Vroeger zette moeder Anker haar koters in het kippenhok in de tuin wanneer de olijke tweeling er weer eens vandoor dreigde te gaan, en daaraan hebben Wim en Hans hun zwak overgehouden voor de gedetineerde medemens. Die staan zij nu keer op keer met veel overtuiging bij in het rechtsproces - soms samen, soms apart. Maar altijd lezen ze elkaars stukken, zodat de ene Anker de andere Anker op eventuele fouten kan wijzen en ze de zaak indien nodig van elkaar kunnen overnemen.
Als twee druppels water zijn zij, en de verwarring die daardoor ontstaat, wakkeren ze graag aan door elkaar met ‘Joop’ aan te spreken en consequent in de wij-vorm te spreken.
Samen wonen zij al sinds hun derde levensjaar in het Friese dorpje Akkrum, vlakbij Sneek. Samen togen zij op hun achttiende naar Groningen om rechten te studeren. Even scheidden hun wegen zich toen Willem een betrekking kreeg op het ministerie van Justitie en zijn vijftien minuten jongere broer Johannes docent werd aan een meao. Maar na een paar jaar hesen beiden zich in toga en begonnen ze samen een strafrechtmaatschap in Leeuwarden. Hun werkvertrekken in het kantoor van Trip Advocaten & Notarissen grenzen aan elkaar en zijn identiek ingericht, tot en met de platen aan de muur. En beider ster is snel rijzende; Joop & Joop Anker behoren - volgens collega’s, volgens de Orde van Advocaten en ook volgens hun tegenstrevers van het Openbaar Ministerie - inmiddels tot de top van de Nederlandse advocatuur.
Het zijn vaak verguisde verdachten in spraakmakende zaken die zij verdedigen. Zoals Ferdi E. - ontvoerder en moordenaar van Gerrit-Jan Heijn -, engel des doods Martha U., kindermoordenaar Koos H. en het bestuur van het extreem-rechtse CP86. Ze staan Hans van Z. bij, in 1969 veroordeeld tot levenslang wegens drie moorden en nu weer verdacht van poging tot doodslag, alsook de verkrachter die zich vergreep aan een slapende vrouw. En wanneer dit artikel ter perse gaat, horen de gebroeders Anker hoe de rechter oordeelt over hun cliënt Sippe Schat, dorpsdokter te Sint Nicolaasga en aangeklaagd wegens euthanasiasme.
IN HUN VRIJE TIJD verdedigen ze vaak zichzelf. Tegen de kritiek en het onbegrip waarmee iedere strafrechtadvocaat in meer of mindere mate te maken krijgt. Recht op verdediging is een grondrecht, benadrukken zij dan, ongeacht de aard of ernst van het delict. ‘Wij staan niet achter de feiten, wij verdedigen de persoon en diens rechten.’ En daarbij is er voor hen geen ethische grens. Ze willen mensen die in een kwetsbare positie zitten, verdedigen, en volgens hen zit iedereen die vervolgd wordt door justitie in een kwetsbare positie. Vereenzelviging met het gedachtengoed van cliënt CP86 is ‘uit den boze maar ook volstrekt irrelevant’, zo zeiden de Ankers, die een volgende keer aanhangers van ultralinks bijstonden. ‘Wij sluiten ons zoveel mogelijk af voor het leed van het slachtoffer en voor de publieke opinie - we zijn alleen maar gericht op de verdachte.’
Wim en Hans Anker vinden het onbegrijpelijk dat er advocaten zijn die weigeren verdachten van verkrachting bij te staan. ‘Daaruit zou je ook kunnen afleiden dat ze de delicten goedkeuren van verdachten die ze wel bijstaan.’ Juist in gevoelige, geruchtmakende zaken is het van het grootste belang dat de raadsman ervoor zorgdraagt dat de hand van justitie niet uitschiet, menen zij.
Hun zaken stralen vooralsnog niet op henzelf af. De Ankers hebben niet dat ietwat smoezelige, sensatiebeluste imago van sommige andere bekende strafpleiters, die nog weleens geïdentificeerd worden met hun cliënten. Wellicht komt dat door hun nuchtere Friese woordkeus en dito accent, of door hun eerder clowneske dan louche uiterlijk. Van Wim en Hans Anker straalt bovenal betrokkenheid af, zoals van hun vader, die nadrukkelijk niet burgemeester maar burgervader van Schiermonnikoog was. Hun cliënten blijven ze ook na het strafproces opzoeken in het gevang - ‘omdat een verkrachter naast een verkrachter ook en vooral een mens is’. Honderden uren staken ze in de zaak-Martha U., met wie ze zeker dertig keer spraken. Pro Deo, zoals ze tachtig procent van hun zaken pro Deo doen. Naast de tientallen levens- en zedendelinquenten per jaar staan de Ankers ook radiopiraten, kippen- en kruimeldieven bij. Geld of prestige interesseert ze niet - ze hebben een eenvoudig huis en een oude Mazda en ze gaan ieder jaar met vakantie naar Zuid-Limburg. Samen.
De broers zijn geen glamourboys die hun zaak pas echt interessant gaan vinden als er een camera in de buurt is. ‘Ze bewandelen niet de weg van overexposure via de media zoals sommige van hun confrères laatstentijds plegen te doen’, zegt mr. Heemskerk van de Orde van Advocaten deftig-diplomatiek.
De Ankers werken zich uit de naad, komen volgens collega’s soms strompelend terug van de rechtbank. In de rechtszaal kiezen ze graag voor de frontale aanval, maar zonder de rechters te schofferen of de officier de gordijnen in te jagen, zoals collega’s als Piet Doedens en Theo Hiddema graag doen. ‘We vinden ze betrouwbaar, en ze spelen hun zaken buitengewoon sportief’, zegt de persofficier van het Openbaar Ministerie in Leeuwarden. ‘Ze komen vrijwel altijd met goede verweren en vervullen een belangrijke rol in het scherp houden van het O.M.’
Het liefst boeken ze, na uitvoerige juridische haarkloverij, lange-termijnsuccessen waardoor er een stuk jurisprudentie wordt bijgeschreven. Zo hebben zij de discussie aangezwengeld over de lange wachttijden voor TBS-klinieken, die justitie nu met schadeloosstellingen moet gaan vergoeden. ‘Ze hebben ieder jaar wel een paar zaken waarmee ze invloed hebben op de rechtsontwikkeling’, aldus hoogleraar strafrecht Theo de Roos.
MAAR MINSTENS zo fameus zijn de Ankertjes in het noorden des lands om hun optreden buiten de rechtszaal. Bijvoorbeeld tijdens de voetbalwedstrijden van F.C. Heerenveen, waarbij ze zich ‘bepaald opvallend gedragen’, aldus officier van justitie H. Dankmeijer. Met verve vertelt Dankmeijer, die tot 1 februari in Leeuwarden werkzaam was, over de ‘enorme geestigheid’ en de talrijke initiatieven van de broers, bijvoorbeeld tot het organiseren van zaalvoetbalwedstrijden tussen advocatuur, parketpolitie en O.M. ‘Vergeet ook niet de fles Beerenburg te vermelden’, zegt Dankmeijer, ‘dat is een rode draad in hun leven.’
Wim en Hans maken er geen geheim van dat ze graag een slokje lusten en dat ze dol zijn op André van Duin, Jantje Koopmans en Joep Meloen. Ze zijn niet bereid zich te conformeren aan wat bon ton is in de beroepsgroep, en kunnen prima leven met betitelingen als ‘de Peppi en Kokki van de advocatuur’. Getweeën houden ze bijkans het hele Akkrumse verenigingsleven draaiende (Wim is voorzitter van de ijsclub, Hans van de Stichting Sport Real te Akkrum) en ze zijn hoofdsponsor van de voetbalteams Akkrum 4 en 6. ‘Anker en Anker: crimineel goed’ staat er op de shirtjes.
‘s Avonds houden ze lezingen en voordrachten over het werk van de strafpleiter - voor de Rotary of de Nederlandse Vereniging van Huisvrouwen. Als het past in de sfeer van de avond ronden ze af met een paar smartlappen - jankfodden in goed Fries - waarbij ze zichzelf begeleiden op de accordeon. Zingen kunnen ze 'ook al heel behoorlijk’ volgens Dankmeijer, wiens afscheidsreceptie ze opluisterden met een zelfgecomponeerd lied. Gevoel voor theater hebben zij, zegt hij, overigens ook - soms wat te veel - in de rechtszaal.
De artiesten Anker traden ook op bij het afscheid van Hans Wiegel als commissaris van de koningin in Friesland. Of ze organiseren zelf een feestavond met alleen maar pauzes, ‘omdat de pauzes altijd het leukst zijn’. Na de opening door de voorzitter volgt een kleine pauze, dan een grote pauze, daarna pauze met verloting en dansen na afloop. En daarbij brengen de Ankers zelf nog een levenslied ten gehore. ‘Huilen is voor jou te laat’ bijvoorbeeld. Want berouw, zo weten zij maar al te goed, komt na de zonde.
Anker en anker
Begin deze week oordeelde de rechter over dorpsdokter Schat, cliënt van de gebroeders Anker. Schat was slechts een van de vele spraakmakende figuren die de ‘Peppi en Kokki van de advocatuur’ verdedigden. Toch blijven Wim en Hans Anker er normale jongens bij. Hoewel, normaal?
WAS HET die zevenentwintigste februari 1953 maar een drieling geworden, hebben ze weleens verzucht: ‘Dan zouden we meer mogelijkheden hebben om ons te ontplooien.’ ‘Zich ontplooien’ is doorgaans iets dat men alleen doet, maar de gebroeders Anker doen het samen, zoals zij alles samen doen.
www.groene.nl/1997/15