‘Je denkt toch zeker niet dat ik gek ben!’ beet Poetin hem na wat inleidende manoeuvres toe, en beende boos de eetzaal in. De aldaar verzamelde zwaargewichten – Rijkman Groenink, Hans Wijers, Laurens-Jan Brinkhorst en anderen – prikten vervolgens, wat wit om de neus, een ijzig vorkje mee met hun Russische vriend. Gelukkig leek Poetin weer te ontdooien. Tot Van der Veer opnieuw iets zei wat hem in het verkeerde keelgat schoot – Poetin brandde los in een boze monoloog van een kwartier.Nederland heeft dat kennelijk elke paar jaar nodig, zo’n lompe Russische demonstratie van wie de grootste heeft. Niet om eraan te worden herinnerd dat Rusland machtiger is, maar om eraan te worden herinnerd dat de Russen niet talmen om hun Nederlandse vrienden als kleine jongens opzij te zetten als ze een te groot borstje opzetten. ‘Vriendschapsjaar’ 2013 is in dat opzicht weer een nuttig leermoment. Eerst hadden we Poetin, die hoffelijk op staatsbezoek werd gevraagd in een stad waar de burgemeester hem vervolgens niet moest en waar journalisten en theateracteurs hem de les lazen. Toen ging Nederland pal staan voor olieactivisten terwijl Shell zich suf boort in natuurgebieden over de wereld. Daarna werd in de zelfverklaarde ‘Hoofdstad van het Internationaal Recht’ een Russische diplomaat de cel in gemoffeld voor een corrigerende tik. Nou goed, het is wat gechargeerd opgeschreven, maar zo ziet het plaatje er vanuit Moskou uit. Tijd voor het volgende lesje in nederigheid. Bring on minister Timmermans.
De Russische bestuurselite begrijpt prima dat westerse democraten bij tijd en wijle moreel hoog te paard moeten stijgen; dat hoort erbij. Omgekeerd wordt in Nederland maar slecht begrepen dat morele verwijten uit de VS of Duitsland nu eenmaal een ander gewicht hebben dan die uit Nederland. ‘Spreek zacht, maar draag een grote stok mee’, is een favoriete wijsheid in de Amerikaanse buitenlandse politiek. Nederland lijkt een voorkeur te hebben voor het tegenovergestelde. ‘We Hebben Wel Gelijk’ is misschien een fijne insteek voor een betoog bij een praatprogramma, maar als je dat de helling op schreeuwt op de apenrots, is de kans niet groot dat het iets oplevert.
Evengoed is het concept van diplomatieke immuniteit, zoals dat ruim een halve eeuw geleden werd vastgelegd, aan modernisering toe. In de kern is het natuurlijk een goed idee dat afgezanten in bescherming hun werk kunnen doen. In de geschiedenis had dat ook heel wat leed kunnen voorkomen. Bijvoorbeeld voor de burgers van Taranto, waarvan er een over een Romeinse diplomaat heen piste toen die de stad verliet – een bijzonder kortzichtige daad. Maar anno 2013 veroorzaakt diplomatieke immuniteit meer spanningen dan ze voorkomt. Diplomaten hebben zich aan een rijk scala misdrijven overgegeven, van spionage en smokkel tot ontvoering en moord. Passend bij onze internationale reputatie maken we ons in Nederland vooral druk om niet-betaalde bonnen. Zo wist Elsevier afgelopen zomer via de Wet Openbaarheid van Bestuur boven water te krijgen dat buitenlandse diplomaten tussen 2008 en 2013 6863 boetes hadden gekregen en dat zij hun immuniteit hadden misbruikt om die in – let op – 464 gevallen niet te betalen: ruim zes procent van het totaal! Nu zijn die parkeerbonnen best interessant – een wetenschappelijk onderzoek toonde ooit een sterk statistisch verband aan tussen hoeveelheid onbetaalde boetes van diplomaten bij de VN en de corruptie in hun thuisland. Maar belangrijker is dat diplomaten regelmatig mensen doodrijden (vaker onder invloed), soms doodschieten of verkrachten en in een enkel, bizar geval zelfs verbranden, om zich vervolgens op hun diplomatieke onschendbaarheid te beroepen.
Zulke incidenten lopen soms hoog op. Twee jaar geleden werd de explosieve relatie tussen Pakistan en de VS gevaarlijk ondermijnd toen een CIA-freelancer twee Pakistanen doodschoot en een Amerikaanse diplomatenauto een derde man doodreed onderweg naar het plaats delict. De VS verklaarden de spion tot diplomaat. Woedende massa’s gingen de straat op en de weduwe van een van de gedode mannen pleegde uit protest zelfmoord. Maar ook in andere landen was veel bluswerk nodig nadat diplomaten weg konden lopen bij dodelijke incidenten.
Gelet op de hoeveelheid diplomaten die in Den Haag verblijven, is het wachten op een ernstiger voorval dan een diplomaat die zijn zoon klappen geeft op het strand en zijn vrouw die deuken rijdt in een paar dure auto’s. Geen slecht idee dus, als Nederland internationaal eens een balletje opgooit over diplomatieke immuniteit. Al was het alleen al om de volgende oorwassing door Rusland voor te zijn.
H.J.A. Hofland is afwezig