De vloed aan rampen die de wereld sinds deze zomer treft, heeft voor een select groepje mensen onverwacht positieve bij-effecten. Zoals voor de frisse Jehova’s die vorige week in mijn straat hun gesprekken openden met een ‘Maakt u zich ook zo’n zorgen over de wereld?’

Die positieve effecten zijn er ook voor mij. Want wat ik vond van [crisis naar keuze] vonden tot voor kort maar bar weinig mensen in mijn omgeving van belang. De oorlogszomer van 2014 heeft dat veranderd. Ik word nu met enige regelmaat gevraagd of ik me ook zo’n zorgen maak over [idem], met een urgentie die ik niet gewend ben. Met angst.

Met nog een heel stuk te gaan staat 2014 nu al te boek als het jaar waarin het buitenland terugkeerde in de beleving van de Nederlanders. Een blij wederzien is het niet: wie de krantenkoppen van de laatste maanden tot zich neemt, ziet de plagen van Egypte op ons afkomen. De oorlogen in Oekraïne en Israël morrelden al aan de poorten, ebola en de ramp met de MH17 sloegen grote bressen in de muren en de dreigementen van IS overweldigden de verdedigingswerken die mensen rond hun veilige leven hadden gebouwd.

Een greep uit de media van de afgelopen weken toont een land dat mentaal omsingeld is: ‘Het monster van de angst slaat toe: 1-0’; ‘Terreurdreiging verlamt samenleving’, ‘Angst in Westen terecht’, ‘Tirannie van de angst’.

Natuurlijk spelen de media een sleutelrol in het bevorderen van de angst. Als je wachtend op de trein in Nederlands grootste krant de chocoladekoppen ‘Stations doelwit jihadi’s’ en ‘Aanslag kwestie van tijd’ aantreft, zit je nu eenmaal minder ontspannen dan als je wat in de verte had gemijmerd.

Sta liever stil bij wat ebola en IS betekenen voor mensen in Liberia en Irak

De angst wordt echter ook veroorzaakt door de plaats die het buitenland in de beleving van veel mensen speelt; of oneerbiediger, door onnozelheid over de wereld. Het buitenland lijkt voor de meeste Nederlanders primair een reservoir van potentiële bedreigingen van de rust en orde hier. Er is wel een soort plicht om er notie van te nemen, zoals je van jezelf eigenlijk ook een regeerakkoord moet lezen, maar zonder urgente dreiging is er geen noodzaak om je met het buitenland bezig te houden.

Het is een wonderlijke houding ten opzichte van de wereld en ten opzichte van het eigen leven. We leven in Nederland en de landen om ons heen in de veiligste samenlevingen die de wereld ooit heeft gekend. Je zou het als een soort eerbied of intellectuele plicht kunnen zien om daar ten minste notie van te nemen en een eerlijke visie na te streven op de zaken die je eigen leven en de levens van andere mensen in de wereld raken.

De werkelijkheid is dat Nederland niet opeens veel onveiliger is geworden. De afgelopen zomer bracht inderdaad een climax van een aantal zaken, maar de wereld staat er niet dramatisch slechter voor dan een half jaar of een jaar geleden: terreur, Syrië en de nieuwe Koude Oorlog hadden we al jaren. De gevaarlijkste crisis van allemaal, de oorlog in Oekraïne, wordt al maanden steeds minder gevaarlijk voor onszelf. Het conflict in Israël was voor ons al nooit bedreigend. Van IS gaat een serieuze dreiging uit, maar IS heeft in Europa nog nooit een terreurdaad gecoördineerd en heeft ook (nog) niet de capaciteiten voor een aanslag die onze samenleving echt kan ontwrichten. De ebola-epidemie is een grote ramp, maar de kans op een mondiale epidemie blijft erg klein. Geen reden voor paniek; sta liever stil bij wat ebola en IS betekenen voor mensen in Liberia en Irak.

Natuurlijk is het werkelijk een schok om te beseffen dat terroristen met 9/11-achtige plannen niet buiten te houden zijn, dat een vliegtuig vol Nederlanders uit de lucht geschoten kan worden. En dat haakt in bij het jarenlange knaagwerk van de economische crisis, de blijvende onzekerheid over een Europees project dat met pompeuze retoriek in de lucht wordt gehouden, een machtige dictator die zijn hand op onze gaskraan legt.

Het antwoord daarop hoeft echter niet een bipolaire mentale staat te zijn die van onverschilligheid naar paniek stuitert. De wereld om ons heen kent inderdaad rampen en bedreigingen. Bij tijd en wijle zal die wereld zich aan ons opdringen; ook als dat niet zo is, kan ik iedereen van harte aanbevelen erover te blijven lezen.


H.J.A. Hofland is afwezig