op het perron staan. Dit is een voorbeeld van mismanagement van de overheid.»
Omdat de overheid in bezit is van alle aandelen en dus nog volledig eigenaar van het bedrijf, kunnen in de praktijk onwerkbare situaties ontstaan. «Er is in de Kamer wel geroepen om een parlementair onderzoek naar de NS, maar een onderzoek naar de rol van het parlement in de verzelfstandiging van de NS zou evengoed op z’n plaats zijn.»


Uit eigen zak betaalde het prille Zutphense collectief de huur van een zaaltje. Honderdtwintig van de honderdvijftig districtscollega’s gaven gehoor aan de oproep om lid te worden. Schrör: «De actiebereidheid was direct groot. Iedereen was laaiend vanwege de onverkorte doorvoering van het plan. Nu al kunnen wij vanuit ons werk zien wat er in de nieuwe situatie gebeurt. Soms hebben we een week dat je op maandag drie slagen Apeldoorn hebt, op woensdag weer en op vrijdag ook weer. Van dat ene weekje baalt men al, zorgt men dat er verlof opgenomen kan worden. Ik kijk ook altijd eerst naar mijn diensten als ik verlof opneem. Ik zoek naar de langste dag of naar de slechte diensten.» Veel collega’s wilden er direct hard tegenaan. «Ik zei: we moeten ze de kans geven op ons te reageren. We gaan met ludieke acties beginnen.»
En dus werd op 25 mei vorig jaar een brief opgesteld. Waarom het plan in de praktijk niet zou werken. Gericht aan de productiemanager. Keurig netjes kwam er ook een antwoord. De boodschap was echter simpel: in belang van het bedrijf zal worden doorgegaan met invoering van Bestemming: klant. Dezelfde brief werd vervolgens verstuurd naar directeur-productie W. Döbken, naar algemeen directeur J. Huisinga en naar president-commissaris Jan Timmer. «Ik doe een dringend beroep op u om af te zien van acties die leiden tot extra overlast voor onze klanten», schreef Döbken in een reactie.
Schrör: «Steeds kregen we dezelfde nietszeggende antwoorden. Ze wilden niet met ons in overleg.» De retourbrieven werden gekopieerd en over de postvakjes verdeeld. Schrör voelde de spanning oplopen. «Er werd ontzettend gescholden. Geroepen werd: ze luisteren nergens naar; we zijn niet belangrijk; ze zien alleen maar geld; we moeten er harder tegenaan. Ik zei: kalm blijven, langzaam naar de climax toewerken.»
Volgend idee was de directieleden ansichtkaarten toe te sturen. «We hebben honderdvijftig kaarten verstuurd, vijftig per directielid. Huisinga, Lantain en Döbken, de toenmalige directieleden NS Reizigers, ontvingen op hun privé-adres een ansicht met tekst. Ik had gevraagd het netjes te houden, maar niet iedereen hield zich daaraan.» Op de voorkant stond telkens dezelfde koe van Klarenbeek afgedrukt, Klazina 47, om de directie het toekomstige, monotone landschapsbeeld voor te spiegelen. Schrör: «Daar op wederom geen reactie. Later in de zomer hebben we nog een menukaart verstuurd naar de directieleden, met gerechten erop die allemaal te maken hadden met dat saaie werk. Ook daarop bleven reacties uit.»
Collega’s werden door het Zutphense collectief per e-mail en mobiele telefoon van de acties op de hoogte gehouden. Schrör: «Die computers en die telefoons hebben we van het bedrijf aangeboden gekregen in ruil voor vakantiedagen. Daar is destijds massaal gebruik van gemaakt. In wezen hebben ze dus meegewerkt aan de infrastructuur van de tegenstander. Elke collega in het land was op de hoogte. Toen begonnen ook de andere collectieven te ontstaan.»


Op 21 september rukte het ZPC op naar het hoofdgebouw van de Spoorwegen in Utrecht. De ingang werd geblokkeerd. Uit het hele land schoten collega’s toe. Ook die actie liet de directie onbeantwoord. Schrör: «Toen was er geen houden meer aan. We moesten grote moeite doen om iedereen rustig te houden. Sommigen wilden meteen treinen vertraagd laten rijden, of met onmiddellijke ingang de procesvereenvoudiging doorvoeren. Over het niet controleren van kaartjes waren de meningen verdeeld. Dat had een tussenstap kunnen zijn, maar er waren al veel ludieke acties geweest, je kunt er niet tot in het oneindige mee doorgaan.»
Met overweldigende meerderheid werd in het Zutphense zaaltje tot staking besloten. Als ultimatum werd 19 december gesteld. Op 12 december besloot een afvaardiging van NS Reizigers dan toch voor overleg naar Zutphen af te reizen. «Eindelijk vallen er zaken te doen, dachten wij toen ze in Zutphen arriveerden. Maar al gauw bleek dat ze niks te bieden hadden, het was een mondelinge herhaling van wat al in die brieven stond.» En zo verstreek het ultimatum. In de vroege ochtend van 21 december verzamelden de Zutphense stakers zich op het perron. «We hebben alle treinstellen langs het perron laten staan. Vanuit Zwolle kwam toch een trein, omdat de mensen daar bij invoering van het plan weinig verschil merken met nu. We hebben het spoor toen schoonge trokken om de reizigers te laten uitstappen.»
Toen die werklustige Zwolse collega daarop toch verder wilde gaan, trokken de Zutphenaren de spoorbrug open. Ze begaven zich vervolgens naar het zaaltje waar de pers ze in groten getale stond op te wachten. Schrör: «We wisten die avond alleen met zekerheid dat Alkmaar, Dordrecht, Rotterdam en Roosendaal zouden meedoen. Pas die ochtend hoorden we dat Den Haag, Eindhoven, Arnhem en Nijmegen ook vielen.» Rond zevenen kreeg Schrör over de mobiele telefoon te horen dat ook Amsterdam plat lag. «Toen was het helemaal feest.» Feest is het binnenkort weer, weet Schrör. «Ik vermoed dat ze in hun weigering tot overleg volharden.»